IJsvereniging bestaat halve eeuw en heeft geen baan meer 125 MIDDEN IN DE ZOMER over ijssport schrijven, waar Iedereen nog denkt over warmte, zon en vakantie, doet zonderling aan. Tenzij daartoe een noodzakelijke aanlei ding bestaat. En die is er. De 25ste september n.l. gaan bij onze Schiedamse IJsvereniging de vlaggen in top t.g.v. het 50-jarig bestaan. En een hartelijke gelukwens namens alle Schiedamse liefhebbers van het ijsvermaak is daarbij zeker op zijn plaats. In de loop van die halve eeuw toch heeft de vereniging, vaak kampend met schier onover komelijke moeilijkheden, de mogelijkheid tot beoefening van de ijssport voor Schiedam weten te openen en te be houden. Een korte blik in de, weinig stimulerende, voorgeschie denis en in die uit de eerste jaren van haar bestaan zal onze waardering voor haar volharden slechts kunnen vermeerderen. Van georganiseerd ijsvermaak is in onze stad voor het eerst sprake in 1879. Op veldijs aan de overzijde van de Schie hield de gymnastiekvereniging Olympia in februari van dat jaar een ijsfeest ten bate van de armen. Een buitengewoon grote menigte, sierlijk, potsierlijk of alleen maar gemaskerd uitgedost, was daarbij op het met teertonnen en zelf meegebrachte lampions en door bengaals vuur verlichte terrein aan wezig. Drie muziekkorpsen hielden er de stemming in. Langs de Overschieseweg, met als scheidslijn tussen meer- en minder-,.gegoeden" de Schie, was een onaf zienbare schare toeschouwers op de been. Gedurende acht jaar lang gebeurde er daarna niets, tot in 1887 enige jongelieden" in de Schied. Crt. mededeelden een poging tot oprichting van een ijsclub te willen ondernemen. Waarop een vijftal heren daar op reageerden per advertentie met de vraag: is het jullie ernst? kom dan eens praten. Het gevolg was dat na een openbare vergadering voor belangstellen den op 14febr. 1887 met 50 leden de eerste Schiedamse IJsclub werd opgericht. In de polder Kortland werd een stuk weiland als ijsbaan ingericht, waarvan de ingang was aan de Nieuwe Haven door de sociëteit de Harmonie. Ook dat was echter min of meer nog een „elite-aangelegenheid". Het feest was van korte duur. Nadat een kwakkel- winter de penningmeester reeds grijze haren had be zorgd, werd tot overmaat van ramp in de winter 1890/91 de baan grondig bedorven door neerdwarre lend roet uit een nabije industrieschoorsteen. Dat betekende het einde van een kortstondig bestaan. Zeventien jaar lang moest een zich ontwikkelend Schiedam het daarop stellen zonder een ijsclub, in beschamende tegenstelling tot het kleine nabije Kethel. Nieuw begin Eindelijk, op 1 febr. 1908, nam een commissie onder voorzitterschap van de heer H. B. E. Blaisse, ondanks een weinig stimulerend verleden, de zaak opnieuw ter hand. Met een aantal belangstellenden, in de Officierenvereniging bijeengekomen, werd besloten eerst een geschikt terrein te 'zoeken en dan tot op richting van een vereniging over te gaan. In het Zui dergors werd een zodanig terrein gevonden en kon op 25 september d.a.v. onze thans jubilerende Schie damse IJsvereniging met 37 leden worden opgericht. Het bestuur bestond uit de heren: Mr. Lodder, Arn. Zoetmulder, Dr. Endtz, Blaisse en Bosselaar. De financiële maatregelen van het bestuur waren erop gericht het ijsvermaak binnen het bereik van alle stadgenoten te brengen. De gemeenteraad evenwel stelde bij het verhuren van het terrein als voorwaarde dat bedoelde opzet van het bestuur zou worden vast gelegd in het algemeen toegankelijk stellen van een kosteloos gedeelte der baan. Daarop werd een zo danige baan van 160 bij 120 mtr. uitgezet en door de vereniging evenzeer onderhouden. Wanbetalers - staken Snel steeg het ledental in de eerste drie maanden reeds tot 453. De moeilijkheden in de eerste jaren lieten echter evenmin op zich wachten, hoofdzakelijk door het uitblijven van echte ijswinters. We lezen van leden die bij onderlinge afspraak wegens geringe verdienste de pachtsom voor hun ijs- tent terugeisen; van 300 van de 500 leden die hun contributiekaart terugstuurden en als wanbetalers moesten worden geroyeerd. Baanvegers gingen in staking. De huurschuld aan de gemeente liep op en een verzoek tot kwijtschelding alsook dat tot ver laging van de huur werd verworpen door de Raad. Een subsidievoorstel vanuit de Raad kon evenmin de eindstreep halen. Ten slotte werd een meer soepele regeling van de huur door de Raad vastgesteld, n.l. f. 25,per ijsdag tot een maximum van f. 300,—. Tussen de vele zorgen en moeilijkheden door waren er natuurlijk ook de echte ijsdagen, af en toe zelfs van langer duur. Oogenblikkelijk stelde het bestuur dan alles in het werk die ten volle uit te nutten voor alle ijsliefhebbers van jong tot oud. Wat kon het bijv. tot voor enkele jaren dan gezellig

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 13