RACE-WEDSTRIJD ANIMO 1900
amib ^cniebam
32
De oude Koemarktbrug 1910 met de stoomtram rechts.
IV
Uit de memoires van wijlen onze stadgenoot dr. P. C. VISSER, diplomaat-ontdekkingsreiziger
VAN DE VOLKSFEESTEN, welke in mijn herinnering
bleven voortleven, nemen de historische en allegorische
optochten, die bij Oranje-herdenkingen gehouden
werden, een voorname plaats in. Het waren volks
feesten van de beste soort, waaraan alle lagen van
de burgerij deelnamen.
Hoewel allerminst bedoeld als een festijn, vormde
het proberen der brandspuiten voor het beursgebouw
ook een hoogtepunt voor de jeugd. Nauwelijks spoten
de straalpijpen of uit honderden kelen klonk het
uitdagende lied: ,,Hij durruft niet van arremoe!"
De spuitgasten durfden natuurlijk wél en een deel van
de jeugd ging dan ook druipnat naar huis. Het einde
van de oefening werd vergezeld van een uitentreuren
herhaald: Buurman heit geen water meer!"
Een speciaal pleziertje voor mij was, vooral
toen ik in Rotterdam op school ging en later,
toen ik in Schiedam reeds op een kantoor zat, om
's avonds een tochtje te maken op de locomotief
van de stoomtram, die de verbinding tussen
Schiedam en Rotterdam onderhield. Dat waren
opwindende ritten! De machinist ging dan in een
hoekje van de machine een pijp roken, terwijl ik
de tram met flinke vaart door de bochten liet
slingeren.
Tram won het van motor!
Eens heb ik de afstand DelfshavenRode Hek
(bij de ingang van Schiedam) binnen vijf minuten
afgelegd, terwijl de normale rijtijd ongeveer
twaalf minuten bedroeg. Ongetwijfeld een record-
rit, maar daar was dan ook een bijzondere oorzaak
voor. Een der Schiedamse jongelui was de trotse
bezitter van de eerste motorfiets, die in onze stad
verscheen. Hij reed de tram steeds grif voorbij.
Maar op een goede avond was de uitdagende
motorrijder even vóór ons uit Delfshaven ver
trokken. ,,Doe er maar een extra schepje op,"
zei de machinist. Dat deed ik dan ook, en wel zó,
dat ik op het laatste rechte stuk voor Schiedam
de motorrijder inhaalde en met glans passeerde,
tot vermaak van de reizigers, die de wedstrijd in
de gaten hadden. Eerst veel later heeft de berijder
van de motorfiets vernomen wie zijn concurrent
was geweest. Al deze snelheidsritten hadden een
gunstig verloop, totdat op een avond een bekend
Schiedams notabele, die met zijn paraplu tussen
zijn knieën zat, dermate in de bocht voorover vloog,
dat het ding in tweeën brak. Het gevolg was een
hevig toeteren van de conducteur, ten teken, dat
de tram moest stoppen, waarna hij het dringend
verzoek van de reizigers overbracht om langzamer
te rijden