In Kettiel wonen nog molenmakers 158 In het telefoonboek vindt u achter de naam H. v. d. Loo het volgende molenmaker, taxateur, Schiedamseiveg 52. Zo belandden we in Kethels landelijke rust en via een smal bruggetje in de even rustige huiskamer van de man met het unieke beroepWant molenmakers loopt u beslist niet dagelijks tegen het lijf. Een stapel turfdikke foto-albums lag al gereed en onder geleide van onze gastvrije gids zaten we in minder dan geen tijd midden in molenland. De koffie stond nog te dampen, toen we al leerden dat Nederland op het ogenblik nog 1200 molens heeft, dat vele daarvan met overheidssteun in stand worden gehouden en dat onze Kethelse molenmaker zijn dagtaak vindt in het restaureren en op peil houden van dit oer-vaderlandse landschapsbezil. Hoe de heer v. d. Loo molenmaker is geworden? Men kan even goed vragen, waarom de zoon van de dokter de medische richting is uitgegaan, maar het staat wel vast dat de familie v, d. Loo al geslachten lang in allerlei takken van bouwerij verdienstelijk is geweest. Met het molenbouwcn is een van de voorouders vroeg in de 19c eeuw begonnen, maar veel wijzer werden wij daarom trent niet. „Schrijf maar liever over de molens zelf!" kregen wij op onze vragen te horen. En dat willen we graag doen. In vogelvlucht dan, want de enthousiaste expert heeft ons in luttele uren zo ontzaglijk veel foto's en briefkaarten uit zijn enorme verzameling getoond en hij heeft daarbij zóveel wetenswaardigs verteld, dat heel het blad niet voldoende zou zijn om alle stof te bevatten! Natuurlijk ging onze aandacht in eerste instantie uit naar de plaats, die molens in het Schicdamse stadsbeeld hebben ingeno men en zo zaten we al gauw met onze neus op een serie oude prenten, die bij bejaarde stadgenoten stellig een gevoel van melancholie zouden verwekken. Want daar stonden we opeens in het jaar 1900 op de Koemarkt en langs de Broersvest priemden de fraaie silhouetten van drie legendarische molens in de lucht: de Washington, de Eendracht en de Batavier. Slechts de stompe peperbus op de hoek van Broersvest en Lange Kerkstraat herinnert vandaag nog aan de machtige male rijen van weleer. De oude Van der Touw, enkele jaren geleden aan de Raam overleden, was een halve eeuw terug molenaar in de Eendracht; hij had ons uit die tijd stellig heel wat interessants kunnen vertellen. Wij hebben meer Schiedamse molens gezien in het unieke album van de heer v. d. Loo. Wij hebben kunnen constateren hoe de molen „De Ploeg" bij het Hoofd een heel ander aanzicht gaf aan dit deel van de stad en we hebben de oude Halve Maansbrug aanschouwd tegen het pittoreske decor van de stenen korenmolen van Bregman. En boven de houtzagerij van v. d. Eist prijkten op een dierbaar plaatje de wijde wieken van de „Burgemeester Knappcrtmolcn", waarvan nu alleen de onderbouw nog zichtbaar is. Is het wonder, dat de heer v. d. Loo met weemoed spreekt over Schiedams molenrijkdom in vroeger dagen? Is het wonder, dat hij een groot deel van zijn liefde voor de gewiekte bouwsels be steedt aan de zorg voor de laatste drie „Mohikanen".... de Walvis, de Vrijheid en de Drie Koornbloemen? „Prachtmolens zijn dat", zegt hij, „en gelukkig in prima staat. Ik heb in de laatste vijf jaar o.a. een nieuwe kap gezet op de Walvis en de Vrijheid en ook het verdere reparatiewerk ver richt. De gangwerken zijn vernieuwd, evenals de maalstenen en de machinerieën en er wordt regelmatig controle gehouden op alle onderdelen, die aan slijtage onderhevig zijn. De Noordmolen valt erbuiten, maar dat wil niet zeggen dat van der Loo niet weet hoe het met deze molen gesteld is. „Hij ziet er nog uitstekend uit", is zijn oordeel over de nog in gebruik zijnde romp. Wist u dat De Vrijheid tot het eind van de laatste oorlog nog „klusjes" heeft gemaald? Paardcnboncn en duivenbonen voor de eenheidssoep en kleine hoeveelheden koren.Er waren zoveel klanten te bedienen, dat de deuren extra versterkt moesten wor den, ook met het oog op inbraak! Minder goed is het gelopen met de watermolen van de Nieuw- landsepolder, bij de onbewaakte overweg. V ant bij wijze van wraak staken de Duitsers er op 5 October 1944 de brand in.... Repareert en restaureert de heer v. d. Loo uitsluitend? Hij komt te voorschijn met een album, waarin plaatje voor plaatje het bouwverhaal wordt verteld van de molen in Schipluiden. Die molen, De Korpershoek genaamd, brandde in de laatste oorlog geheel af en men besloot er een andere voor op te bouwen. De keuze viel daarbij op De Jonge Pieter, een fraaie molen aan de Leimuidense Drecht, die door de heer v. d. Loo en zijn mannen stukje bij beetje werd afgebroken en in Schipluiden weer werd opgebouwd. „Het was een van mijn grootste karweien", vertelt de molen maker, „en wc zijn er meer dan zeven maanden mee bezig geweest_ Webegonneninhetvoorjaarvanl950eninNovembervan dat jaar maalde De Jonge Pieter al het eerste meel op Schipluidense grond!' We bekeken een van de bouwreportage-foto's wat nauwkeuri ger, omdat we zagen dat met man en macht gesjouwd werd aan een enorme molen-as. „Zes meter lang was dat dingetje", lacht de heer v. d. Loo, „en het woog een ton of drie en een half! En weet u wat ook leuk was bij dit werk? De gcvelbalk! De zogenaam de „baard". Die hebben we zelf gemaakt in onze werkplaats, met beeldhouwwerk en al, het was een prachtig werkstuk, 4| meter lang en van solide eiken. Nu prijkt die „baard" pal onder de kap, ga maar kijken in Schipluiden!" En zo zaten we te luisteren en te kijken bij de man, die van z n leven een molenlevcn maakte. Hij verklaarde ons het verschi tussen wipmolens en paltroks, tussen standaardmolens en 8-kante molens, watermolens en korenmolens. Hij vertelde ons, dat hij dezer dagen met z'n vakbekwame personeel naar Vlaardingen zal gaan, om daar de „peperbus te herbouwen. En hij maakte ons duidelijk, dat er vrijwel geen molen staat tussen Zierikzee en Sappcmeer, Den Burg en Den Bosch, waarvan hij geen foto heeft of de geschiedenis niet kent. Toen we de huiskamer van deze molenmaker en molenminnaar verlieten, na een laatste blik geworpen te hebben op de Delfts blauwe bordjes (met molens) en de oud-Hollandse tegeltjes (met molens), toen zagen we aan de kim het silhouet van Schiedam met de vier overgebleven molens, die we echter met des temeer zorg hebben te omringen. W. O. DUYS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 18