Geluidsinstallatie werd gemeenschapszaak De komende feestdagen ALS ALLES NAAR WENS VERLOOPT, en waarom niet, dan zal binnenkort het Passagetheater een geluids installatie rijker zijn, die eigendom is van onze Schiedamse Gemeenschap. Zij is er ten behoeve van de donderdag avondbezoekers. Hun immers is het niet te doen om de verrichtingen van helden en heldinnen op het wtite doek, maar om de verstaanbaarheid van acteurs en actrices op het toneel zelf. Aan die verstaanbaarheid schortte tot op heden nogal het een en ander. Zoveel tenminste, dat het niet bij klachten bleef, die het bestuur van de Schie damse Kunstkring bereikten van de zijde der leden, maar ook de toneelgezelschappen gaven aan hun misnoegen om in Schiedam te moeten spelen uiting. Met name de Haagse en de Nederlandse Comedie bij monde van resp. Cees Laseur en Guus Oster betwijfelden de akoestische kwaliteiten van de eens per week tot schouwburg gepromoveerde bioscoop ten zeerste. De regelmatige bezoekers zullen wel weten, welke plekken zij vooral te mijden hadden: de beruchte ,,geluidssluis" tussen de tiende en vijftiende rij en vrij wel de gehele zaalloge. Het bestuur van de Kunst kring, aanvankelijk slechts de klachten der leden ken nend, deed alles wat het kon om er aan tegemoet te komen. Maar redelijkerwijs kon het ook niet verder gaan dan het bekende roulatiesysteem, dat ieder lid eens per seizoen kennis liet maken met de dove plek ken in de zaal. Dusdoende werd vermeden, dat som migen de hele serie door in betrekkelijke rust en stilte zouden belanden. Acuter werd het probleem, toen ook de gezelschappen, en die zijn immers alle van het beroepstoneel, nukkig begonnen te worden. De heer D. J. Schoonhoven, dynamisch voorzitter van de Kunstkring, hakte toen de knoop door met zijn idee van de (kostbare) geluidsversterkingsinstal- latie, waarvoor hij na enig heen en weer gepraat ook bij de Katholieke Kring een willig oor vond. Het plan, te duur voor verwezenlijking in kleine kring kwam tenslotte ter S.G.-tafel, die het adopteerde en de verdere uitwerking ter hand nam. Die verdere voorgeschiedenis werd een ingewikkelde kwestie van financiën en overheidsbekrachtiging, maar het resul taat is dat het apparaat in beheer komt van de Schiedamse Gemeenschap, door haar zelf, de Ge meente en de beide Kringen voorlopig in voorschot gefinancierd. Volkomen terecht dus is deze broodnodige nieuwe accomodatie in het Passagetheater gemeenschapszaak geworden, en zij is er dus ten behoeve van al die ver enigingen, die van tijd tot tijd gebruik maken van het theater. Voor die geluidsinstallatie moet per avond betaald worden. Uit het zo te vormen fonds worden de renteloze voorschotten terugbetaald, en kunnen reparaties en latere vervangingen bekostigd worden. De heer M. C. Witte, geluidsadviseur van Philips, belast met de installatie, hebben wij naar het te vol gen systeem gevraagd. Hij merkte allereerst op dat het niet de bedoeling is een onnatuurlijk sterk effect na te streven. ,,Wij hebben ons doel bereikt, wanneer de mensen alles goed verstaan zonder dat ze iets van een kunstgreep merken". Voorwaar, dat is een kunst greep! Om dit waar te maken, moet het geluid inder daad van het toneel komen en niet uit versterkers in de zaal. Eén en ander is een vrij gecompliceerde geschiedenis, die er op neer komt dat het geluid, opgevangen in een vrij groot aantal verplaatsbare, hangende en staande maar steeds volledig aan het oog onttrokken microfoons, op de zaal wordt gericht door twee geluidszuilen", die zich aan weerskanten van het toneelkader bevinden. Die cilindervormige zuilen, ongeveer anderhalve meter breed en geplaatst op hoofdhoogte, zenden niet (als versterkers) „geluids- bollen" uit, maar geluidsschijven". Achter dit voor ons niet zo duidelijke jargon verbergt zich het essen tiële verschil tussen de merkbare, plaatsbepaalbare versterking, die een opvallend en daarom ongewenst effect teweeg zou brengen, en de onmerkbare onder steuning van het geluid, dat volkomen natuurlijk blijft. En om het tweede is het hier te doen. Het behoeft intussen geen betoog, dat deze aanwinst aanzienlijk en belangrijk is. De Haagse en de Neder landse Comedie, aanvankelijk enigszins onwillig om de contacten met Schiedam voort te zetten, zullen voortaan met meer plezier op de planken kunnen staan. Van hun aanvankelijke ontevredenheid kun nen voortaan alle culturele verenigingen hier ter stede profiteren. Dit ter meerdere groei en bloei van ons toneelleven. W. J. BENNIS De feestelijkheden voor Koninginnedag (30 april) en Nationale Bevrijdingsdag (5 mei), zoals die door de Sectie Nationale Feest- en Gedenkdagen zijn ontvouwd, tonen de volgende onderdelen: Op Koninginnedag de finales van het schoolvoetbal en -handbaltoernooi op Boshoek; muzikale rondwande ling van drie muziekkorpsen met als eindpunt (10 uur) de Grote Markt; 9 en 10J uur kindervoorstellingen in Musis Sacrum door het gezelschap Nelly Roeters; voorts bezoeken met uitdeling van versnaperingen aan zieken huizen en tehuizen voor bejaarden etc. 's Middags op verschillende plaatsen kinderwedstrijden (estafette, ringsteken op fietsen en rolschaatsen); voetbalwedstrijd om 3 uur op het Hermes-D.V.S.-terrein met een marine elftal, waarna een gekostumeerde voetbalwedstrijd, 's Avonds tussen half negen en half tien op het Koolas een filmvertoning; de dag wordt om 21.45 uur besloten met een taptoe op de Grote Markt. Op bevrijdingsdag om 11 uur een jeugdappel in de Plantage, waar 's middags een variétévoorstelling voor kinderen wordt gegeven, mogelijk voorafgegaan door een puzzeltocht. 's Avonds om 8 uur bevrijdingsbal in Musis met Jack Wilsons band; in de Plantage treden dan enkele muziekkorpsen op; in de Grote Kerk om 8 uur bevrijdingsconcert door de gezamenlijke Schiedamse zangverenigingen met declamatie; en de dag wordt besloten met een lichtstoet, die om kwart voor negen uit de Tuinlaan vertrekt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 15