Vuurproef voor de vroedschap
r
29
Jeugd ge meen te raad
Elf vroede vaderen in spe
poseerden met hun secre
taresse in de stedelijke
raadzaal met een waardig
heid als gold het een staat
sieportret van de Heren
Zeventien.
„Wat men in zijn jeugd wenst,
heeft men in zijn ouderdom volop".
Als men Goethes diepzinnige uitspraak ook op de verlangens
van onze jeugdgemeenteraad van toepassing zou mogen brengen,
staat Schiedam nog veel goeds te wachten! Unaniem hebben
deze dertien politici-in-spe zich onlangs uitgesproken voor de
bouw van een cultureel centrum, waar het thans over zovele,
vaak moeilijk verkrijgbare, lokaliteiten verspreide stedelijke
culturele leven een nieuw onderdak en daarmee een grote stimu
lans ten goede zou kunnen krijgen. Men wist echter dat hoewel
de noodzaak onloochenbaar is het maar een fictief plan was,
verdedigd door een daartoe aangezochte en al even fictieve
wethouder. Diens functie in het dagelijkse leven had evenwel
al even weinig van doen met zijn pleiterschap hier als het eigen
initiatief van de jeugdgemeenteraad met een soort verborgen
opinieonderzoek naar zulk een plan, zoals sommigen ten on
rechte meenden te kunnen onderstellen.
Dat was dan woensdagavond 20 maart. Wie weet welke
belangwekkende ideeën de jeugdige raadsleden in de volgende
vier zittingen van dit jaar nog te berde zullen brengen Schiedams
verlanglijstje is zo lang!
Doch was deze wens en zijn de toekomstige suggesties voor de
gemeente eigenlijk wel van wezenlijk belang? Het zijn rubber-
kluiven, waar men in kan bijten als oefening. Immers, al kun je
nooit weten waar een jonge rank zelf nog eens wortel schiet, het
lijkt ons dat het bestaan van deze raad zelf en de kennelijke wens
van de raadsleden om later eens een politiek woordje in een
overheidscollege te mogen meespreken, veel belangrijker is.
Dan wordt ook het ietwat eigengereide van wat er in zo'n spiegel-
raad wordt gezegd, meer aanvaardbaar. Het feit telt, niet de
wijze. Ook onze stad heeft in navolging van Gouda, Vlaardingen,
Rotterdam, dus een instituut, waar jonge mensen die zich voor
de politiek en ons gemeentelijke bestel interesseren, zich kunnen
bekwamen in het debatteren met andere jongeren dan van hun
eigen club. Jongeren, die uit een geheel andere politieke vereniging
of levensbeschouwelijk milieu komen. Die evenals zij het initiatief
van het Politiek Jongeren Contact Schiedam gretig hebben aan
gegrepen om in het sfeervolle kastanjebruin van de echte raadzaal
in een soort politieke cursus als voorproefje én vuurproefje hun
jeugdig ongeslagen idealisme aan de openbaarheid te toetsen.
De onafwendbare werkelijkheid komt later.E,
Cultureel centrum: oude vrome wens!
Dat de Schiedamse Gemeenschap
enkele jaren geleden en de Jeugd
gemeenteraad thans niet de eerste
waren, die over de noodzaak van een
cultureel centrum voor onze stad dach
ten, moge blijken uit het volgende:
,,ln Schiedam is niet beschikbaar een
gebouw, geschikt voor toneel-, zang-
of muziekuitvoeringen. Voor een ge
meente met ruim 38.000 zielen is dat
een onhoudbare toestand. Het intellec
tuele leven wordt verstoord, het ver
enigingsleven ernstig belemmerd. Het
ligt op de weg van het gemeentebe
stuur in de behoefte aan een flink en
modern ingerichte gehoorzaal te voor
zien".
Aldus een adres o.m. der vereniging
Kunst aan het volk aan de Gemeente
raad uit april '19. Naar aanleiding hier
van schreef de Schiedamsche Courant
van 22-4-'19: Er moet een gebouw
komen, waarin aan het publieke leven
een behoorlijk onderdak wordt ge
boden. Het blad betoogde voorts
dat het niet nodig was, dat het ge
meentebestuur die zaak op zich nam;
het particuliere initiatief had slechts
zijn steun nodig. Het blad stelde voor
een commissie uit de inwoners samen
te stellen. Blijkbaar zag het college van
B. en W. wel iets in die suggestie.
Althans in oktober kwamen op uitno
diging van de toenmalige wethouder
P. de Bruin in het stadhuis een aantal
ingezetenen bijeen om de mogelijkheid
van stichting te bespreken. Men besloot
een commissie te benoemen voor het
ontwerpen van een plan en het opstel
len van een begroting.
Waarop de dood zacht was.
B. KEDDE.