Schiedam stak geen spaak in het wiel Het zinnebeeld van de internationale beweging der Rotarians is een wiel. Nu wilt u ons wel ontslaan van de verplichting, u omstandig uit te leggen, waar om het een wiel is en tevreden zijn met de medede ling, dat Schiedam op 11 en 12 april jl. geen.... spaak in het wiel heeft gestoken. Op die twee dagen werd onze stad het middelpunt, de as dus, van een grote Rotarians-landdag, die zo'n 750 dames en heren naar Schiedam bracht. Wij verklappen geen geheim als we schrijven, dat de Schiedamse Rotarians tegen deze landdag nogal hebben opgezien. Zullen we al deze gasten behoorlijk kunnen ontvangen? Waar moeten we met ze blijven? Wat kunnen wij, in Schiedam, hun bieden? Op de achtergrond stonden natuurlijk die mensen, die we allemaal geregeld in Schiedam ontmoeten, die mensen, die het hoofd mismoedig schudden en mompelen ,,ach, Schiedam, nee, Schiedam kan zoiets niet, daarvoor moet je niet in Schiedam wezen, nee, hoor, het spijt ons maar dat gaat hier niet." Nu is het opperbest gegaan en dat zeggen wij niet op eigen gezag maar op het gezag van al die niet- Schiedammers van Rotary, die na afloop vol bewon dering en waardering hun gastheren en gastvrouwen prezen voor genoeglijke, feilloos georganiseerde dagen. Kom, goed bedoelde maar altijd wat triest werkende minderwaardigheidscomplexen, knoop dat nu eens in uw oren en bezie de eigen mogelijkheden wat minder wantrouwend. De gemeentelijke overheid heeft vrijdagochtend 11 april kloekmoedig de spits afgebeten. De politie wist alle auto's met ijlings geplaatste borden op de juiste (parkeer)plaatsen te krijgen en daarna begon een gemeentelijke ontvangst in het Stedelijk Mu seum. Het Museum heeft, zoals men weet, wel meer ont vangsten, maar dit was er toch een, die alle records vlot verpletterde. Op donderdagmiddag één uur was men in de nieuwe zaal in de linkervleugel nog bezig met het monteren van de plinten en legde men de laatste hand aan het verfwerk. Op vrijdagochtend half negen stonden er in de zalen en in de aula zo'n zevenhonderd stoelen, tientallen tafeltjes, buffetten, een magnifieke bloemversiering, een stuk of twintig garderobe-standaards, functioneerde er een luid sprekerinstallatie, een informatiepost (compleet met reisgidsen), een E.H.B.O.-post, kortom, kon de grote slag beginnen. Hoofdbode Bos en zijn mannen ser veerden uit de museumkeuken een ongehoord aantal koppen koffie en verfrissende dranken mitsgaders de bijbehorende koekjes, sigaren en sigaretten. En dit was nog maar het begin, want daarna werd er ook nog in het museum geluncht en het verbluffende daarvan was, dat men niet eens hoefde te vechten om wat van de broodjes en de verse koffie te bemach tigen. Met geen noemenswaardige achterstand op het tijdschema waren alle gasten vervolgens in de Passage, terwijl het museum in bliksemtempo tot zijn oude staat werd teruggebracht. 's Middags om vier uur wandelden er alweer ge wone bezoekers rond Liet dus de gemeente met alle diensten, die bij dit zware en ingewikkelde karwei betrokken waren, zich van haar meest efficiënte zijde kennen, ook het Schiedamse bedrijfsleven gaf een duidelijk bewijs van zijn vermogen, te organiseren en te improviseren. De broodjeslawine in het museum was daar al een staaltje van, maar sterker nog zal tot de gasten de grandioze ontvangst in de kantine van Wilton-Fije- noord gesproken hebben. Schepen bouwen kunnen ze bij Wilton, maar mensen ontvangen ook. Daarbij was de kantine werkelijk luisterrijk versierd. Het is, kortom, gelukt om met deze ontvangsten een propaganda te maken voor Schiedam, die men niet gemakkelijk op een andere manier zal evenaren. Schiedam toonde een eigen gezicht, een eigen, char mante persoonlijkheid. Het viel niet te verwonderen dat aan het slot de Schiedammers zelf al even gelukkig waren met deze dagen als hun gasten. Het stak een hart onder de riem, het gaf een idee van: het kan, ja zeker, het kan hier óók! Ontvangst van de Rotarians in het Stedelijk Museum: voor een achtergrond van schilde- rijen een broodjeslawine voor 750 hongerige

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 17