De Schiedamse
Gemeenschap
Het zevende he pin
5
ORGAAN VAN DE STICHTING „DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP" 7e JAARGANG No. 1, MAART 1955
Als wij van de financiële experts dezer Gemeenschap niet het
verzoek hadden ontvangen om elders in dit blad aandacht te
vragen voor vlotte betaling van de abonnementsgelden, dan
zouden wij er nauwelijks bij hebben stilgestaan, dat dit nummer
alweer het eerste is van de zevende jaargang.
De zevende jaargang! Het kost waarlijk enige moeite om zich te
realiseren, dat sedert Maart 1949 zestig Schiedamse Gemeen
schappen hun weg gevonden hebben naar belangstellende lezers
in en buiten de stad. Zoals bet destijds moeite kostte om de vele
sceptici ervan te overtuigen, dat er inderdaad behoefte bestond
aan een blad als dit, waarin stedelingen èn buitenstaanders van
maand tot maand kennis konden nemen van leven en streven in
Schiedam.
Wie er het allereerste nummer op naslaat, zal echter géén
scepticisme vinden in een „Ten Geleide", dat speciaal voor die
gelegenheid werd geschreven door onze burgemeester en ere
voorzitter, Mr J. W. Peek.
„Het is een gelukkige gedachte van de Schiedamse Gemeen
schap", zo schreef hij zes jaar geleden, „om te besluiten tot de
uitgave van een periodiek, dat tot doel heeft bij de inwoners en
naar buiten meer belangstelling te wekken voor het leven en
werken van Schiedam en de aandacht te vestigen op de vele
mogelijkheden, die voor onze zich zo sterk ontwikkelende stad
openliggen."
Het wès een gelukkige gedachte. Niet alleen omdat dit blad
gedrukt kon worden in een Koninklijke drukkerij, waar men de
uiterste zorg besteedde aan typographic en afwerking, zodat het
al spoedig de naam kreeg een der fraaiste in z'n genre te zijn.
Maar óók en vooral omdat inderdaad gebleken is, dat de voor
gaande zestig nummers voor Schiedam en deze Gemeenschap
méér propagandistische waarde hebben gehad dan wij misschien
ooit hadden durven dromen.
Dat u vandaag deze regelen leest en wij nu reeds stof en plannen
genoeg hebben voor de hele zevende jaargang, bewijst voldoende,
dat de ontwikkeling van Schiedam nog steeds in volle gang is,
materieel èn cultureel. Wij hopen er de komende twaalf maan
den wederom uw belangstelling voor te kunnen wekken.
Wanneer we de zaken nu eens even niet louter redactioneel
bekijken, moeten we constateren, dat er ook op ander gebied
reden is om van „het zevende begin" te spreken. De maanden
Februari en Maart kenmerken zich, ook buiten de natuur om,
als een periode van lente in de Gemeenschap, van nieuw leven
en frisse groei.
Het is alsof na de lange wintermaanden, waarin slechts een
enkele bijeenkomst in SG-verband de samenhang der verschil
lende afzonderlijke verenigingen accentueerde, er nu opeens weer
collectief alle aandacht is voor de naaste toekomst.
Naar buiten is dit nog niet zo duidelijk merkbaar, maar in de
diverse secties gonst het van de bedrijvigheid en groeien de
plannen als knoppen in de kastanjes.
Hier wordt de viering van de Bevrijdingsdag voorbereid, ginds
zet men een groot muzikaal concours op touw en weer elders
beraamt men plannen voor de recreatie van jeugd en ouderen.
Om maar niet te spreken van het Vacantiecomité, dat al tot over
de oren in het werk zit om van het Vacantiefeest 1955 het zoveelste
evenement te maken. U hoeft deze pagina maar om te slaan om
precies te lezen op welke fronten gepraat, gepiekerd en gecijferd
wordt
En hoe chaotisch de interne situatie momenteel ook moge
lijken, U kunt er van op aan dat er straks, zowel in Mei als in
Augustus, weer een uitvoerige feestgids van de persen zal komen
en het stadgenoten en buitenstaanders moeilijk zal vallen een
keuze te maken uit de talloze aantrekkelijke gebeurtenissen!
Misschien is het goed om er nog eens de aandacht op te ves
tigen dat nu reeds, vele maanden vóór de verschillende festivi
teiten, zovelen hun tijd en aandacht geven aan de voorberei
dingen. Zij doen dit geenszins uit eer- of winstbejag en hun
werk voor stad en burgerij geschiedt doorgaans in anonimiteit.
Toch zijn zij het, op wier schouders het grote Gemeenschaps-
werk rust en wij mogen dankbaar zijn, dat Schiedam heel wat
van die trouwe, onbaatzuchtige, enthousiaste plannenmakers
en-uitvoerders telt. Waren zij er niet, er zou van een „zevende
begin" geen sprake kunnen zijn!
Tenslotte nog even terug naar het startpunt onzer voorjaars
escapades: ook praetisch betekent dit eerste nummer van de 7e
jaargang een nieuw begin voor ons.
Door het vertrek van H. Visser is er enige wijziging gekomen
in de redactie en wellicht zal door de andere leiding ook een iets
andere wind in deze kolommen gaan waaien.
Het zal daarbij vele lezers verheugen, dat de kroniek van het
Schiedamse leven voortaan geschreven wordt door Sebastiaan,
de man, die al vele jaren de belevenissen van Wietje Kwetter
voor ons uit „het mus" vertaalt.
Door het vertrek van Lissone Lindeman is verder de linker
vleugel van ons gebouw in de Plantage vrijgekomen en dankbaar
in gebruik genomen door de VVV. Wij stellen ons voor aan het
belangrijke werk dezer nog jonge instelling regelmatig aandacht
te schenken.
En wat de verdere noviteiten betreft... die krijgt u vanzelf
onder ogen. We staan immers pas aan het zevende „begin"!
D.