damse gymnasium, dat regelmatig gebruik maakt
van ,,Cyrene", aan het „sloten". In de ruime serre
van het pittoreske huis vertelde mevrouw Augus-
teyn, bij ontstentenis van haar man, ons iets over
„Cyrene".
In 1635 toen het kasteelcomplex werd veranderd,
bleef er niets anders over dan het „Poortgebouw",
dat tot boerderij werd ingericht. De „mooie kamer"
van deze boerderij, de taveerne van nu, werd een
kwart eeuw geleden veranderd in een café, dat be
kend werd onder de naam ,,'s Gravenhuize". De heer
Augusteyn heeft deze mooie kamer echter weer
een metamorfose laten ondergaan en er een cul
tureel centrum van gemaakt, dat de naam „De Hof
van Cyrene" ging dragen. Jarenlang heeft de heer
Augusteyn boerderijen en antiquiteitenzaken afgelo
pen omzijn taveerne in zeventiende-eeuwse stijl in te
richten. Daar is hij volkomen in geslaagd en nu wordt
de taveerne gebruikt voor culturele evenementen
van allerlei aard.
Helaas is al dit schoons gedoemd te verdwijnen.
De alles opslokkende gemeente Rotterdam heeft
namelijk de wens te kennen gegeven om de Delfs-
havense Schie door te trekken in de richting van
het landgoed „De Tempel". Hoewel „De Hof van
Cyrene" helemaal niet in het verlengde van deze
Schie ligt, schijnt het toch niet mogelijk hem te be
houden.
Dan zal er weer een stuk Holland voor goed ver
dwijnen, zo schreef de heer Augusteyn eens in een
van Rotterdams grote dagbladen, een stuk, dat met
geen park te vergelijken is, een stuk waar mensen
hun brood hebben en dat uit zichzelf al creatief is.
Maar goed, zo vervolgt hij, plant hier dure bomen
en struiken in plaats van onze doodgewone, maar
zo mooie populieren en wilgen, die hier thuishoren,
vang wat van de weidevogels, die hier leven en broe
den en zet ze op, maak restaurants met buislampen
en allerlei namaakdingen van geperst karton en ge
bruik vooral veel plastic, zet ze'vol met het gotische
triplex van de grote meubelmagazijnen en maak dan
heel veel herrie, veel gegil en geschreeuw. dan
zal de noodkreet van de oude Hollandse polder spoe
dig gesmoord zijn. Of.
AAD WAGENAAR.
Een oude stad
in de winter (3)