Stedelijk Gymnasium doet zich al te jeugdig voor 130 Het Stedelijk Gymnasium van Schiedam bestaat 75 jaar. Dit jubileum typeert de bescheidenheid van de huidige bewindvoer ders, want wij zouden er ook niets op tegen kunnen hebben, wan neer men ons had verteld, dat het 375-jarig bestaan op handen was. Immers, ons gymnasium is een regelrechte voortzetting van wat drie eeuwen achtereen in onze stad de Latijnse School werd gp- noemd. De hierboven gesignaleerde bescheidenheid is trouwens typerend voor de plaats van het gymnasium in Schiedam. Onopvallend verscholen achter de dikke muren van het gebouw, waarin in vroeger dagen aan de Lange Nieuwstraat drankzuchtige vrouwen werden „verpleegd", worden hier jaar op jaar jonge Schiedammers vertrouwd gemaakt met de Klassieken en voorbereid op wat meestal hierna wacht: de Universiteit. Er is een gedenkboek verschenen, waarin 75 jaar Gymnasium en 50 jaar Schiedamse Gymnasiastenbond broederlijk bijeen zijn gebracht. Hoofdschotel van al die bijdragen is geworden de histori- rische verhandeling van de hand van de heer A. van der Poest Clement, oud-gemeente-archivaris van Schiedam en thans rijks archivaris in Den Haag. Als oud-leerling moet de schrijver de stof uitermate hebben geboeid, 't Is dan ook een interessant verhaal geworden, waaruit wij om te beginnen mogen distilleeren dat in het toenmaals nog als haringstad bekende Schiedam op 16 Janu ari 1589 de vroedschap de oprichting van een Latijnse School besprak. Met Lucas Jansz. als eerste rector is men toenmaals gestart, zij het in een wat andere atmosfeer dan wij tegenwoordig gewend zijn. De verzorging van het uurwerk in de toren en het luiden van de klokken behoorde tot de taak van de rector, die het niet zonder nevenfuncties kon doen, wilde hij met de zijnen aan een behoorlijke boterham toekomen. Wat deze bijbaantjes betreft, bij de behande ling van die beginperiode brengt de heer van der Poest Clement b.v verband tussen het woord „potjeslatijn "en het feit dat de functies van rector en apotheker gecombineerd werden. In de roemruchte zeventiende eeuw is het met de Latijnse School in Schiedam niet al te best gesteld geweest. Van 1654 tot 1683 heerst er stilzwijgen rond de school. Dan wordt er weer gesproken over het salaris van rector Adrianus Gagius. 't Besluit valt, de begrafenisrechten in de Grote Kerk hiervoor te verhogen en twee vooraanstaande burgers dragen ieder nog 25 gulden per jaar bij! In 1685 wordt het iets meer en nog later komt er zelfs vrij wonen bij en 100 ton turf per jaar.... Van rector Nieuwaart, die in 1739 met het werk in Schiedam aanving, zijn wij veel te weten gekomen omtrent het gymnasiale schoolleven in het Schiedam van de achttiende eeuw. Er was school van 9-11 en 2-4 uur; 's zomers waren de ochtenduren 8-10 en 's winters 9.30-11.30. Vijf gulden per kwartaal betaalden de leerlingen als schoolgeld. En wat de vrije tijd betreft, een belangrijk punt voor degenen die de schoolbezoeken: op 15 Juni een vrije dag in verband met het uit varen van de Schiedamse(!) haringbuizen, op 1 Mei was de school dicht in verband met de benoeming van nieuwe burgemeesters, er werd vrijaf gegeven voor varkens- en paardenmarkt, het gymnasium was gesloten tijdens de kcrmisweck, de Pinksterweek en van de dag voor Kerstmis tot de derde of vierde Januari. En dan hebben wij nog niet genoemd de Paasvacantie van drie vier weken en de zomervacantie, die ongeveer vijf weken duurde. Als extraatje bij al deze faciliteiten was er dan nog de huwelijksdag van een van de curatoren en de verjaardag van de rector. Wat wij misschien in onze dagen missen, dat is de promotie van de leerlingen in een openbare bijeenkomst, die aanvankelijk in het koor van de Grote Kerk werd gehouden en later in de kerk van het St. Jacobsgasthuis, de tegenwoordige aula van het Stedelijk Museum. In het laatst van de negentiende eeuw duiken namen op, die ook buiten het Stedelijk Gymnasium nog een bekende klank hebben. In het jaar 1893 durfde men meisjes in tè schrijven eii ging de gemeenteraad debatteren over de vraag of voortzetting van de school nog wel zin had. In 1897 verhuisde het Gymnasium van het Oude Kerkhof, uit het gebouw waarin thans het gemeente-archief is ondergebracht, naar het door de Posterijen verlaten „Blauwhuis" aan de Lange Nieuwstraat. Het was een verbetering, maar echter geen defini tieve oplossing. Hiernaar zal echter in de naaste toekomst gezocht moeten worden. Moge naast de eerbied voor het verleden (sedert 1589) ook de onderwijsbehoefte in onze zo sterk gewijzigde maatschappij in het oog worden gehouden. Schiedam kan alleen uit de beste oplossing het profijt trekken waarop het als achttiende stad van Nederland toch waarlijk recht heeft. Ticeede klasse gymnasium in 1S9Ö: slaande v.I.n.r.: II. W. A. van Toen, P. L. L. Post, R. L. Humalda van Eysinga, J. D. Speelman, J. van der Weerd, P. Zoet mulder', zittend v.I.n.r.: II. van der Mark,J. Th. Coronel, Mej. Chr. van der Hoeven, C. Bosman, W. N. van der Hout; op de voorgrond: F. L. van t Hooft en J. A. van Selms.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 14