34
juist hier te spreken van gemeenschap. Zeker, naast
de onvermijdelijke burenruzie was er meermalen
de burenhulp. Dit laatste echter was iets elementairs,
een spontaan doorbreken, soms door een vrij verse
ruzie heen, van menselijke gevoelens van hulpvaardig
heid. Dat werd in de hand gewerkt door het dicht op
elkaar leven. Van besloten gezinsleven kon heel
weinig terecht komen, ledereen wist ongeveer alles
van iedereen op het hofje of in de gang. De samen
leving werd daar echter niet tot gemeenschap.
Ook niet in die hulp, hoe prijzenswaardig die overi
gens ook mocht zijn.
Gemeenschap toch gaat het elementaire te boven.
Zij ontstaat bij een groeiende geestelijke ontwikke
ling, in een gelijk gericht zijn op een bepaald doel,
in onderscheiden verbanden, waarbij men niet uit
sluitend de eigen geestelijke verrijking of die van het
eigen verband als einddoel stelt. Voor een gemeen
schap is een aldus dicht-op-elkaar-wonen ook geen
conditio sine qua non I
B. KEDDE
Waar het rumoer van de straat niet door
dringt. evenmin als het zonlicht. In twee
stappen bent u deze toegang tot het Doelen
hofje voorbij.
Wasdag op de Roosbeek. En op de achter
grond. het culturele trefpunt van Schiedam:
de aula van ons museum.