236 dam voor alle mensen die wat voelen voor oude bouwwerken, een kostbaar kleinood. Rotterdam, de grote broer en nabuur, heeft zo iets niet. Hillegers- berg, de Reuzentoren op het kerkhof? Inderdaad, een ruïne, die tot in de 13e eeuw teruggaat. Maar, met heel wat minder belangwekkende details. En, Riviere was een echte versterking. De muren van het keldergedeelte zijn 3 meter dik. De muren van Hillegersberg halen nauwelijks de meter. Dor drecht, met zijn bouwval van het Huis te Merwede, komt niet verder terug dan het einde van de veer- Het kasteel omstreeks 1570, naar een tekening van de 16-eeuwse landmeter Jan Jansz. Potter, op perkament en met waterverf ge kleurd, uit het Kaartboek van het Sint Jacobs Gasthuis, thans open geslagen op de tentoonstelling ,,Ach tijd, waar ben je gebleven" in het museum. tiende eeuw. Dit overblijfsel is dus een goede honderd jaar jonger. Het Goudse kasteel is verdwenen; als zo vele in Zuid-Holland. Met Oostvoorne, Heenvliet, de Burcht van Leiden en Teylingen behoort de ruïne aan de Broersvest te Schiedam tot het zeer weinige, wat ons van de kastelen uit de tijden vóór 1300 overbleef. Een steenklomp, zo van buiten te zien. Maar de kenner zal u op allerlei bijzonderheden wijzen, die tot de verbeelding spreken en het leven van die verre dagen voor het geestesoog oproepen. Een gootsteen OVER de kelder boog zich eens een tongewelf, zo genoemd omdat dit gewelf het beste te ver gelijken valt met een doorgesneden ton. Heel smalle en hoge lichtspleten lieten een vrij schemerig licht toe in deze ruimte, die niet voor bewoning geschikt is. In een hoek treft men een muurkoker aan, die als privaat bedoeld is. De kelder kon alzo als gevangenis benut worden. De woonverdieping draagt een veel vriendelijker stempel. Een ruime schouw wekt gedachten aan een weldadige warmte; in de tegenoverliggende wand ontdekt men een nisje met een spitsboog en resten van een gootsteen van rood zandsteen. Een heel zeldzaam staaltje van binnenhuisarchitectuur, dat de archeoloog met spijt door verwering steeds vorm- lozer ziet worden. Evenals de muren van het trappen huis steeds verder afbrokkelen; meer door de Schie- damse jeugd dan door het stukvriezen in de winter. Hier, op deze kamer boven het gewelf, heeft Gravin Aleyda somtijds op de raambanken gezeten en uit gekeken over de rieten daken van de houten huizen, waarin de eerste Schiedammers woonden. Hier heeft de jonge Floris V onder het oog van tante met zijn ridders te paard gespeeld en van de huiskapelaan het lezen en schrijven geleerd. Wellicht ook de eerste ruzies uitgevochten met zijn neef Floris, die later de bijnaam ,,de Zwarte" zou krijgen. De meeste Schiedammers hebben door de eeuwen heen de aanwezigheid van de ruïne als vanzelfspre kend geaccepteerd. De vraag, of het kasteel nog groter geweest was, is niet bij hen opgekomen. In 1890 werd Schiedam bestuurd door een burgemeester met oudheidkundige belangstelling. Zijn naam luidde P. J. van Dijk van Matenesse en daar de bouwval ook bekend staat onder de naam Oud-Mathenesse, ligt de verklaring voor zijn belangstelling wellicht voor de hand. Hij liet wat graven en misschien ook conserveren, maar daar bleef het bij. Intussen, hulde aan deze burgemeester, die een initiatief nam dat nog niet al te veel navolging vond. Hoewel, als de voortekenen niet bedriegen.... Actieve opzichter pEN goede twintig jaar later werd er om de grauwe I— muren gegraven en gebouwd, lang vergeten funderingen kwamen aan het licht en de gemeente opzichter C. Huismans maakte een opmeting. Voor zeker een man met belangstelling, deze opzichter. Hij completeerde de tekening met de stippellijnen van zijn vermoedens. Jarenlang heeft zijn werkstuk, keurig ingelijst, in het gemaal gehangen. Gelukkig hadden alle machinisten, die in het gemaal de scepter zwaaiden, evenveel respect voor het werk van Huis mans, zodat dit kostbare achiefstuk tot op onze dagen bewaard bleef. De archeoloog, die de opmeting nauwlettend be keek, ontdekte wel enige bevreemdende zaken. Hij SCHIEDAM HUS Tt RIVIERE Plattegrond van het kasteel: het eigenlijke huis en de versterkingen met muren en torens. Het zwarte gedeelte is het oudst: het met kruisjes gestreepte dateert uit de 14de eeuw; de rest uit de 16de eeuw.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1959 | | pagina 10