I Cl(L 237 J kende het tekeningetje van de 16de-eeuwse land meter Jan Potter, waarop de brug een gans ander verloop had dan Huismans vermoedde en overigens waren er andere verschijnselen, die om een nader onderzoek vroegen. Zo kwam het dan in de jaren 1947 en 1948 tot een uitgebreid onderzoek, dat uiter aard heel wat verder ging dan de sonderingen van Huismans. De opgravingen bepaalden zich niet tot de omgeving van de toren, maar strekten zich even eens uit over de inmiddels geruimde begraafplaats, waar men al eerder een stuk muur te voorschijn had gebracht. Hier bevond zich, naar men later kon vaststellen, de voorburcht met stallen en bijge bouwen. Verbouwingen Het oude paneel en de tekening van Jan Potter zijn betrouwbaar gebleken. Inderdaad bestond het hoofdgebouw in de dagen van de sloping uit een vrijwel vierkant complex, waarvan de toren de groot ste hoek in beslag nam. Aan twee zijden werd de toren ingesloten; tegen de noordwand lag de noord vleugel, terwijl aan de stadszijde zich een tweede woonruimte uitstrekte. In hoofdzaak was deze toestand ontstaan na de grote verbouwingen van omstreeks 1350. In hoofd zaak, want aan de stadszijde heeft zich de woon ruimte pas gaandeweg gevormd door het bebouwen van een binnenplaats langs de westwand van de toren, die afgesloten werd door een schildmuur met een weergang op bogen; een soort viaduct, tegen de buitenmuur aangeschoven. Dergelijke weer gangen geven het Muiderslot, de Burcht te Leiden en de ruïne van Teylingen heden ten dage nog te zien. Romantiek huiven over de ruïne: een stormvlaag giert voorbij, een herder met zijn schapen schuilt verschrikt. Dit hoogst merkwaar dige prentje uit het eind van de achttiende eeuw bevindt zich in de verzameling van het Stedelijk Museum. Door drie meter muur De kelderverdieping van de noordvleugel bevatte een waterput en een haardje, in de dikte van de muur uitgespaard. Om de nodige verbinding tussen de toren en de nieuwe vleugel te verkrijgen, werd door de drie meter dikke muren een doorgang ge broken, hetgeen ongetwijfeld een moeizaam werk is geweest. Dit gat vormt de toegang, die wij nog gebruiken om binnen de toren te komen. (Slot op pag. 241) Voorwerpen, die eeuwen lang in de slotgracht verborgen lagen en nu geëxposeerd zijn in het Stedelijk Museum. Links boven een uit elkaar gespatte geschutloop arme kanonnier.verder een lepel en een dolk en aardewerk. 4 - - -<cl—

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1959 | | pagina 11