'1
Ir. D. J. ADRIAANSE
lil
en het
afstandsgas
196
In een publikatie van het Instituut
voor Individueel Onderwijs, één van
de wekelijkse A.O.-boekjes, getiteld
„Aardgas", wordt enkele malen ge
wag gemaakt van de betekenis, die
de heer Ir. D. J. Adriaanse, directeur
der Gemeentelijke Technische Be
drijven te Schiedam, heeft gehad
voor de gasvoorziening van Neder
land. Hij heeft o.a. zitting gehad in
de Commissie-lterson, die op 8 no
vember 1945 door de minister van
Economische Zaken werd geïnstal
leerd ter bestudering van de Cen
tralisatie op het gebied der Gasvoor
ziening, welke, in 1921 ingezet, in
de jaren na de tweede wereldoorlog
een probleem werd, dat het zelf
standig voortbestaan van 130 zelf-
producerende gasfabrieken ernstig
bedreigde. Anno 1921 maakte ons
land voor het eerst kennis met wat
men thans „afstandsgas" pleegt te
noemen. De Staatsmijnen begonnen
in dat jaar n.l. met de levering van
cokesovengas, afkomstig van de
cokesfabriek op de mijn Emma aan
de gemeente Sittard. Tot 1934
breidde zich het gastransportnet der
Staatsmijnen voortdurend uit; aller
lei gemeenten in Limburg en Noord
brabant staakten de eigen gaspro-
duktie. Die uitbreiding ging na de
tweede wereldoorlog met nieuwe
kracht voort en eind 1949 had het
transportnet der mijnen een lengte
van 504 km. Intussen hadden ook de
Koninklijke Nederlandse Hoogovens
en Staalfabrieken te IJmuiden een
begin gemaakt met de levering van
afstandsgas. Eind 1949 had het
transportnet een lengte van ca. 80
km;een groot aantal Noordholland
se gemeenten betrok cokesovengas
van IJmuiden.
Zo was in grote trekken de toe
stand, toen de commissie-lterson
met haar werk gereed kwam, nl.
op 30 maart 1950. Het rapport, dat
deze commissie uitbracht, leverde
veel van het materiaal, waarop de
latere ontwikkeling van de Neder
landse gasvoorziening zich ontplooi
de. Sedertdien zijn nl. op de weg
naar de coördinatie van de gasvoor
ziening in Nederland in „het belang
van een zo efficiënt mogelijk gebruik
van de vaste, vloeibare en gasvor
mige brandstoffen" belangrijke vor
deringen gemaakt. Het afstandsgas,
eerst in hoofdzaak bestaande uit het
cokesovengas van de staatsmijnen
en van de hoogovens en staalfabrie
ken, kreeg een belangrijke aanvul
ling in de vorm van het aardgas,
eerst afkomstig alleen uit het oosten
en noordoosten van ons land, later
echter ook uit deze omgeving
men herinnert zich, dat zelfs in de
kom van onze gemeente, bij de
nieuwbouw van een metaalfabriek
aan de Westvest, de N.V. Meijer en
Stegmann, gas werd aangeboord.
Het afstandsgas is thans regel ge
worden, maar het is niet meer af
komstig van de Staatsmijnen, de
staalfabrieken en de aardgasbron
nen alleen, maar wordt voor een
deel ook geleverd door de raffina
derijen te Pernis.
Wij gasverbruikers beleven eigen
lijk een boeiende periode. Onder
onze ogen ontstaat een ander pro-
dukt, een andere organisatie, een
leidingnet, dat heel Nederland om
spant. De rol der gemeentelijke gas
bedrijven, als producent van stads-
gas op basis van steenkoolvergas
sing, loopt ten einde, maar het gas
verbruik groeit en de rol der ge
meentelijke bedrijven is daarbij zeer
belangrijk als distribuant. De gas-
industrie is echter een landelijke
aangelegenheid en deze veranderin
gen hebben zich, dank zij het voor
bereidend werk der commissie-lter
son en op advies van de Adviescom
missie Gaspolitiek in ons land vol
trokken, zonder dat deorganisatie
van de gasindustrie een ingrijpende
wijziging heeft ondergaan. De prak
tijk is, dat de bestaande overwe
gend gemeentelijke gasbedrijven
in een bepaald gebied de beharti
ging van hun gezamenlijke belangen
toevertrouwen aan een regionaal
rechtspersoonlijkheid bezittend li
chaam, zoals ten onzent de Gemeen
telijke Gasvoorziening Zuid-Hol
land, waarin namens onze gemeente
Ir. Adriaanse zitting heeft.
Bovengenoemde publikatie wijst
nog op een ander probleem, waarbij
Scène uit „De gebroken kruik", opgevoerd door Geref.
Amateurtoneelgroep ,,Geron" voor de Kath. Kring.
F