60 Doel: een hoger peil Bij het lezen van het uitvoerige juryrapport van de heren Willem van der Loos, Hans Reedijk en J. Everwijn, hebben wij ons, met hen, nog eens afge vraagd, waar het nu eigenlijk om gaat bij deze to neelwedstrijden. Om -de sfeer van wedijver? Nee. Om de bolletjesbozen van ons amateurtoneel de kans te geven te schitteren ten overstaan van hun ver enigingsgenoten en de leden der andere gezelschap pen? Nee. Om de gemeenschapsgedachte te bevorde ren, te verlevendigen en er ook de amateurtoneel spelers mee te doordringen? Hier zullen sommigen een overtuigd ja laten horen. Maar ook daar ligt toch niet de kwintessens. Het gaat om het bevorderen van het peil van ons amateurtoneel Als we het zo formuleren, leggen we de nadruk meer op het culturele dan op het sociale. Nu zal iedereen een andere graadmeter hanteren, waar het er om gaat de artistieke betekenis van een toneelprestatie aan te wijzen. Ons dunkt, en de jury zal er niet veel anders over denken, dat in ieder geval de keuze van het stuk een zeer belangrijk mo ment is in het toneelgebeuren. Andere criteria, die dan ook door de jury bij haar oordeel worden gehan teerd, zijn voordracht, uitbeelding, uitspraak, rol- kennis, spel, samenspel, aankleding en regie, maar men zal moeten inzien, dat het in deze gevallen, met uitzondering misschien van het laatste, gaat om deel- facetten. Weg met het valse pathos In de keuze van het stuk manifesteert zich daar entegen de houding die de amateurvereniging in neemt ten opzichte van de toneelschrijfKUNST, het tijdsbewustzijn, de smaak en het onderscheidings vermogen ten aanzien van zulke precaire zaken als waarachtigheid en kitsch, als ook de technische zijden van een werk, zoals daar zijn een logische compo sitie, verhouding tussen actie en dialoog en het lite rair gehalte van de tekst. Teveel, zegt de jury terecht, hebben dilettanten hun hart verpand aan een vals pathos, een verouder de en onwaarachtige romantiek, overdreven drama tiek, de uit dik hout gezaagde planken. De drie hoogst geplaatste verenigingen maken hierop een uitzondering. Brederode deed zelfs een heel hoge gooi: „De Kamer waarin wij leven", van Graham Greene is een belangrijk toneelwerk van hoog literair gehalte. Van alle gespeelde stukken in deze wedstrijd heeft dit de meeste indruk gemaakt. Maar de vertolking ervan is zo veeleisend, dat Brederode met iets anders misschien nog wel beter voor de dag zou zijn gekomen. De sprong van „Geron" Eén van de frappantste resultaten is de sprong, die Geron maakte. Met ,,Ze kregen wat ze wilden" heeft deze vereniging, die vorig jaar in de onderste helft eindigde, bewezen de toen uitgebrachte kritiek naar juiste waarde te hebben geschat. De jury noemt de voorstelling een triomf van de regisseur. Maar meer nog dan dat wordt de geest gewaardeerd, die de acteurs en actrices heeft bezield: ,,De vaste wil om hogerop te komen leidt tot het aanwenden van de juiste middelen daartoe". En dit leidt onze slotclonclusie in. Inderdaad, het gaat er om, zoals Geron deed, elke gerechtvaardigde kritiek ter harte te nemen, en in te zien, dat de jury er niet is om de prijzen te verdelen, maar dat zij er op uit is om te helpen, aanwijzingen te geven, een weg te wijzen, die leidt tot de verbetering van het amateurtoneel. De goede resultaten van deze toneel wedstrijden zijn al voelbaar. Er is al veel verbeterd. Door het onderling contact en de nu meer toege spitste aandacht voor eikaars prestaties hebben de speelsters en spelers reeds meer begrip gekregen voor de eisen van het toneel, meer zelfkritiek ook en meer onderscheidingsvermogen. Het is daarom zeker te hopen, dat deze wedstrij. den een (zeer zinvolle) traditie zullen gaan worden. Zij zullen méér vruchten af gaan werpen. En mag het dan zo zijn, dat we de jury elk jaar een zo dikverdiend compliment moeten maken over het uitstekend gedocumenteerde rapport, als wij thans graag doen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 16