f J PAARD Achtste Zomertentoonstelling in het Museum men: mee in het graf. Zij laten kunstenaars uit gebakken klei paarden vervaardigen; ook dergelijke paarden staan op onze tentoonstelling. Ze staan in de nieuwe zaal van de linkervleugel, waar het helder is en licht. Daar zijn uit het verre Oosten nog andere paarden bijeengebracht. Heel kleine paardjes van papier, stro, porselein, niet alles speelgoed, vaker met een godsdienstige bedoeling. Zo is er een paard van stro, dat bedoeld was om als offer verbrand te worden. Er zijn paarden uit India op wielen, zodat ze voort getrokken kunnen worden, maar alweer niet als speelgoed, maar in processies: in verscheidene delen van India kende men het paardenoffer. Diep achter in die nieuwe zaal staat een groot 6-delig Japans kamerscherm. Het is van goudblad en op dat goud zijn met een breed penseel twee steigerende paarden geschilderd. Ging de kunstenaar fout met het schilderen dan kon hij het kamerscherm wel afschrijven, want cor rigeren op dat goudblad was niet mogelijk. Maar hij ging niet fout, hij streek de eerste keer met ge weldig meesterschap raak. In de zaal bij de entree vinden we de paarden uit de moderne tijd en dat zijn dan vaakstervende paarden. Het zal je niet ontgaan zijn dat onze tijd niet vrolijk is en bovendien heeft het paard tussen de machines weinig betekenis meer, vandaar dat het in de mo derne kunst sterft: de paarden van Marino Marini die met ruiter en al neerstorten, het bronzen paard van Couzijn dat met de poten al omhoog ligt, het paard van Jan Groenestein dat door de achterbenen J zakt en de kop wanhopig opsteekt. Laatste houvast met de wereld Maar schuin tegenover dat paard staat een heel ander: een bronzen paard van de beroemde Franse kunstenaar Degas, een van de magnifieke stukken, die Museum Bo/mans voor deze tentoonstelling heeft willen afstaan. Het staat op zijn achterbenen en het is zeer elegant, zeer sierlijk. Degas hield dan ook van het ballet, van de dans en verscheidene van zijn prachtige schilderijen en tekeningen zijn aan het ballet gewijd. Maar toen deze schilder het ergste overkwam wat een schilder kan overkomen, nl. toen hij zijn gezichts vermogen verloor, begon hij in was te boetseren, zijn handen boden hem letterlijk het laatste houvast met de wereld. Zo boetseerde hij ook grote en kleinere paarden. Je begrijpt misschien nu beter waarom ik Een eeuwenoude (15de, 16de eeuw) Chinese ruiter van hout met resten van beschildering, door een Rotterdamse verzamelaar afgestaan voor onze zomertentoonstelling ,,Man en paard". Gekleurd houten paard uit Indiamisschien een eeuw of vier oud. Het staat op wielen maar het is toch vermoedelijk geen speelgoed, eerder een godsdienstig beeld voor processies. In sommige streken van het oude India werd het paard goddelijk vereerd. Uit de collectie van het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden, op onze zomertentoonstelling ,,Man en paard".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 11