HOFJES Stationsstraat met vijf gangen en één hofje vergen minder van ons voorstellingsvermogen. Maar hoe zou de Polderstraat (tegenwoordig Van Leeuwenhoekstraat) er met zijn vier poorten met hofjes en drie gangen hebben uitgezien? We zul len onze hofjes-, gangen- en sloppen- tellerij afbreken; de rest (met een 480 woningen) was in 40 straten en stegen door de gehele stad ver spreid Nu waren dat allemaal zeker geen bouwvallige, schier onbewoonbare huizen te noemen. Elders in de stad kon men ze hier en daar wel heel wat slechter aantreffen. Evenmin is het juist alle hofjes uit die tijd over één kam te scheren. Wij zouden niet graag willen be weren, dat het ondanks grote vooruitgangen in de volkshuis vesting sedert 70 jaar geleden, steeds crescendo is gegaan en de resultaten voortdurend overeen komstig de mogelijkheden zijn ge weest. In toenemende mate echter werd de volkshuisvesting in de loop der jaren naar een meer naar voren liggend plan opgestuwd. En dat niet in de laatste plaats door een groeiend bewustzijn van eigen menselijke waarden bij onze arbei dersbevolking. Is er met het zegenrijke ver dwijnen van de meeste van die hofjes en gangen aan de andere kant tot op zekere hoogte toch niet ook iets van waarde verloren gegaan? Ik bedoel niet die gefanta seerde hofjes-idylles, waarover deze of gene die er niettemin niet over zou hebben gepeinsd er zelf te gaan wonensoms nog spreekt. De vraag luidt: was er ondanks alles temidden van die zoveel primi tievere behuizing toen niet een sterker gemeenschapsbesef dan in onze tijd Hierop zou ik ontkennend willen antwoorden. Het is m.i. on-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 11