Stief uit het Ülu&eum tb luiee geniate uitvindingen: en de FIETS 34 Beste Willem, Weet je van welke uitvindingen ik onder de indruk ben? Niet van de blikopener en eigenlijk ook niet zo erg van de atoomsplitsing, om het meteen maar fors aan te pakken. Van het vlieg tuig een beetje en van de auto helemaal niet (ik wil je niet kwetsen, maar de auto is volgens mij een vergissing). Het elektrisch licht kan ik ten overstaan van de zon heel gemakkelijk ver geten en de schrijfmachine behoort naar mijn in zicht bij de wet verboden te worden. Ik ben diep onder de indruk van de klok en van de fiets. De klok en dan vooral de klok met ge wichten vind ik niet minder dan geniaal. Het is een toestel, even ingewikkeld als eenvoudig. De aandrijving geschiedt door de zwaartekracht, de zwaartekracht is voor niets, gratis in het heelal voorradig. Met die gratis energie wordt iets geheimzinnigs gemeten, namelijk de tijd, die wij, zonder klok, slechts door vergelijkingen met eindeloos ver verwijderde lichamen in datzelfde heelal zouden kunnen opmerken. De wenteling der klokkeraderen, voortgestuwd door een plaat selijke kromming in de ruimte" (dat is Einstein, Willem, wees eerlijk, dat had je niet achter me gezocht) begeleidt onze wenteling in de ruimte, is er een beeld van. Een klok, zo zagen onze voor vaderen het dan ook, is zelf een soort heelal, en als de klok zich in de late Middeleeuwen begint te ontwikkelen heeft men er zowel diepe eerbied De wijzerplaat van de klok in de museumkeuken. De maan is niet te zien, maar dat klopt, aangezien het op het tijdstip, dat deze foto gemaakt werd, juist nieuwe maan was. als een zekere angst voor. Klokkenmakers werden beschouwd als duivelskunstenaars. Men leefde zich uit in een soort tijds-orgie: fantastisch uitgebreide uurwerken in de meest bizarre vormen en met grote aantallen figuren maakte men: de mens had zijn eerste echte „machine" en tevens een instru ment, dat helemaal paste bij het gevoel „gedenk te sterven" dat wij vervangen hebben door „haast u te leven". Op de wijzerplaat van een uurwerk uit de zestiende eeuw las ik: „Quaelibet hora ad mortem vestigium", wat betekent: ieder uur is een stap naar de dood. De tijd was hoogst be langrijk, had een „gestalte", vandaar dat de klokken er zoveel ophef van maakten. Wij hebben de tijd in seconden gesplitst en het lijkt wel of we de verloren seconden achter ons hebben als een komeet zijn staart (een beeldspraak, Willem, waarvoor je, hoop ik, respect hebt). Klokken, om kort te gaan, zijn cultuurhistorisch bijzonder interessante en veelzeggende voorwerpen, en verdienen alleszins een plaats in een museum. In ons Schiedams Museum hebben wij een mooie, oude stoeltjesklok, ietwat boers en dorps van makelij misschien maar toch een fraai en gaaf exemplaar. Hij hangt in de keuken (weet je de keuken? links in de historische zaal) en ik vind het plezierig je te kunnen berichten dat we hem de afgelopen maand gerestaureerd hebben tot oude luister. Hij heeft een hele poos stil gestaan, dankzij bezoekers, die hun handen niet konden thuis houden, maar wij hebben hem weer aan het lopen gekregen, na o.a. een hele speurtocht door Schiedam naar een stuk antieke klokketting, na langdurige bestudering van het geraderd ingewand ook, dat nu weer helemaal schoon en geolied is. Het speelwerk is ook weer in orde, halve en hele uren met een flink belgelui, en een mooie rustige tik voor de rest van de tijd. Atlas

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1957 | | pagina 14