De Sehiedum
Gemeenschup
TWAALFDE LUSTRUM
VAN SCHIEDAMS STEDELIJK MUSEUM
149
ORGAAN VAN DE STICHTING DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP JAARGANG 11 - No. 7 - NOVEMBER 19S9
Nu het Stedelijk Museum zijn zestigjarig bestaan
gaat vieren mag wel even worden toegelicht hoe
belangrijk de afgelopen periode voor dit instituut
was. Op 24 oktober 1899 werd tot stichting van een
Oudheidkamer onder de naam Stedelijk museum
door de gemeente besloten.
Er waren, dank zij de bemoeiingen van de heer
G. Visser Bzn., wethouder van Schiedam en majoor
commandant der dienstdoende schutterij al een
aantal historische voorwerpen uit particulier bezit
in een drietal vertrekken van de St. Joris Doelen
ondergebracht en het College van B. en W. beschouw
de een officiële erkenning van de collectie door de
gemeente als een eerste stap naar meer publiciteit.
Vandaar de naam Stedelijk Museum en de eerste
subsidie over het jaar 1900 die niet minder dan
honderd gulden beliep. De eerste jaren boden de
Sint Joris Doelen voldoende ruimte aan de verzame
ling der Oudheidkamer. Ook het aantal bezoekers
duidde nog niet op de noodzaak een ruimere behui
zing te zoeken.
In 1924 bedroeg hun aantal 280; in 1925 89; in
1926 48, waaronder kinderen onder geleide. In de
jaren 19311936 schommelt het aantal bezoekers
rond de tachtig.
Merkwaardig is echter dat het Museum in zijn
nieuwe behuizing terstond in de belangstelling aan
zienlijk hoger werd genoteerd. Op 5 oktober 1940
werd het museum in de rechtervleugel van het St.
jacobsgasthuis geopend en reeds op 1 januari 1941
waren er 3378 bezoekers geboekt. In 1954 werd be
wust gekozen voor een koers, die niet alleen de
kunst maar vooral de moderne kunst zou raken.
Voor de kunstverzameling was de grondslag reeds
gelegd vooral door een schenking van de in maart
van dit jaar overleden heer A. J. de Koning. Het
graag aanvaarde cadeau omvatte een portret van
Isabella Angus van Matthijs Maris en een uitgelezen
serie bladen Nederlandse grafiek, waarbij etsen
van dezelfde kunstenaar en van Floris Verster, Eduard
Karsen, Prof. Der Kinderen e.a. Voorts een volstrekt
unieke verzameling voorwerpen uit de geschiedenis
van de Schiedamse gedistilleerd industrie.
De koers van 1954 mikt echter voornamelijk op
Nederlandse moderne kunst, waarvan een verzame
ling wordt opgebouwd, die haar complement vindt
in tentoonstellingen welke op ruime schaal worden
gehouden.
Het regime van conservator Janssen tracht daar
enboven de burgerij nauw bij het museum en de
ontwikkeling der kunst te betrekken door het orga
niseren van ontmoetingsavonden en rondleidingen.
Bovendien werd in 1954 de Vereniging van Vrienden
van het Museum opgericht, die eveneens een waar
devolle schakel tussen stadgenoten en museum werd.
In 1955 bezochten 12.936 belangstellenden het mu
seum, een aantal dat in 1958 uitgegroeid bleek tot
14.669. Het Stedelijk Museum leeft en is geworden
tot een van de waardevolste gemeenschapsinstel
lingen in onze stad.