222
vrouw had zich haar maatschappelijke plaats voor
goed veroverd: als onderwijzeres en ambtenares,
verpleegster en vroedvrouw, klerke en mantri.
Coëducatie gold op lagere en middelbare scholen
welhaast als een normaal verschijnsel. Reeds studeerde
een enkeling onder de Indonesische vrouwen aan de
universiteit ter voorbereiding voor hogere verant
woordelijkheid. Veel meer dan vroeger werd het
huwelijk een zaak van eigen vrije keuze, de verhouding
tussen de huwelijkspartners er een van gelijkwaardig
heid, al bleef vaak het keurslijf van adat en vooroor
deel knellen. Maar al-met-al moet de vooruitgang
mevrouw Van Deventer deugd hebben gedaan, wan
neer zij terugblikte op de toestanden in haar Indische
tijd, de laatste decennia van de vorige eeuw. Het
kwam tot uiting in ter jubileumvergadering gesproken
woorden: Kartini zou in het tegenwoordige Indonesië
geen aparte vrouw meer zijn, er liepen nu vele Kar-
tini's rond, haar strijd was niet om-niet gestreden!
Haar persoonlijk cachet
Tot kort voor haar dood heeft mevrouw Van Deven
ter aan het verenigingswerk actief deelgenomen.
Juister uitgedrukt: totdat de Duitse inval de verbin
dingen verbrak en het werk aan Indische kant nog
bijna twee jaar zonder Nederlandse steun zou worden
voortgezet; toen, maart 1942, zou de Japanse opmars
ook dit werk als onderdeel van de westers-culturele
invloed tot de grond proberen af te breken,vergeefs
overigens. Maar tot mei 1940, dat wil zeggen tot ver
in haar 83ste levensjaar, heeft mevrouw Van Deventer
zich vitaal geweerd en aan het in organisatorische
banen geleide werk in menig opzicht een eigen per
soonlijk cachet verleend.
In het beginstadium, toen de oprichting der scholen
het uitstippelen van een tracé op het nog vrijwel
blanke papier der meisjesopvoeding vroeg, heeft
vooral de onderwijstechnische kant haar beziggehou
den. Daarnaast gaf de personeelsvoorziening, van
Nederland uit, vaak handen vol werk en het gold
als vanzelfsprekend dat zij dit onder haar hoede nam.
Excellerend in vergadertrouw en continuïteit was zij
eveneens de aangewezen persoon, wanneer waar-
A4r. C. Th. van Deventer, stichter van de Vereeniging
Kartini-Fonds. ,,Vóór ailes het heil van de inlander
moet het parool zijn", zo schreef hij reeds in zijn
eerste Indische jaren uit Ambon.
nemingen in raad van beheer en bestuur nodig waren
bij langduriger afwezigheid van praeses of secretaris.
Niettemin krijgt men de indruk dat zij zich het meest
op haar plaats voelde en dan ook het sterkst was in
de menselijke contacten en het persoonlijke inleven
in anderer problemen en moeilijkheden. Dit kwam
reeds tot zijn recht in haar minutieuze zorg bij de
selectie van meisjesboeken voor de bibliotheekjes der
Kartinischolen. Nog als 82-jarige zat zij gebogen over
de kinderlectuur of luisterde kritisch naar de voor
lezing ervan, menigmaal het voorhoofd zorgelijk ge
rimpeld, omdat er weer zo weinig geschikt was voor