79 zolders van het politiebureau, in de kasten op de kamer van de burgemeester; zij stonden vaak in drie rijen achter elkaar en waren met een laag roet en stof bedekt. De enige mogelijkheid om in deze treurige toestand de dringend nodige verbetering te brengen was, zo betoogde de archivaris, alle stukken te huis vesten binnen één ruimte, waar men gelegenheid had ze te ordenen en te onderhouden. De hand aan de ploeg De Gemeenteraad van 1898 was voortvarender dan die van 1863 en bepaalde op 10 juni, dat het pand Oude Kerkhof 5, eerst Bank van Lening, toen Gym nasium, voortaan de stedelijke archivalia zou herber gen. Dit besluit, thans zestig jaar geleden genomen, was van groot gewicht om twee redenen: vooreerst was het, na de aanstelling van een archivaris, een verdere schrede naar de betere bewaring en verzor ging der stukken; vervolgens opende het de mogelijk heid een begin te maken met de inventarisatie. Aan inventariseren echter is Humalda van Eysinga niet meer toegekomen. Deze arbeid was weggelegd voor zijn opvolgers. En wat Heeringa, Dresch, Ver maas en Van der Poest Clement in dit opzicht ver richt hebben kan men lezen in de voortreffelijke studie van laatstgenoemde over de geschiedenis der stedelijke archiefzorg, verschenen als eerste nummer in de reeks Schiedamse Miniaturen. Het is in het korte bestek van dit artikel niet mogelijk uitvoerig in te gaan op de lotgevallen van het gemeentearchief sedert zijn huis vesting in het pand Oude Kerkhof. Bovendien kan dit overbodig heten, gezien de nog recente datum van genoemde publikatie. Slechts één passage daaruit zij hier met instemming onderstreept, namelijk die waarin gezegd wordt, dat bij het Gemeentebestuur langzaam maar zeker het begrip groeide voor de taak van het archief en de betekenis van de archiefdienst", Inderdaad is dit begrip in de loop der jaren in toe nemende mate tot uiting gekomen, o.m. in de perso neelsbezetting, in de kredieten voor het onderhoud der stukken en de uitbreiding der bibliotheek en der topografische verzameling, in de verbetering van de outillage en het meubilair. Het duidelijkste bewijs echter voor de waarde die het Gemeentebestuur hecht aan een op verantwoorde wijze verzorgd archief, mogen wij toch wel zien in het plan een aan moderne eisen beantwoordende archiefbewaarplaats in te rich ten binnen het complex van het te verwachten nieuwe raadhuis. De nabuurschap van lopende administratie en archief kan voor beide als een voordeel worden gezien. Hoop voor de toekomst Dit voornemen tot het inrichten van een moderne archiefbewaarplaats, dat reeds tijdens de behandeling van de beg roti ng-1954 tot uiting werd gebracht, houdt de erkenning in, dat het huidige archiefgebouw toch eigenlijk niet aan zijn doel beantwoordt, daar het te klein is om alle stukken van de administratie te kunnen overnemen en bovendien zeer onvoldoende tegen brand is beveiligd. Alleen een van daknok tot kelder brandvrij depot kan ons in de toekomst vrijwaren tegen de bittere ervaring van 1604, nog steeds een teken aan de wand, in welk jaar de brand in het raadhuis Schiedam voor goed beroofde van nagenoeg zijn gehele middeleeuwse archief. Overigens, laten wij de vroede vaderen van 1898 de volle eer geven die hun toekomt. Want ook zij heb ben zich bepaald niet gevleid met de gedachte dat zij met hun besluit het probleem der huisvesting van het gemeentearchief voor gerui me tijd tot oplossing hadden gebracht. Integendeel, zij kenden aan dit besluit slechts een voorlopige gelding toe; immers, het pand Oude Kerkhof zou de stedelijke archivalia slechts herbergen „totdat daarvoor definitief een geschikt gebouw zal kunnen worden aangewezen". Het zestig jarig jubileum van het huidige archiefgebouw is dus tevens het zestig-jarig jubileum van een voorlopige beslissing. Maar zoals gezegd, er zijn gunstige veranderingen in het vooruitzicht; en al zal de uitvoering der plannen nog wel even op zich laten wachten, wij mogen toch de hoop koesteren, dat binnen een niet te groot aantal jaren de waardevolle neerslag van een zeven-eeuwen- lange stedelijke traditie de huisvesting krijgt waarop hij recht heeft. Een modern archiefgebouw mogen wij daarom werkelijk zien als een weldaad voor de stad, omdat daarin een eerbied-waardig en onver- lx M3 Traditie ook in de afbeeldingen: Het Slot Mathenes zoals de ,,ghezworen Landmeter" Jan Jansz Potter het zag in 1572 en de fotograaf omstreeks 1900 vangbaar cultureel bezit, de erfenis van vele voorge slachten, kan worden veilig gesteld. „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst". Wat hier voor een volk geldt, geldt ook voor de stedelijke gemeenschap. En dat Schiedam aan zijn toekomst bouwt, op werkelijk alle terreinen van het dagelijkse leven, wie zal het ontkennen en wie zal er zich niet over verheugen? Maar..., een stad die leeft, leeft niet alléén bij de gratie van haar toekomstprojecten, maar leeft minstens evenzeer uit de eerbied die zij kan opbrengen voor haar verleden. Zou zij dat niet meer kunnen, dan zal het haar vergaan als die man, die op reis toog naar een ver land. Toen hij er aangekomen was, wees men hem meewarig met de vinger na, omdat hij vergeten bleek te zijn waar hij vandaan kwam en welke wederwaardigheden hij op zijn tocht had meegemaakt. p. TH. J. KUYER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 11