De Schiedam
Gemeenschap
r
L
105
ORGAAN VAN DE STICHTING DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP JAARGANG 11 - No. 5 - SEPTEMBER 1959
De afscheidsavond waarop de heer M. Holl de
voorzittershamer overdroeg, was geladen met tegen
strijdige gevoelens en zouden wij zeggen een
daarmee overeenstemmende tegenstrijdigheid in de
gebaren. De bijeenkomst was uitgeschreven als be
stuursraadsvergadering, maar zoals de scheidende
voorzitter met de hem eigen ironie opmerkte, er
waren wel veel bestuursraadsleden aanwezig.
Een ander merkwaardig gebeuren was de over
dracht zelf, omdat deze niet onmiddellijk werd gevolgd
door de aanvaarding van het voorzitterschap door
de heer De Wolff, zodat de vergadering enige tijd
voortrolde in een niemandsland tussen twee presidia-
ten.
Wij zouden op deze merkwaardigheden niet terug
komen wanneer wij ze allereerst als schoonheidsge
breken zagen. Neen, wat onder normale omstandig
heden weinig elegant zou aandoen, werd bij het af
scheid van de heer Holl een symptoom van grote
bewogenheid, een treffend ruilen van het spel voor
een persoonlijk contact tussen mensen, die de Ge
meenschap jaren als voorwerp van hun genegenheid
en hun arbeid gemeen hebben gehad.
Dwars tegen de ontroering in bewoog zich de ge
dachte,die het Franse volk zo treffend heeft neergelegd
in de zin waarmee tevens het erfelijk koningschap
werd getekend :„Le roi est mort, vive Ie roi". Met een
dergelijke vanzelfsprekendheid werd de met algemene
stemmen gekozen nieuwe voorzitter begroet en werd
niet in het minst door de scheidende voorzitter be
klemtoond, dat de Gemeenschap voortleeft, ook als
de leiding verandert. De Schiedamse Gemeenschap
als levend organisme kan niet anders dan voortgaan
op de weg naar bevordering van samenwerking tussen
alle geledingen en organisaties uit haar midden, naar
verdere uitbloei van het cultureel aspect, dat vooral
in een periode van grootse materiële ontwikkeling,
als wij beleven, zin en inhoud aan de rusteloze bedrij
vigheid der samenleving geeft.
Het zou intussen een weinig realistische instelling
verraden wanneer wij de nieuwe voorzitter een ge
makkelijke ambtsperiode voorspellen. Zeker, de heer
Holl kenschetste terecht het voorzitterschap, in hechte
samenwerking met allen die zich achter de Gemeen
schap hebben geschaard, niet als een last maar als
een vreugdevolle taak.
Maar dit nummer dat zich grotendeels beweegt
rond de wisseling van voorzitters, geeft het in een
terugblik en een aantal citaten ten duidelijkste aan:
na een spectaculair begin heeft de gemeenschapsge
dachte zich steeds hechter gevestigd in het organisatie
leven. De Schiedamse Gemeenschap, die geleidelijk
het vertrouwen van de gemeenschap overtuigend
heeft gewonnen, heeft nu te zeilen tussen Scylla en
Charybdis: aan de ene kant zal zij de op haar geves
tigde hoop niet mogen teleurstellen, aan de andere
kant heeft zij te waken tegen een vertrouwen dat niet
uitmondt in een samenspel tussen gemeenschapsleden
en hun overkoepeling, maar in een verschuiving van
taken en verantwoordelijkheden van het leven der
gemeenschap naar de organisatorische top. Top-
zwaarte en bureaucratie dreigen dan in de plaats te
treden van wat nu als waardevolle hulpverlening,
coördinatie en stimulering een bevruchtende rol
speelt.
Wij wensen voorzitter en bestuur graag toe dat
hun scherpe inzicht op dit punt blijvend in alle ge
ledingen van de Schiedamse Gemeenschap beantwoor
ding mag vinden.
Geen hamerstuk al komt er wel een hamer bij te pas.