190 Het was onvermijdelijk, dat een zo overheersende en tegelijkertijd zo uit zonderlijke industrie als waarvan de jene- verstad bestond en die haar in een be paalde periode een grote mate van mate riële welvaart had geschonken, zowel het uiterlijke karakter als het lot van Schie dam zou bepalen. Het toonaangevende brandersbedrijf begunstigde de opkomst en bloei van verschillende nevenbedrijven, waarvan echter het wel en wee ten nauwste samenhing met de gang van zaken van het eerste en hierdoor was de conjunctuur van de hele stad hoogst gevoelig geworden. Men had er alles op één kaart gezet. Het voorgaande nummer van „De Schiedamse Gemeenschap", gewijd aan de molens, die eertijds in groten getale een sieraad van de stad vormden, geeft daarvan een van de meest sprekende voor beelden en de cijfers, daarbij vermeld. tonen duidelijker dan welke beschouwing ook, hoe hachelijk deze nauwe koppeling is geweest. Uiteraard geldt hetzelfde voor de mouterijen, de kuiperijen, het slepers- bedrijf en alles wat verder zo al georiën teerd was op de fabricatie van het geestrijk nat. Het kon niet anders, of ook deze on dernemingen werden dodelijk getroffen, toen de concurrentie der spiritusfabrieken de moutwijnbereiding lam legde. Een alge hele verkommering besloop toen als een moordende epidemie de jenéverstad en tastte al direct haar uiterlijk aspect aan. Ook de woonwijken der welgestelde bur gerij, omdat ook daar branderijen stil kwamen te staan, die de achteruitgang duidelijk demonstreerden. Als er in het Schiedam van de vorige eeuw, in de welvaartsperiode goed te ver staan, al bouwverordeningen bestonden, van een planmatige stedebouw blijkt al bitter weinig. De heren branders, niet las tig gevallen door schoonheids-, gezond heids-, of welstandscommissies, doch le vend in het tijdperk van het „vrijheid, blijheid" der liberale begrippen (voor de werkgevers), hadden de bron van hun inkomen graag dicht bij huis en zagen er niet tegen op (en het kwetste noch hun aesthetisch noch hun sociaal gevoel, voor zover zij dit bezaten), dat hun drankfabriek in de onmiddellijke nabijheid van hun vaak voorname woning stond, er in ieder opzicht een schrille tegenstelling mee vormend. Al bezit Schiedam nog altijd enkele voorbeelden van pakhuisgevels van fraaie architectuur, het uiterlijk der branderijen weerspiegelde de naargeestig heid van haar interieur in een vrijwel vast staand type. De ontsiering en het twee slachtige karakter van de in opzet „def tige" Lange Haven, klaarblijkelijk bedoeld

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 26