Padvinder Sunderman (SO jaar)
zat 10 dagen gevangen
233
Afscheid van een vriend
en helper van de jeugd
DE heer A. M. SUNDERMAN, directeur van de Distilleerderij Wed. A. v. d. Eelaart,
heeft de leeftijd bereikt, waarop hij zich wat meer rust wil gunnen en het werk wil
overlaten aan jongere krachten, althans voor zover het het culturele werk betreft. Op
17 februari zou hij in de Aula van het Stedelijk Museum officieel afscheid nemen van de
Nederlandse Jeugdgemeenschap en van de Sectie Jeugd van de Schiedamse Gemeen
schap, en de Ere-penning van de S.G. in ontvangst nemen. Daarmee is dan ook voor ons
het ogenblik gekomen om eens een wat krachtiger licht te werpen op deze strijdbare
figuur, die zovele lange jaren een krachtig aandeel heeft gehad in het culturele leven
van onze stad en daarbij mede in verband met zijn beginselen zo weinig in de pu
bliciteit is getreden.
DE heer Sunderman is geen Schiedammer van ge
boorte. Hij zag het levenslicht in Dordrecht anno
1892 en verhuisde op 37-jarige leeftijd uit Zwijn-
drecht naar Schiedam, waar hij zich altijd best op
zijn plaats heeft gevoeld. Om het met zijn eigen
woorden te zeggen: ,,Het is geen luxe stad voor ge
pensioneerde heren, maar er zit hier leven in de
brouwerij I" of om te spreken in de geest van mevrouw
Sunderman: „Schiedam is eigenlijk een lelijke stad
met een afschuwelijke kern en een rare oude ruïne,
die niet veel meer is dan een steenklomp met wat
mos." En toch vinden de heer en mevrouw Sunder
man, alsook hun kinderen, het in Schiedam niet on
aardig wonen.
Die kinderen die hebben in het leven van de
heer Sunderman en zijn echtgenote een belangrijke
rol gespeeld. Omdat zij het prettig vonden bij de
padvinderij, zijn hun ouders er ook bij gegaan, de
heer Sunderman eerst als voorzitter van de ouder
commissie bij de Waterscouts en later als assistent
districtscommissaris, welke functie hij tot op heden
vervuld heeft, en mevrouw in een leidende rol bij
de meisjespadvinderij. De padvinderij is in de loop
van de jaren voor de heer Sunderman veel gaan be
tekenen. Hij heeft er niet alleen zijn eten en drinken
voor laten staan, maar heeft er zelfs een dag of tien
voor gezeten op water en brood ja, in de gevange
nis, verdacht van spionage.
Het leek een eeuwigheid
Dat was in de oorlogsjaren, toen alles wat pad
vinder heette in een kwaad daglicht stond. In 1942
werd hij van zijn bed gelicht en naar het Westplein
vervoerd en vandaar naar het Haagse Veer. Hij ont-