De start
Gouden jubileum
Carrière
Garantie
46
C. STOUTHAMER
FORMAAT
Dinsdagmorgen 20 april 1909. Stil is het nog in de
straten van Rotterdam-Zuid. Gordijnen zijn nog neer
gelaten; 'n vroege melkboer, wat arbeiders op weg
naar de fabriek en daartussen 'n lange jongen.
Uit het noordoosten komt een snijdende wind; de
lucht heeft een dik wolkendek; van
nacht heeft het nog gevroren. Het
voorjaar wil niet erg. De jongen
voelt geen kou; hij stapt vlug aan,
z'n pakje brood onder de arm. Hij
gaat naar Wilton; z'n eerste dag.
Pas van school. Een goede week ge-
leden werd hij 14. Omdat hij aardig
tekenen kon stuurde z'n vader hem
naar de tekenschool. De „jonge"
Bart heeft hem als leerling-tekenaar aangenomen. Er
is wat onwennigheid bij hem: het is allemaal zo nieuw.
Er is ook de nieuwsgierigheid. „Hoe zal dat straks
allemaal gaan Maar bovenal is er de bruisende vita
liteit; het verlangen aan te kunnen pakken. Wilton!
Als hij daaraan denkt gaat het binnenin hem gloeien.
Achter Wiltons poort liggen niet alleen dok en werf.
Daarachter ligt gans Rotterdam; daar ligt de maat
schappij; daar ligt de wereld.
Maandag 20 april 1959. Een stralende dag. Veel zon
geen wind; een blauwe, bijna wolkeloze hemel. Dit
is nu al de derde receptie. Zaterdagmorgen begon het.
Na al de maandenlange voorbereidingen door het
personeel van Wilton.
Zaterdagmorgenmet de „Marche Solennelle", door
de Harmonie W.F., ter verwelkoming.
De jubilaris houdt niet van publiciteit en van feeste
lijkheden met zijn persoon als middelpunt en inzet.
Als het aanvankelijk aan hem had gelegen zou dit alles
er niet zijn geweest.
En als het aan hem had gelegen zou er hier ook
niets over zijn persoon vermeld staan.
De huldiging is groots. Wilton-Fijenoord is een
machtig bedrijf, met ruim 8.000 werknemers, waarvan
velen 25 jaar en meer in dienst zijn. Er was zaterdag
de stroom van bazen, onder-bazen en zij die 'n kwart
eeuw en langer hier hun werk en ontplooiing vonden.
Er was vanmorgen een nog grotere stroom van oud
gedienden. En nu: de vele vrienden en relaties. Van
heinde en ver zijn ze gekomen, de vertegenwoordigers
van ondernemingen, de functionarissen van relaties
en van het gezag, de vele oud-gedienden, de vele, vele
vrienden. De zaal is bijkans een bloemenlusthof ge
worden. Tafels werden tot kostbare shows.
Vandaag niet voer het bedrijf, niet voor belangen.
Nu uitsluitend voor de jubilaris.
Alles in de sfeer van persoonlijke waardering, van
erkentelijkheid, van hoogachting, van respect voor
menselijke grootheid.
Je moet langer dan tien jaar bij W.F. zijn om nog
meegemaakt te hebben, dat de jubilaris van chef
reparatie directeur werd en bijna vijfendertig jaar in
dienst zijn om je te kunnen herinneren, dat hij van te
kenaar bedrijfsassistent werd, maar alleen de oud
gedienden, zoals die man van over de 80 die extra uit
Hamburg is gekomen, kunnen praten over de tijd,
dat de nu jubilerende directeur als leerling-tekenaar
bij Wilton kwam.
Die lange, 'n beetje stille jongen, die al direct opviel
door z'n wil tot aanpakken en door zijn weetgierig
heid.
Veraf ligt in het verleden die dinsdag de twintigste
april 1909. De jonge knaap werd man.
Wie een carrière wil opbouwen in de richting die
die jonge tekenaar is ingeslagen gaat werktuigkunde
studeren. Hij meer. Soms met brandende ogen, na een
zeer lange werkdag, van 's morgens vroeg tot diep in
de avond, boog hij zich nog over boek en tekening.
Bij ingenieurs van de werf nam hij les.
Wie in scheepvaartkringen iets wil bereiken moet
talenkennis hebben. Engels en Duits zijn gangbaar.
De jonge bedrijfsassistent had ze bestudeerd, en meer.
Als op een dag iemand naar Frankrijk dient te gaan
om een bijzonder werk te bespreken, rijst de vraag:
Wie? Hijwant nu blijktdat hij vloeiend Frans spreekt.
Als door de technische vooruitgang een revolutie
op het gebied van de motorische kracht bij schepen
zich openbaart,blijkt hij geheel terzake kundig te zijn,
en spoedig specialist.
In het begin, zonder zelf enige ophef ervan te ma
ken, stil, zich beknopt en kernachtig uitdrukkend,
verder zwijgend bijna op het stugge af verwekte
hij explosies van verbazing over zijn kennis en inzicht.
Nu is er bij W.F. slechts nog de telkens zich weer
herhalende bevestiging, dat deze oudste directeur van
W.F. met alles op de hoogte is. Zelfs de vage verwon
dering over zoveel kennis, over zoveel gespreide be
langstelling gepaard aan gefundeerd inzicht, isvergle-
den. Men is eraan gewend geraakt. Het moeilijkste
is hem niet te zwaar. Sneller dan de floret bij uitval
kan treffen dringt zijn inzicht door een probleem.
Of men zijn relatie met W.F. of zijn dienstverband
met jaren of met tijdvakken telt, de wapenfeiten van
W.F., die grotendeels zijn verrichtingen, zijn initiatie
ven en zijn inventies zijn, kent ieder, doordat zij van
mond tot mond gaan, doordat zij tot ieders verbeel
ding spreken, doordat zij gestalten krijgen, zodat zij
zijn medewerkers steeds hebben gestaald en geïnspi
reerd.
Maar wie er al bij W.F. gewend is geraakt aan de
genialiteit van die bedrijfsassistent, van die chef
reparatie en van deze directeur, de buitenstaander,
de relatie, niet. Voor hen waren er steeds weer ver
bluffende evenementen, openbaringen van vakman
schap en inzicht, van grote kennis en vindingrijkheid,
Daar was in 1919 het s.s. Ceram, waarbij hij voor