Brein en hart
Het harnas
47
het eerst zelfstandig de werkzaamheden leidde; daar
volgde dra de ombouw van het s.s. India, waarvan de
kolenketels in oliestook veranderd moesten worden;
daarop is dan de lange reeks gevolgd van al die her
stellingen, ombouwen, reparaties in recordtijd, de
technische en wetenschappelijke vondsten, waaronder
die ten dienste van de Liberty Glo, de Laconia, de
Lutetia, de Paris, de Oranje, alle „wapenfeiten"
waaraan zijn naam verbonden is en die W.F.'s faam
hebben bevestigd en vergroot, en waarvan één al
voldoende zou zijn om een dok- en werfmaatschappij
voorgoed waardering en bekendheid te doen ver
krijgen.
Óf men nu ervaring-rijk zich niet meer bewonderend
verbaast, dan wel dat men telkens weer gefrappeerd
wordt door zijn treffelijke kwaliteiten, één algemene,
ongedeelde visie is er, een anker bij zoveel naamloze
ongewisheid in de wereld: dat zijn woord garantie is.
En voor allen is hij de stille, luisterende deelgenoot
aan het gesprek, wiens schaarse woord altijd de kern
treft, zodat ook voor de andere het overtollige ver
valt, en als het moet, het evenwicht herstelt.
Wie achter deze luisterende zwijgzaamheid gespan
nen aandacht raadt, ziet scherp; wie achter deze
aandacht gerede kennis ziet, heeft kennelijk reeds
meer ervaren, doch alleen zij die in de omstandigheid
verkeerden van hoog tot laag zijn medewer
kers te zijn, weten van de warmte, die- ook achter
dat alles is.
De warmte van het menselijke hart, dat uitstraalt
in het (ogenschijnlijk luttele) gebaar, in het woord
dat opbeurt en verfrist, dat op-gemak-stelt en óók
dat corrigeert.
Wapenfeiten kunnen vervagen, er kan wel worden
gevraagd „hoe zat dat ook weer, met dat en dat
schip?", maar die ene keer van dat waarderend woord,
die ene middag dat er werd gevraagd „lukt het?",
die dag dat een kleine opdracht werd gegeven dié
later bleek slechts het scheppen van een gelegenheid
te zijn geweest om het niet-vlottende werk daarna
fris opnieuw te kunnen bezien, die blijven, zoals ook
immer bijblijft die enkele zin, die als olie op de gol
ven was en alle zwarigheden deed verzinken.
Er ging vijftig jaar geleden een jonge knaap naar
Wilton; 'n opgeschoten bijna wat slungelachtig,
lange - jongen, net 14 jaar. Hij kreeg het niet ge
makkelijk in een tijd van bij na-dag-en-nacht werken.
Hij had een honger naar kennis.
Zijn studie werd weten; zijn doordenken van pro
blemen en resoluut, leidend handelen werden rijpe
ervaring.
Nu viert er een man van groot formaat zijn gouden
jubileum.
Zijn kennis en inzicht worden over de gehele wereld
gewaardeerd en genoemd; zijn wetenschap gezocht.
Hij heeft 'n wil tot begrijpen.
Wanneer de poorten van dat geweldige complex
van Wilton-Fijenoord Dok- en Werfmaatschappij,
dat dynamische, technische bedrijf, zich ontsluiten,
stromen achtduizend werkers binnen en daar zijn
duizenden Schiedammers bij. En als het werk een aan
vang neemt betrekt ook de oudste directeur zijn post.
Aanknopend aan een traditie verbreedde hij W.F.'s
naam en roem.
En als de dagtaak is volbracht gaat ook hij naar
huis en hoopt die avond wat tijd te vinden voor het
boek waarvan hij houdt, of muziek te kunnen horen,
of te kunnen wandelen, naar het plekje, langs die
boom, waar hij al te lang niet is geweest, want mor
gen.... morgen moet hij misschien onverwachts op
reis het harnas kan door de krijgsman nooit geheel
luisterend
begrijpend
bemoedigend
worden afgelegd: z'n reispas heeft hij altijd op zak,
gereed.
Want dat is het bijzondere en het hoogst waarde
volle aan deze formidabele mens, deze leider van een
technisch bolwerk, dat hij na zijn grage technische
studie, bij zijn uitzonderlijke bekwaamheid om tech
nische en organisatorische problemen op te lossen,
bij z'n exacte kennis, zich niet aan de techniek heeft
verloren, dat er altijd is gebleven een grote, gespreide,
belangstelling, een gretigheid naar een veel-omvat-
tend weten, een begerigheid tot begrijpen; een ge-
grepen-zijn door de dynamiek van het Leven zelf,
dat zich vertoont in de stille dingen der natuur, de
doordringende woorden van het boek en de toon der
muziek.
In welke omstandigheid ook, het is altijd een bij
zonder evenement, op zéér menselijk niveau, het con
tact met C. A. J. van Daalen.