^Cerótmió op <:ï\iouw-guinea Drie Schiedammers vieren dit jaar Aan de i'ohang terang stralen ddftr de kaarsjes 189 „O, dat Kerstfeest in Nieuw-Guinea," zo schrijft ons Mr. L. O. A. MOLL, een der drie Schie dammers, die op dat verre eiland een belangrijke taak hebben gevonden, „voor hen, die in Europa geboren en getogen zijn, zal er altijd een soort weemoed zijn, altijd een pogen om de vertrouwde sfeer van het Nederlandse Kerstfeest zoveel mogelijk te benaderen. Er is een kerst boom, al is er met de Nederlandse dennetjes maar een vage gelijkenis, er is kaarslicht, een Hollands dinertje, met wijn, al naar de mogelijkheden en naar wat men thuis gewend is. Natuurlijk is er voor de religieuze beleving van de Kerst ook midden in het oerwoud plaats, maar voor de sfeer is de warmte, die hier altijd heerst, een belemmering, evenals de totaal andere levensomstandigheden hier. Maar altijd blijft voor ons een gevoel van ballingschap, van eenzaam te zijn ver van de vertrouwde viering thuis. Het mag dan wat gemakkelijker zijn voor de Indische Europeanen, die voortbouwen op een Indische traditie, en ook voor de niet-inheemse groepen, voor Ambonezen, Keiezen etc., maar ook voor hen komt dat gevoel van balling te zijn om de hoek kijken, omdat zij van Java, Ambon, Kei en hoe het land van herkomst verder heten mag, zijn afgesneden en daar nimmer zullen terugkeren. Hoe anders is het Kerstfeest hier dan in het oude vertrouwde land, vanwaar men verjaagd is en dat men vermoedelijk nooit meer zal zien. De heer Mr. L. O. A. Moll is de zoon van mevr. A. Mol I-Li ps, gemeenteraadslid V.V.D.-fractie; zijn vader was resident van Bali en Lombok, toen hij hier zijn schoolopleiding genoot. Na het gymnasium te hebben doorgelopen, studeerde hij indologie in Utrecht en Leiden. Hij behaalde in 1952 zijn meesters titel en vertrok het jaar daarop naar Nieuw-Guinea, waar hij nu zelfstandig bestuursambtenaar is in Tanah Merah. Zijn broer Ir. H. W. MOLL kreeg in Wageningen een opleiding tropische landbouw. Sinds 1950 werkt hij op Nieuw-Guinea, eerst op het landbouwproef station te Hollandia en later bij de landbouwvoor- lichtingsdienst waar hij thans, hoewel nog slechts 35 jaar, organisatorisch werk verricht in de rang van hoofdambtenaar. Hij is de man, die op Nieuw-Guinea de cacao heeft ingevoerd. Hij vertegenwoordigde Nieuw-Guinea op de conferenties van het „Plant Protection Committee for South Asia" te Singapore, Bangkok en Ceylon. Hij is voorzitter van de Chris telijke Werknemers vereniging op Nieuw-Guinea, die ernaar streeft de Papoea's in één organisatie te verenigen. Taalgeleerde Er is nog een belangrijke Schiedammer in Nieuw- Guinea, nl. Dr. J. C. ANCEAUX, zoon van een Schie- damse kapper, een taalgeleerde, die in Leiden stu deerde en in 1952 promoveerde op een proefschrift over de Wolio-taal. Hij ontmoette in 1947 aan de Leidse universiteit de zoon van de sultan van Boeton, een eilandje aan de Z.O.-punt van Celebes, in wiens vaderland die Wolio-taal gesproken werd; zodoende had hij de gelegenheid deze taal te bestuderen en haar voor de eerste keer aan een wetenschappelijke bewerking te onderwerpen. Het jaar daarop kreeg Kerststemming bij het Sentani-meer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 17