»Het Volkshuis» op de grens van twee werelden
228
Vroeger Volkshuis nu Gemeente-Bibliotheek
vergadering van het Nut, met een gunstig advies van het bestuur.
Het ging echter minder vlot dan waarschijnlijk was verwacht.
Enkele leden n.l. waren bang dat onrust, ontevredenheid, opge
wondenheid, botsingen enz. het einde zouden zijn. „We leven
tegenwoordig hier zo rustig, laat dat zo blijven. De conservatieve
leden van het Nut maken zich werkelijk bezorgd over al die plan
nen en over de richting die het Nut tegenwoordig inslaat."
Desondanks viel toch het besluit tot uitvoering over te gaan en
daartoe een commissie samen te stellen. Het te stichten Volkshuis
zou echter een geheel zelfstandig lichaam moeten worden met een
bestuur van personen van onderscheiden geloof, richting en stand.
Bruisende activiteit
Na veel voorbereidingen kon de inmiddels opgerichte vereni
ging het „Volkshuis" haar gebouw van die naam op 2 November
1896 in het gehuurde pand Lange Haven 55 feestelijk openen met
een ledental dat naar de 300 liep.
Het gebouw bevatte enkele niet grote vergaderzalen, een ont
spanningszaal en een leeszaal. Ook had men de beschikking over
een, voorlopig nog kleine, uitleenbibliotheek. Het bestuur bestond
uit Mej. E. Maas en de heren M. C. M. de Groot, dr W. A. Lehman
deLehnsfeld, J. H. van Westendorp JDzn.,M. Bakkes, J. Kooren
gevel, Joh. Plooy Jzn., G. W. Snel en A. van Waart.
De doelstelling werd in de statuten aldus omschrevende
volksontwikkeling en de verbroedering, door persoonlijk verkeer,
van de standen der samenleving".
Direct werd begonnen met het organiseren van ontwikkelings
cursussen, die later belangrijk werden uitgebreid. Zo vinden wij ver
meld cursussen voor: staathuishoudkunde, houtsnijden, tekenen,
boekhouden, stenografie, moderne talen, Nederlands, lezen,
schrijven, algebra, meetkunde, wiskunde, natuurkunde, alg. ge
schiedenis, sociologie, electriciteit, gezondheidsleer, e.h.b.o., gym
nastiek, schaken.
Konden oorspronkelijk alleen leden deelnemen, al vrij spoedig
werden de cursussen ook opengesteld voor niet-leden. Sommige
cursussen moesten door afnemende belangstelling soms vrij
spoedig worden opgeheven, andere bleven bestaan.
In de loop van het jaar 1893 kwamen bestuursleden van 'n acht
tal werkliedenverenigingen bijeen met enkele vooruitstrevende
ingezetenen, waarschijnlijk uit de liberale „meer-gegocde" kring
van de bevolking. Zij waren van mening dat, in navolging van
andere steden, Schiedam op grond van zijn grote arbeidersbevol
king een centrale instelling tot ontwikkeling en standenverbrocdc-
ring dringend nodig had.
Kennelijk brak hier van de kant der beter gesitueerden de
„solidariteits-grondslag" van de latere vrijzinnig-democraten baan
uit het liberalistische individualisme.
Op die vergadering nu waren allen met het voorgestelde plan
ingenomen en ook in eigen kring werd daarna de zaak met grote
instemming begroet. Afgevaardigden werden aangewezen ter
verdere gezamenlijke uitvoering. Na een bezoek aan verschillende
steden ontwierp men een concreet plan, met als doelstelling:
al wat in Schiedam reeds aan de verbetering van maatschap
pelijke toestanden zich wijdt, te hulp te roepen-
.aan die krachten kan ons „Volkshuis" (aldus zou de naam van
vereniging en gebouw luiden) dan een gemeenschappelijk dak
bezorgen."
Eind 1893 werd de zaak door enige leden van de Maatschappij
tot Nut van het Algemeen in een bestuursvergadering ter sprake
gebracht met de bedoeling dat die vereniging de verdere door
voering ter hand zou nemen. Inmiddels was gebleken, dat aan
katholieke zijde overwegende bezwaren tegen deelname bestonden
en ook de rechtzinnige protestanten een teruggetrokken houding
aannamen.
Op 7 December 1893 werd het plan voorgelegd aan de lcden-
Ook werden tentoonstellingen en lezingen, al dan niet gevolgd
door excursies, gehouden. Voor leden en hun huisgenoten waren er
de drukbezochte muziekavondjes, waarop ter afwisseling werd
voorgedragen.
Een rcisclubje was geen lang leven beschoren; daarmee liep
men waarschijnlijk te ver op de ontwikkeling vooruit. Natuurlijk
ontbrak de voor die tijd blijkbaar onmisbare debating- en decla
matieclub niet.
Onderafdelingen der vereniging vinden wij o.a. in de oprichting
van een mannenkoor „Crescendo" en in de ten onzent vandaag zo
bekende en bloeiende gymnastiekvereniging „T.H.O.R."
Belangrijk was eveneens het streven op het gebied van de
floralia. Nadat aan 600 deelnemers ruim 850 plantjes ter ver
zorging waren uitgereikt, werd na verloop van tijd een tentoon
stelling gehouden. Daaruit ontstond een onderafdeling „Floralia".
De jeugd werd evenmin vergeten. Met veelal niet gering succes
werden kinderclubjes opgericht voor het beoefenen van verschillen
de vormen van handenarbeid, waarvan de resultaten jaarlijks
werden tentoongesteld. De opbrengst diende voor een uitstapje of
een gezellig avondje.
In de stichting van een vereniging tot het houden van voor
drachten met lichtbeelden, zowel voor de jeugd als voor ouderen,
had het Volkshuis een groot aandeel.
Gezellige avonden voor arbeidende meisjes en dienstboden
werden tevens benut oin hen op ongedwongen en voor hen be
grijpelijke wijze met de cultuur in nauwer contact te brengen.
Tenslotte en dat zeker niet als minder belangrijk moeten