Niet langer „ontzenuwde werkdieren": OP DE TECHNISCHE SCHOOL LEERT MEN SCHEPPENDE ARBEID Traditie verlamde 140 Wanneer u dit leest zal reeds op het dr. Wibautplein staan opgesteld wat de Schiedamse burgerij kan beschouwen als een feestgeschenk van de jarige zelf: de complete speeltuin uitrusting, die de jongens van de jubilerende Technische School onder leiding van hun geestdriftige leraren voor onze stad hebben gemaakt. De bewoners van onze nieuwe stads wijk Nieuwland zullen er bewonderend omheen lopen en goedkeurend knikken: nou, nou, onze jongens kunnen nog eens wat. Uit andere hoeken van onze stad zal men naar Nieuwland komen om het te zien: want ook daar wonen trotse ouders en familieleden. En uit Kethel en Overschie en misschien uit Vlaar- dingen komen de bezoekers, want ook uit deze plaatsen komen de leerlingen van de Technische School, die nu op zo prettige wijze hun „gouden" visitekaartje laten zien. Onze gedachten gaan uit naar Madurodam, waar men ook al met bewondering kijkt naar de prestaties van de Schiedamse jeugd en wij constateren met voldoening, dat er in het maat schappelijk leven toch wel een diepgaande verandering gekomen is in de halve eeuw, dat de Technische School zij het gedeeltelijk onder andere naam thans bestaat. Natuurlijk denken we bij dit vijftigjarig bestaan in de eerste plaats aan de moedige initiatiefnemers, die omstreeks het jaar 1906 met haast visionaire bezield heid de verandering in het maatschappelijk bestel voorzagen en voorspelden. Onze gedachten gaan nog verder terug, nl. naar de bewogen dagen van 1854, toen de arbeidersbevolking in onze stad nog geheel was overgeleverd aan de ellende, hier misschien nog zwarter dan elders in ons land, omdat Schiedam leefde van slechts één belang rijke nering: de brandersindustrie. In genoemd jaar dan trok het volk joelend en schreeuwend door de straten van onze stad, omdat ze het niet langer wilden, omdat ze het uitzichtloze bestaan niet langer konden verdragen, omdat ze de ellende thuis niet langer kondén aanzien. Zij liepen te hoop voor de bakkerswinkels en wierpen stenen door de ruiten, zij trokken naar de grutters- en aardappelverkopers, en waar zij gingen lieten zij een spoor van glasscherven achter. Deze opstand was snel bedwongen, maar zij toont Verdwenen symbool de slaaf aan de pomp de nood, welke toen heerste, materieel en geestelijk. Want het was in Schiedam net als Dr. Coronel het in 1864 voor een andere industriestad beschreef bij het karakteriseren van de geestesgesteldheid van de arbeider: ,,Hij werkt als een werkdier, dat men voor de ploeg spant. Hij is over het algemeen niet traag, maar ontzenuwd. Hij mist alle energie en heeft geen gevoel van eigenwaarde.Zijn ondeugden vloeijen meer uit zedelijke zwakte en onkunde voort, dan dat ze aan bepaald opzet te wijten zijn Bij den minsten stoot zinkt hij echter ineen, zoals elke machine, die bij een slecht onderhoud en een voortdurend gebruik bij de minste averij in elkaar valt. Gewoon als hij is zich met minder dan het noodige te behelpen, is hij moeielijk te bewegen om zijn krachten aan te wenden ten einde het zich iets beter voor de toekomst te maken." Hier in Schiedam was het dan het verouderde brandersbedrijf, waar men er een eer in stelde te werken volgens een receptuur uit langvervlogen eeuwen. Deze hang naar de traditie verlamde de energie der stedelijke bevolking en was een rem op de ontwikkeling. Maar bovendien was het de arbei dende bevolking onmogelijk zich omhoog te wprken tot zelfrespect en levensvreugde tot vreugde in de arbeid zolang het arbeidsproces een zo zwak beroep deed op de sluimerende scheppingsdrang als dat het geval was bij de mensen, die hun levenstaak vonden in het brandersvak. Dit eiste geen denkkracht, geen scheppende gedachten. Voor het werk in de branderij was geen vakkennis nodig. De meesterknecht en zijn helpers deden dag in dag uit hetzelfde en een boek- houdertje deed de simpele administratie, die daarbij nodig was. Een sprekend voorbeeld voor onbeduidendheid van het werk blijft de taak van de pomper, de man die bij de branderijen de ganse dag niet anders deed dan het op en neer bewegen van de zware hengel, een slaaf, die voor een armzalig loon in een ongezonde bedorven sfeer zijn geestdodende arbeid verrichtte. Dit is het s/mbool voor de arbeid tegen het einde van de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 8