Niet sollen
met de
vlag
161
Schiedams
Het komt nogal eens voor, dat bedrijven, ver
enigingen of particulieren, die naar aanleiding
van een feestelijke gebeurtenis willen vlaggen,
zich afvragen: hoe ziet onze stedelijke vlag er nu
eigenlijk uit? Wanneer mij deze vraag werd
voorgelegd, antwoordde ik wat ieder Uwer ge
antwoord zou hebben, n.l. dat zij zes banen
telde, afivisselend geel en zwart, de gele baan
boven.
Maar, zo vroeg men dan soms verderIs deze
vlag ooit officieel vastgesteld? Hier moest ik het
antivoord schuldig blijven. De Hoge Raad van
Adel stelt wel in hoogste instantie de stedelijke
wapens vast en het huidige Schiedamse ivapen
is dan ook bij besluit van deze Raad d.d. 24 Juli
1816 officieel erkend. Maar een landelijk college
dat bepaalt hoe de plaatselijke vlaggen er uit
zullen zien, bestaat niet; zulks behoort tot de taak
van de gemeenteraad. Een raadsbesluit betreffen-
de de Schiedamse vlag was mij echter onbekend
en derhalve moest ik mij beperken tot de mede
deling, dat onze vlag in haar bovenvermelde
gedaante de algemeen gebruikelijke en dus blijk
baar ook wel de van hoger hand erkende was.
Enige tijd geleden evemvel heeft een nader
onderzoek wat meer licht in deze zaak gebracht
en het resultaat zij hier in korte woorden vermeld.
Ongeveer een eeuw geleden gaf de F ranse regering aan haar
kapitein-luitenant-ter-zee Le Gros de opdracht een werk
samen te stellen over de vlaggen die bij de verschillende
naties in gebruik waren. Le Gros toog op informatie uit
en wendde zich o.a. ook tot de Nederlandse gezant in
Parijs. Deze nam terzake contact op met onze regering,
waarna de minister van Binnenlandse Zaken, Ridder van
Rappard, de Commissarissen des Konings in de provinciën
aanschreef.
Zo vinden wij dan in ons archief een brief van de Com
missaris des Konings in Zuid-Holland d.d. 25 Februari 1857
met het verzoek aan B. en W. hem te willen meedelen, of
er te Schiedam een plaatselijke vlag bestaat en zo ja, hem
daarvan „eene gekleurde afteekening te doen geworden".
In het afschrift van het antwoord van B. en W. d.d.
3 Maart 1857 lezen wij dat Schiedam inderdaad een eigen
vlag voert „waarvan de gekleurde afteekening hiernevens
gaat".
Deze „gekleurde afteekening" kwam ten slotte voor de
dag uit het archief van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken van 1857 en zij bleek geheel conform aan de vlag,
die wij heden ten dage bij feestelijke gebeurtenissen nog
als de stedelijke laten wapperen, dit tot opluchting van al
degenen die reeds zo'n dundoek in hun bezit hebben. Om
volledig te zijn: de lengte van de vlag bedraagt op de
afbeelding 25 cm, de hoogte 14 cm.
Het betreft hier dus niet wij moeten dit goed voor
ogen houden een officiële vaststelling in een raadsbesluit
van de plaatselijke vlag. Maar wèl mag men het schrijven
van B. en W. aan de Commissaris des Konings aanmerken
als de officiële erkenning van de toen gebruikelijke vlag
als de Schiedamse vlag. Dat deze vlag al zeer lang, wellicht
al eeuwen, vóór dit tijdstip in gebruik is geweest, lijdt geen
twijfel, maar de vraag was hier juist naar een officiële
vaststelling of erkenning, en het antwoord daarop is
voorshands pas in de brief van B. en W. van 1857 te vinden.
Voorshands, want misschien brengt de toekomst ons nog
eens een ouder document onder ogen. Over de oorsprong
van de kleuren die in nauw verband staan met ons stads
wapen, hoop ik U een volgende keer nog een en ander te
kunnen vertellen.
Een woord van waardering is hier op zijn plaats voor al
degenen, die bij voorkomende gelegenheden zich moeite
hebben gegeven naar de juiste uitvoering van onze
plaatselijke vlag te informeren en die er zich dus niet mee
tevreden hebben gesteld maar lukraak te vlaggen. Het
sieren van zijn gevel met het nationale of stedelijke dundoek
is meer dan alleen maar een particuliere aangelegenheid.
Het is een uiting van verbondenheid met het volk en met de
stedelijke gemeenschap, waartoe men behoort; en dezen hebben
er recht op dat er met hun symbool niet gesold wordt, maar
dat zij worden vertegenwoordigd in de officieel erkende
uitvoering daarvan.
P. Th. J. KUYER