autonome werkstukken gebleven, die zowel naar object, methode en probleemstelling weinig onderling verband te zien geven. Daarnaast is gebleken dat er ook bij het publiek veel misverstand bestaat over de manier waarop dergelijke rapporten moeten worden gelezen, geïnterpreteerd en gewaar deerd. Wat hierover in de pers is geschreven en op vergaderingen van vertegenwoor digende lichamen is gezegd, getuigt dikwijls van zeer weinig begrip, zowel voor de achtergronden van het probleem waarover het gaat, als voor de zich in ontwikkeling bevindende wetenschappelijke aanpak van een dergelijke materie. Een tweede punt wat duidelijk naar voren is gekomen bij deze grote onderzoe kingen is het inzicht in de grote verscheiden heid van het sociale jeugdprobleem. In iedere streek, in iedere stad, in ieder dorp en zelfs in iedere wijk ligt de situatie weer anders. Wil men op grond van zijn waar nemingen uitspraken en aanbevelingen doen die hout snijden, dan dient men zich tot kleinere eenheden te beperken. Het is daarom verheugend dat in verscheidene gemeenten en provincies initiatieven zijn of worden genomen tot verdere verbijzonde ring van het onderzoek naar de huidige juiste situatie van onze jeugd in zijn concrete samenlevingsvormen, te weten in plaatselijk, buurt-, school-, werk-, organi satie-, en ook vooral gezins-verband. De provincie Overijsel b.v. heeft zich laten voorlichten over de ontwikkelingsmogelijk heden van zijn jeugd die in de fabrieken werkt. De provincie Utrecht heeft iets willen weten van de betekenis van het organisatieleven voor de jeugd, levend in diverse milieus en onstandigheden. Van de gemeenten hebben o.a. Amsterdam, Breda, Amersfoort onderzoekingen laten instellen naar diverse aspecten van het jeugdleven ter plaatse, om na te gaan in hoeverre de bestaande initiatieven, al of niet met behulp van de overheid, tot grotere ontplooiing gebracht kunnen worden en daardoor een efficiëntere bijdrage leveren tot de oplos sing van het jeugdprobleem in onze samen leving. Een probleem, waarvan het duidelijk is, dat de samenleving er niet meer mee kan volstaan een beroep op kerk en overheid te doen, om de simpele reeks van maatregelen ten uitvoer te leggen, waarvan men tot nog voor de eerste wereldoorlog dacht dat zij toereikend waren. Achter dit zich manifesterend pogen om tot een verdiept en verantwoord inzicht te komen, dat als voorlopig en bescheiden antwoord kan dienen op de vraag: Maar wat dan wel, hier en nu? heeft zich ook de gemeente Schiedam geschaard. De bezorgdheid om het jeugdvraagstuk moge internationaal zijn, de stimulans tot studie en aanpak door de verschillende naties gegeven, bij de regionale en locale samenlevingen ligt de mogelijkheid dit alles in effectieve banen te leiden. En wel in de mate waarin zij er in slagen hun burgerij te brengen tot medewerking, steun, deelname aan en begrip en sympa thie voor het jeugdwerk. Want het is ten slotte het werken onder en met de jeugd in de verscheidene regionen van geloofsover tuiging, van belangstellingssfeér, van sociale geleding en nogmaals gezegd bovenal, in de regionen van het gezinsleven, dat tot uitdrukking moet brengen de bereidheid die wij hebben om op verantwoorde wijze de huidige jeugd in een volwassen samenleving te introduceren. In ons land is door een reeks publicaties in grote lijnen de visie op deze materie enigszins afgebakend. Door het initiatief van de gemeente Schiedam heeft het gesprek hierover in locale kring een bijzondere stimulans ge kregen. Moge het worden omgezet in een vruchtbare daadwerkelijkheid. Drs J. v. Hessen Rapport Maatschappelijke verwildering der jeugd en bijbehorend Bionnenboek, o.l.v. Prof. Dr M. J. Langevcld. Moderne jeugd op weg naar volwassenheid, o.l.v. Dr N. Terquin S.J. De jeugd werd niet vergetenBrandweerwedstrijden in de ISieuwe \laasstraat

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 17