Populariteit nog verre Het onmisbare drinkwater 120 Nochtans, de gunstige resultaten die men elders met de toepassing van het gas bereikte, maakten het op den duur ook voor Schiedam onmogelijk de boot te blijven af houden en zo zien we dan, dat op 30 november 1855 de Raad besluit dat de goede stad Schiedam, derde handelsstad van het land", voortaan door gas zal worden verlicht; en niet in concessie, maar van ge meentewege; want al paste het niet in de overheersende liberale denkbeelden van die jaren dat de overheid zich inliet met het produktieproces, toch meende men dat een object als dit geen monopolie in handen van parti culieren mocht worden en dat de overheid in het belang der ingezetenen, de controle over de prijzen en de kwaliteit van het gas in eigen handen moest houden door zelf als producent op te treden We vernamen al dat bij de inbedrijfstel-ling van de openbare gasverlichting een 15Ö-tal particu lieren van deze technische vooruitgang mee pro fiteerden. Toch moeten we goed in het oog houden dat bij de oprichting der gasfabriek niet de bedoe ling voorzat de burgerij meer comfort te verschaf fen, maar alleen de veiligheid langs de openbare weg te verhogen. En dat deze gedachte nog lange tijd richtinggevend is geweest blijkt hieruit, dat we de omvang en de kwaliteit der straatverlichting in het gemeenteverslag jaar op jaar besproken vinden onder het hoofdstuk: Politie! Natuurlijk heeft het aantal particulieren, dat de raapolie- en later de petroleumlamp vaarwel zegde voor de gaspendel, zich in de loop der jaren uitge breid; maar wanneer we zien dat in 1898 op een bevolking van circa 4000 gezinnen nog maar 733 kleingebruikers zijn, waaronder we dan rekenen de bewoners van huizen met twee of drie licht punten, dan moeten we concluderen dat het gas- gebruik nog allerminst populair te noemen viel; deze conclusie wordt nog bevestigd door het feit, dat in dat jaar in totaal niet meer dan twintig gezinnen op gas kookten, hoewel toch reeds in 1887 de mogelijkheid daartoe was opengesteld. Het jaar 1899 is met het oog op de toename en de verbreiding van het gasgebruik onder brede lagen der burgerij dan ook uitermate belangrijk. Want toen werden twee nieuwe technische vin dingen ingevoerd, één die het lichteffect sterk ver hoogde, een andere die het gas binnen het bereik van de smalle beurs bracht: de gloeikous en de muntgasmeter. Velen zullen zich nog kunnen her inneren hoe de gloeikous een aanmerkelijke vooruitgang betekende op de verlichting van voor heen; want het zevenmaal grotere lichteffect ver hoogde de veiligheid op straat en bracht meer ge zelligheid en gerief in de huiskamer. En de munt gasmeter, die gas leverde bij vooruitbetaling, voorkwam de hoge en onwelkome maandelijkse rekening die zwaar op menig huishoudbudget drukte, terwijl de leidingen en installaties, zowel voor koken als voor verlichting, tegen een kleine vergoeding door het gasbedrijf in huur werden ver strekt en aldus de hoge kosten van aanleg en aan schaffing werden vermeden. Door deze maatrege len en mede door de propagandistische werking ener groots opgezette gastentoonstelling in de toenmalige Officierentuin, waar men zich kon oriënteren aangaande de mogelijkheden en het comfort van het gasgebruik, liep dit sedert 1899 met zulke sprongen omhoog, dat na een twintigtal jaren het grootste deel der huizen op de leiding was aangesloten. Juist in die twintiger jaren van onze eeuw begon een nieuwe bron van energie gaandeweg een deel van de taak van het gas over te nemen. Het is bekend, dat het branderijbedrijf omstreeks de eeuwwende zijn economische betekenis voor onze stad zo goed als verloren had en de periode van industrialisatie begint, die Schiedam op den duur een totaal ander aspect en een geheel gewijzigde structuur zou geven. De Schiedamsche Courant onderkende deze omkeer reeds vroegtijdig en be toogde in 1903 dat Schiedam, wilde het succes boeken bij het aantrekken van nieuwe industrieën, ook moest zorgen dat deze de beschikking kregen over elektriciteit, de krachtbron waarop de moder ne machinerieën steeds meer waren ingesteld. In 1906 en 1909 herhaalde het blad dit vertoog met klem, maar het duurde nog tot 1913 vóór Schiedam van elektriciteit voorzien werd, niet uit een eigen stedelijk bedrijf, maar door de centrale van Rotter dam, die daar reeds in 1894 gebouwd was en waarvoor Schiedam thans optrad als distribuant. Al was de industrie alhier de eerste en voor naamste afnemer van elektriciteit, het lag voor de hand dat deze ook op den duur haar toepassing zou vinden langs de openbare weg en in de huizen der bewoners. In 1918 werden Hoogstraat en Dam er mee verlicht en in de jaren na 1920 volgde in toenemende mate haar toepassing in de woningen, in de nieuwe wijken het eerst. Het gas, begonnen als lichtbron, en na lange aarzeling ook als warmte bron aangewend, verloor tenslotte zijn eerste functie aan de elektriciteit, in huis geheel, op straat voor het overgrote deel; doch het verwierf, maar dan ook nagenoeg volkomen, het tweede domein: de keuken, terwijl het thans in steeds toenemende mate opnieuw de huiskamer aan het veroveren is door middel van de gashaard.... Gas in 1857, elektriciteit in 1913, twee hulpmiddelen in gezin en samenleving die we graag onmisbaar noe men, al blijft dit ten aanzien van deze twee toch altijd een enigszins betrekkelijk begrip. Absoluut onmisbaar echter, zonder meer een van de eerste levensbehoeften zowel uit het oogpunt van voeding als van hygiëne, is een ander hulpmiddel: zuiver drinkwater. Wanneer men onverschillig wie ook de keus zou laten tussen een van deze drie „onmisbare" voor zieningen, zou die heus niet twijfelachtig zijn. Althans nü niet meer. En niets bewijst beter hoezeer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1957 | | pagina 12