■H' fKgl MUSEUM WIJST SCHIEDAM DE WEG .1. 121 - 1 Op de scholen wordt al meer aandacht geschonken aan de culturele vorming van het kind. Rondleidingen door musea zijn niet ongeivoon meerhet bezoek aan belangrijke tentoon stellingen wordt gebruikelijk. Onze musea tvorden, om het nu eens populair te zeggen, gedemocratiseerd. Het is deze weg, die door de museumdirecties wordt aangemoedigd. ABONNEMENTEN Het Stedelijk Museum te Amsterdam heeft, voortgaande op deze weg, reeds aanzienlijke resultaten geboekt. Onder de leuze: museumbezoek moet mogelijk zijn voor iedereen, stelt het abonnementen beschikbaar voor jongeren, stu derenden, onderwijzend personeel en groepen van 25 personen. Rondleidingen voor volwassenen vinden elke Woensdag- en Zaterdagmiddag plaats. De rondleidingen voor de kinderen begonnen kort 11a de oorlog. Na vele experimenten werd in 1949 een aanvang gemaakt met systematische rondleidingen van de hoogste klassen van bet lager onderwijs, onder leiding van de gemeentelijke museumcommissie. De rondleiders zijn bij voorkeur schilders. In het seizoen 1952/53 waren er 84 klassen, 840 rondleidingen en 16.800 bezoeken. In dat zelfde jaar werd begonnen reproducties beschikbaar te stellen voor scholen. Ook werden tentoonstellingen van reproducties in scholen georganiseerd. Bovendien kent men daar het systeem van de draadloze rondleidingen. Uit verschillende tentoonstellingen, gehouden van kin dertekeningen en van groepstekeningen van kinderen, ontstond de nutsvolksschool voor beeldende kunst, die elke Woensdag- en Zaterdagmiddag kinderen in het museum gelegenheid geeft zich te uiten met plastische middelen. Uit een overeenkomstig initiatief ontstond de Werkschuit. Voorts organiseert de culturele vereniging van het per soneel van dit museum onder eigen leiding bijeenkomsten en excursies in binnen- en buitenland. Zo werden talrijke musea, tentoonstellingen en bedrijven bezocht. VERNUFTIG SYSTEEM Een vergelijking tussen het Amsterdamse en het Schie- damse Stedelijk Museum gaat moeilijk op. Om deze vergelij king is het mij ook niet begonnen, wel om de gedachten en initiatieven, welke ik buitengewoon waardevol vind en welke, met kleine veranderingen en variaties, in Schiedam kunnen tvorden toegepast. Trouwens, ook van de volgens moderne maatstaven bijzonder doelmatige inrichting is veel te leren. Het opberg systeem van kunstwerken is al zeer vernuftig. Het is een zaak, die in Schiedam misschien nog lang niet aan de orde is, maar wel de moeite waard om er kennis van te nemen. De schilderijen worden op uitschuifbare rekken opgehangen als postzegels in een album, de beeldhouwwerken in vakken geplaatst en de afficheverzameling opgehangen aan stalen buizen. Op deze wijze kunnen 5.700 schilderijen, 9.000 voorwerpen van oude en moderne kunstnijverheid en 6.000 affiches in een betrekkelijk kleine ruimte bewaard worden. Interessanter is dat in twee grote zalen de korte wanden gesloten zijn en de lange wanden geheel van vensters voorzien; er is geen bovenlicht. Het licht, dat door de grote vensters naar binnen stroomt, wordt door jalouzieën getemperd. Deze jalouzieën kunnen het licht geheel of gedeeltelijk buitensluiten, of ook alleen de benedenhelft der ramen bedekken, zodat hoog zijlicht wordt verkregen. De kunstverlichting in de benedenzaal is indirect; in de bovenzaal zijn twee lange lichtstroken ter weerszijden van het plafond aangebracht, zo dicht mogelijk bij de vensters, zodat het licht 's avonds uit dezelfde hoek valt als overdag. Beide zalen kunnen door verplaatsbare schotten worden verdeeld. Verlichting en indeling zijn zo elastisch mogelijk gehou den, opdat de ruimten zich telkens soepel aan de aard van de tentoonstelling aanpassen. Voorts is er een koffiekamer en een bibliotheek voor moderne kunst. VELE MOGELIJKHEDEN Het is ruim veel, deze opsomming. Ze zal iedere werke lijke museumliefhebber doen watertanden. Ik meen de er melding van te moeten maken om u een indruk te geven van wat er allemaal zou moeten gebeuren om van het Stedelijk Museum in Schiedam een instelling te maken, die voor haar taak is berekend. Het is een blik in de toe komst. Voorbeelden als deze zijn daarom onmisbaar. Want zelfs al zullen de veranderingen van bescheiden om vang moeten zijn, dan ligt hier een leidraad die van groot nut zal kunnen zijn. Wie het aangaat, neme er kennis van. Het vroegere Gasthuis aan de Hoogstraat, het moge een oud gebouw zijn, heeft vele mogelijkheden. Als wij met onze tijd willen meegaan, zullen wij deze moeten gebruiken. L. W. SCHMIDT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1955 | | pagina 13