De Fries-Bataafse boerderij onder Kefhel 132 ANDERS DAN HET GESCHIEDENISBOEK ONS LEERDE Honderd jaar voor Christus: De Friezen en Bataven komen in ons land", zo leerden we reeds op de lagere school. Was het geschiedenis boekje geïllustreerd, dan ontwaarde men ook enkele bijenkorfachtige hutten, de behuizingen ,,dier gespierde braven". Vechten, drinken en dobbelen (het laatste blijkbaar bij voorkeur om vrouwen) completeerden het beeld, dat ons werd bijgebracht omtrent onze vroegste voorvaderen langs Neêrland's kust. Wat de voormoederen betreft, zij bearbeidden het land en deden ook al het overige werk Wie in het Stedelijk Museum komt, ziet in de oudheidkundige afdeling een stuk paal staan, waarvan de doorsnede aan de scherp toegehakte onderzijde ongeveer 21 cm bedraagt. Enige maanden geleden bevond deze paal zich nog in de grond, 1.60 m onder het maaiveld zat de kop. Maar, 90 cm diep in de zware klei sloegen hem de mensen, die deze boomstam 1800 jaar geleden hadden bestemd tot schoorpaal in hun nieuwe boerderij. Technici in de A.W.W.N.-werkgroep „Helini- um" berekenden, dat een gewicht van 200 kg nodig is geweest om de paal in de grond te drijven! Beslist geen werk voor vrouwen of drinke broers! In tegenstelling tot onze school boekjes vormt de boerderij, die begin juni te Schiedam onder Kethel werd ontdekt, dan ook een brok werkelijkheid over onze „Friezen en Bataven". Een aanzienlijk brok zelfs, dit drieschepige huis van 14 bij 5.6 meter. Liefst 122 palen waren in de wanden verwerkt, de meeste met een doorsnede van 9-12 cm. Voorts nog 8 dikkere stammen, die als kolommen het dak gedragen moeten hebben. Tussen de palen bevond zich een vlechtwerk, zoals hier en daar nog was te bespeuren. Ongeveer in het midden van de lange, zuidoostelijke wand verried Het ..inmeten" der palen van de Fries-Ba taafse hoeve te Schiedam. De plaats van iedere paal wordt op de centimeter nauwkeurig in kaart gebracht. Ook de doorsnede wordt ge meten. V.l.n.r.: H. J. Verhagen, Chr. de Boo, L. A. Kaal. (Foto H. E. Cennissen). een dikke, liggende stam waarin men een onderdrempel meent te zien de plaats waar zich de deur van de woning bevond. Komen we „door deze deur" het huis binnen, dan vinden we rechts van ons opnieuw een tweetal stuk ken boomstam, naast elkaar in de grond gelegen en bovendien keurig op hun plaats gehouden door dunne, ingeslagen paaltjes. De drempel van de deur in een dwarswand, die in het huis een vóór- van een achter gedeelte scheidde? Een plek houts kool op de grond wijst de plaats waar een vuur heeft gebrand. Vaak? Cf werd de as regelmatig verwijderd Men zou het laatste willen aannemen en daarbij dan vaststellen, dat het morsen met kachelas niets nieuws is! Merkwaardig is het feit, dat het achterhuis (stalling voor het vee?) geheel is opgebouwd uit gave, ronde palen, het voorhuis daarentegen verscheidene dikkere, maar gekloof de palen bevat. Toch staan de gehal veerde palen met hun ronde zijde naar buiten gekeerd, ongetwijfeld tegen het inwateren, dus vergaan van het hout. Trouwens, degene die de palen aan de onderzijde zo fraai en glad toepuntte, moet vaker en met een scherp, ijzeren bijltje heb ben gehakt! Waarschijnlijk had hij dit geruild tegen landbouwproduk- ten op de markt te Forum Hadriani (Voorburg). Of was het een stuk vee, dat de boer daar aan het Romeinse garnizoen van het vloot- station verkocht? Zeker is, dat hij bij zo'n gelegenheid een mooie, warm-rode terra sigillata-schotel meebracht voor zijn vrouw. (Was dit, om het feit goed te maken, dat hij haar de vorige week weer eens verdobbeld had Wij betwijfelen het, de goede man kende immers onze geschiedenisboekjes nog niet!..) Die schotel werd dicht bij de boer derij gevonden. Maar héél ver weg werd hij vervaardigd, onder de koesterend-warme zon van het zui den van Frankrijk! Hoe, zal de argeloze lezer vragen, komt men aan de veronderstelling, dat die boer vee gehad, laat staan verkocht zou hebben? Och, dat is niet zó

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1959 | | pagina 12