AFSCHEID
Wel nergens fleurde minder groen
dan langs het Groene Weegje.
Naar 't Spinhuis liep geen juister pad
dan 't grauwe Spinhuispad.
En in de teerstoof was de teer
niet zwarter dan het steegje,
dat nog „Achter de Teerstoof" heet,
der dagen al te zat.
Raakt men ter Zijlstraat ooit verzeild
zonder het te besterven1
Verbrandteen vuur ooit overijld
ten tweeden maal' die Erven
Straks zal dit alles niet meer zijn
Beul, maak het kort; toch doet het pijn.
Het had hem zeer getroffen, dat zovelen naar de Aula gekomen
waren en meer nog, dat men zijn echtgenote nauw bij de gebeur
tenis had betrokken, door haar composities te laten vertolken.
„Het is geen valse bescheidenheid", zo ging hij voort, „wan
neer ik mijn eigen litteraire oeuvre niet zo belangrijk noem.
Schrijven is immers louter een gave, die men slechts ten dele
kan cultiveren. Er bestaan scholen om het toneelspel en de
schilderkunst te leren, maar nergens kan men leren hoe een roman
geschreven dient te worden. Alle letterkundigen zijn feitelijk
auto-didacten. Bovendien heb ik heus niet zoveel geproduceerd.
Ik schrijf al meer dan veertig jaar en toch heb ik maar 25 boeken
gepubliceerd en daar zijn héle dunne bij! Goethe schreef wel
45 dikke delen en Voltaire zelfs 300, al wil ik mij overigens niet
op één lijn stellen met deze illustere figuren.
En daarom vind ik het zo plezierig deze onderscheiding te
mogen ontvangen voor mijn Schiedamse verdiensten en niet als
litterator. Ik voel mij inderdaad Schiedammer, méér dan Hage
naar. Immers, de stad waar men werkt is veel belangrijker dan
de stad waar men slaapt. En ik werk hier nu al meer dan veertig
jaar.
Ik houd van deze stad, zij heeft mij altijd gefascineerd, sedert het
moment dat ik in haar silhouet, van uit de trein, twee vurige
lichten ontwaarde. Dat was in 1896 en later bleek, dat ik de
ovens van de glasfabrieken had aanschouwd. Ik ben het beeld
nimmer kwijtgeraakt."
Deze gebeurtenis vindt men magnifiek beschreven in „Verbrande
Erven").
MOOIE STAD
„Ik vind Schiedam ook een móóie stad, er is zeer veel schoons
de Kerk aan de Lange Havende Lange Haven in z'n geheel
deze aula en zoveel meer.
Alleen daarom al verdient Schiedam méér aandacht en méér
bezoek, vooral nu het zich ook prachtig harmonieus ontwikkelt.
Het wordt een model-stad, waar het goed leven is en voor de
burgerij hoop ik dat de Schiedamse Gemeenschap, een voor
treffelijke instelling, nog eeuwen moge groeien en bloeien!"
Met die woorden besloot Mr Bordewijk het officiële gedeelte
van deze aan hem gewijde avond. Maar wij zouden onvolledig
zijn, indien wij geen woorden van waardering wijdden aan de
kunstenaars, die een en ander met woorden en muziek luister
bijzetten.
Dat waren Mevr. A. van Veldhoven, die zes liederen van Me
vrouw Bordewijk gevoelig ten gehore bracht, Mevr. L. Deurvorst,
die haar voortreffelijk begeleidde en ook als soliste excelleerde
en tenslotte Jac. van Elsacker. Men heeft bijzonder genoten van
de perfecte wijze, waarop deze vitale voordrachtskunstenaar
enkele vertellingen van de onderscheiden auteur gestalte gaf,
van het navrante „Mevrouw Buljé" tot de kostelijke parodie
„De laatste eer."
En zo werd het als geheel een Valcntijns-avond om louter
goede herinneringen aan te bewaren.
W. O. DUYS
GIJS BERKELAAR
.niet zwarter
dan het steegje
dat nog Achter
de Teerstoof "heet.