JAN EH 3{élène. speurden naar Ri 7 „Symon Jansz. Rijnbende komt uit Maassluis en gaat in Schiedam wonen." Wie hij was, is onbekend. Wat hij deed is onbekend. Was hij groot van postuur of was hij klein? Waar woonde hij in Schiedam? Allemaal onbekend. Maar wij weten nog wel wat meer van deze Symon Jansz. Rijnbende. Met hem begint te Schiedam, om streeks 1686, de historie van een geslacht dat in de loop der eeuwen vele en belangrijke burgers zou leveren. Symon Janszoon stamt vermoedelijk uit een vissers familie. Hij vertrok na zijn huwelijk uit Maassluis, misschien wel omdat hij graag werkzaam wilde zijn in de Schiedamse brandersindustrie, die toen in opkomst was. Zijn zoon, Jan Symonsz., kennen wij reeds beter. Hij werd in 1687 te Schiedam gedoopt. Het Besogneboek van Burgemeesteren vermeldt dat deze Jan in 1754 tot hoofdman van het St. An- thonius of Arbeidersgilde werd benoemd. Diens zoon Simon werd kapitein ter koopvaardij. Diens zoon Jan kreeg in 1777 de voor Schiedam zo belang rijke zoon Simon Rijnbende, stichter van de branderij en burgemeester van Schiedam. Al deze kennis ligt verankerd in de archieven, van elkaar geschieden als losse feiten, als kleinere en grotere zaken uit het leven in een stad. Zij krijgen pas betekenis wanneer ze worden verzameld en samengevoegd tot een verhaal, het geschiedverhaal van een geslacht, de genealogie van Rijnbende. Doorzettingsvermogen Het vereist doorzettingsvermogen en grote nauw keurigheid en natuurlijk een flinke dosis ambitie om de honderden, voor buitenstaanders vrij droge, feiten tot een sluitend verhaal samen te voegen. Deze drie eigenschappen zijn de jeugdige JOHAN NES C. LISSENBERG uit Schiedam en zijn klassege- nootje HÉLÈNE S. RIJNBENDE uit Rotterdam, tot steun geweest bij de omvangrijke taak de gegevens over het geslacht Rijnbende chronologisch bijeen te brengen in een boek. Beiden bezoeken het Marnix-gymnasium te Rot terdam. Jan Lissenberg is (genealogie werkt aan stekelijk) op vijf november 1940 geboren, Hélène Rijnbende aanschouwde op de tweede april 1943 het levenslicht. Beiden zitten in de vierde klas. Zij zit er vanaf het begin op, hij vanaf de derde klas, na een aanloop op de h.b.s.tot hij plotseling ontdekte, dat hij ge schiedenis wilde studeren. Daarvoor had hij de oude talen nodig en zo waagde hij de sprong. Hij heeft hard moeten werken en ook nu is het vele school werk er de oorzaak van, dat hij al z'n plannen en ideeën niet kan uitwerken. Overigens heeft dat schoolwerk Jan en Hélène niet verhinderd voornoemd enorm karwei tot een goed einde te brengen, tot een bijzonder goed einde! In hun zomervakantie, twee maanden lang, hebben zij de genealogie samengesteld.... Hoe komen ze zo? Hoe komen ze zo? Eerst Jan: Ik heb altijd nogal van geschiedenis gehouden. Ja, niet van de jaartallen hoor, ik vergeet alles, jaartallen weet ik ook nooit. Eigenlijk kwam het door die conservator van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonder zoek, de heer Renaud, die in '54 (het viel juist in mijn paasvakantie) opgravingen deed bij de ruïne van Mathenesse. Daar kreeg ik ook zin in. Ja, ik had eerst wel een andere hobby, biologie, planten, padde stoelen, vieze boel eigenlijk, vind ik, nou ja; maar ik ben naar de conservator toe gegaan, heb met hem kennis gemaakt en heb ook enkele opgravingen mogen doen. Aan de hand van je vondsten moet je wel in de geschiedenis van je stad duiken en zo rol je er een beetje in. Dan vind je van alles." De jonge Lissenberg vond zoveel, dat hij er drie jaar later reeds een tentoonstelling van kon maken op zijn vorige school. Dat was in februari '57. Hélène Rijnbende bleek een zelfde zwak voorge schiedenis te bezitten, een zélfde belangstelling voor stambomen en een zélfde studieplan. Zij had o.a. reeksen plaatjes van allerlei vorstenhuizen en zij had eveneens veel materiaal over het geslacht der Rijnbendes. Zij besloten toen de genealogie van Rijnbende samen te stellen. Maar wanneer? Zij hadden twee maanden de tijd om het grote werk te doen. In hun zomervakantie. Daarvóór (Slot op blz. 15 - Laatste kolom)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1959 | | pagina 7