ja ewer%j~ilm
VAN DE HERFST
156
Tekening Luc. Scholten)
Wie dit als scenario neemt, kan een kleurenfilm
maken.
Want dit gaat over de herfst, ik schrijf het op de
avond van een herfstdag.
Een echte herfstdag: mist, nevel in de morgen en
's middags overal rijkdom voor goudzoekers:
stofgoud in de lucht.
De bomen maken zich prachtig op. De zon is de ju
welier, die gouden sieraden verkoopt.
De zon is de oude acrobaat. Men kan nog zien hoe
mooi zijn kunsten eens waren.
Maar hij is kracht en geestdrift gaan missen. Zijn
tricot is niet zo felblauw meer.
De herfst is een driekleurendruk. Bruin/geel/rood.
De herfst in de verwaarloosde tuin. Een bloem staat
op sterven.
In de herfst gingen we bladeren halen. We deden
die in een karretje kinderwagenwielen. Als
het vol was liepen we, bezitters!, naar huis, een
voor het wagentje, de ander lekker op de bladeren
liggend koel, vochtig.
Iemand: 'want bladeren maken de grond vruchtbaar,
zijn goed voor de grond, humus!'
Een blad is een hand. Nerven, vingers.
Beukenootjes zoeken op de Koningsweg. Het mag
van de boswachter, en zijn gevaarlijke hond weet
het wel. De hond, bruin als de oprijlaan je ziet
hem niet van verre aankomen, hij is er in drie
sprongen woont in het kleine witte huis, daar,
naast de knieën van de groene boswachter (dood
Sneeuwwitje en breng mij haar hart).
Wat doen? Opsparen? Gelijk opeten? Vele kleine
hoekjes in de boordevolle knikkerzak.
Mijn broer: 'We liepen naar huis. De grote jongen
vroeg eerst onze naam.
Toen moesten we alles inleveren.'
Het park is enig erfgenaam van de stilte. In de och
tend staan bomen en struiken als penselen en
kwasten te drogen. Een vogel zit op het wijze
hoofd van de versteende dichter.
Vallende bladeren, afgevallen bladeren maken van
de film een echte kleurenfilm.
In dat bladgoud wil ik een brief graveren, aan Vi
valdi, die muziek heeft geschreven voor de herfst.
Doodstil heeft die in de bossen geluisterd en toen
het uit was viel er een blad. Men zegt dat Vivaldi
het blad op de borst heeft gespeld als een konink
lijke onderscheiding.
Liften in de herfst in Frankrijk. De gelende weg.
Een jager passeert op een kleine blauwe fiets.
Aan het stuur hangt een haas uit een achttiende-
eeuws schilderij.
In de dorpen ruikt het naar brood en rook. De hemel
vaart van de rook.
Je leest een beetje de vergeelde aanplakbiljetten:
GROOT BAL ZATERDAG 10 AUGUSTUS.
In een café bedenk je dat overal vier muren zijn ge
bouwd om wat warmte.
De provinciale herfst. De toonzalen van de herfst
in de provincie Utrecht.
1953: Platte witte stenen. Het hout droog draagt
een rode flambard vlammen.
De verten als kano's gebouwd.
Renaissance van aandacht, verlangen.
KAREL SCHOLTEN Jr.