r ,.lV7ff zou ilc fjrtitifj ««fir zee weer tjuun. 155 teristieke molens en oude straatjes en steegjes, vertoont hier en daar nog hiatendie toch wel moeten uorden aangevuld voordat Schiedam zich in de publiciteit gaat begeven. In de eerste plaats hebben tvij hierbij het oog op de linkervleugel en de kelderruimte van het oude St. Jacobsgasthuis, waarvan de rechtervleugel het stedelijk museum herbergt. De algehele restauratie van dit complex is slechts een kwestie van tijd, daar het besluit hiertoe reeds genomen werd. Wij zijn echter van mening, dat het niet moeilijk moet zijn voor deze ruimte een beslemming te vinden, bevorderlijk voor het vreemdelingenverkeer en nauw verband houdend met de suggesties, die hieronder in overweging worden gegeven. En dan ontbreekt er nog iets. Schiedam kan zich gelukkig prijzen een 4-tal zeer fraaie korenmolens te bezitten, ten opzichte van el kaar zeer gelukkig gelegen. Een ervan is echter indertijd uit zuinigheidsoverwegingen die meermalen de wijsheid bedriegen zwaar verminkt. Het lijkt ons, en niet alleen voor de V. V. V., een dringende noodzaak dat deze molen thans in de oude luister wordt hersteld. Rotterdam betreurt en wij met haar het afbranden van de Oostmolen, een molen van hetzelfde type als de onze, en stelt terecht alles in het werk om tot herbouiv te komen. Wij beschikken, indien de restauratie van de Noordmolen zou kunnen xcorden verwezen lijkt, dan over een complex van 3 gelijksoor tige molens, die van één centraal punt uit, dal te vinden of te scheppen moet zijn een prachtige aanblik zullen opleveren. De Wal vismolen ligt iets terzijde en blijft dus buiten beschouwing. Het zal dan tevens wel mogelijk zijn hel zo te regelen, dat op bepaalde dagen en uren alle molens tegelijk draaien. Zou dit te organiseren zijn in nauw ver band met het Gedistilleerd-museum waar uiteraard een model van deze molens te zien moet zijn en hun functie ook verklaard moet worden en zou tevens om en in het pittoresque Zakkendragershuisje iets uit de oude tijd op dezelfde uren kunnen herleven dan moet het niet moeilijk zijn in de naaste toekomst zeker zoveel vreemdelingen naar Schiedam te trekken, als Alkmaar thans doet. Dan eerst zal V. V. V. Schiedam, die thans nog zeer voorzichtig dient te manoeuvreren, de vleugels breed kunnen uitslaan ten gunste van Schiedam en zijn imconers. H. A. M. ROEL A NTS HE It It IT f EltllOOX 1769-1854 Wie de Koemarktbrug overgaat, bevindt zich in de Gerrit Verboonstraat. 't Is waarschijnlijk het drukste stukje weg in Schiedam. Niet zo erg opvallend, maar wel erg belangrijk. Zo is het ook geweest met de man, waarnaar het stadsbestuur de straat noemde. Gerrit Verboon was een man, die in het laatst van de achttiende en tot het midden van de negentiende eeuw zijn stempel op het onderwijs in deze stad heeft gedrukt. Drie en zestig jaar lang was hij het hoofd van de scholen, waarop het merendeel van de Schiedamse jeugd, d.w.z. de armsten, onderwijs kreeg. Onze tegenwoordige gemeente-archivaris, drs P. Th. J. Kuycr, heeft ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Gerrit Verboon een en ander opgediept uit de historie en ons nog eens duidelijk gemaakt hoezeer Schiedam in de dagen van Gerrit Verboon een centrum was voor het vooruit strevende onderwijs in Nederland. „Een biograaf zou hier een dankbare taak vinden," schreef drs Kuyer, die wijst op de groeiende belangstelling van de overheid voor het onderwijs in die dagen, de weerslag van de staatkundige gebeurtenis sen op het plaatselijke leven, in het bijzonder de politiek en niet te vergeten de economi sche bloeiperiode, een van de grootste in zijn historie, die Schiedam toen doormaakte. II El HU EE EX BRAXDIXE „Toen hij een kind was, heeft de zee zijn hart betoverd. Aan haar verloor hij toen al zijn vriendschap, zijn vrijheid, zijn liefde. En al zijn dromen en verwachtingen van het leven." Dit schrijft de dichter Jan W. Jacobs als inleiding van zijn voorwoord bij een nieuwe bundel gedichten van onze stadgenoot Cor Don. Raker had hij de figuur van deze oud-Vlaardinger, die nu een bovenhuis aan de smalle Hoogstraat van Schiedam bewoont, niet kunnen schetsen. Want Cor Don mag dan dagelijks in Schiedam en Vlaar- dingen de smalle trappen van de toren beklimmen om daar hoog boven de stad de klokken hun deuntjes te laten klingelen, in heel zijn wezen is hij de zeeman gebleven, wiens hart naar de golven hunkert en die in de wijde verten van het Hollandse polderland iets terug poogt te vinden van de onmetelijke einders van de zee. Onze Cor Don dan de Ylaardingers zullen het ons moeilijk kunnen vergeven heeft op een dertigtal pagina's in klare dicht regels, die niets te vragen overlaten, zijn liefde voor dat dagelijks weerkerende ontmoeten tussen mens en element neergelegd. Wat zou ik graag naar zee weer gaan Aan boord de stagen grijpen Een wachttorn aan het roerrad staan De gladde spaken knijpen. En turen naar de kimeen ster in stil en vreemd verwachten In 't peilloos ruim zo diep en ver vol onbedwingbare krachten Waarom koos ik een ander vak? Een vrouw en zoveel plichten? Er wacht geen reis t onttakeld wrak die t anker niet mag lichten. Op ieder schip sta ik aan boord tot niets blijft na te staren. 'k Weet dat mijn lichaam land behoort Maar t hart zal altijd varen. „Heimwee en Branding", verzen van Cor Don. Uitg. Dorsman en Odé, V laardingen. f 1,75.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 15