in het museum
Kijk eens op ons omslag: Daar
staat de Are de Triomphe in Parijs.
Imposante herinnering aan de veld
slagen van Napoleon. Daarvóór de
Garde Républicaine te paard, ge
trokken sabels, fonkelende helmen
in de zon. En daar staan dan weer
de mensen bij om te kijken naar de
plechtigheid. En daar is ook een
kindje, ze houdt de hand vast van de
„bonne", en de bonne kijkt
een andere kant uit en het kind
kijkt een andere kant uit, in een
eigen droompje verloren.
Er staan op deze foto van de 22-
jarige Amsterdamse fotograaf Joan
van der Keuken twee werelden. De
wereld van de flinke grote mensen
met hun helmen en hun sabels en
de wereld van het kind.
Dat is het thema eigenlijk van de
hele zomertentoonstelling, die de
Schiedamse Gemeenschap op 22 juli
a.r. in het Stedelijk Museum ontsluit.
Twee werelden bij elkaar, in elkaar
en toch ergens heel ver van elkaar
af.
De wereld van de woest geworden
grote mensen sleepte 15.000 joodse
kinderen naar het Ghetto There-
sienstadt in Bohemen. Van die
15.000 keerden er slechts 100 naar
de vrijheid terug. De anderen stier
ven. Het was een heel aardig stadje,
Theresienstadt, voördat de oorlog
begon. Het was een boze herinne
ring toen de oorlog voorbij was. In
de wereld van het kamp zocht het
kind zijn eigen wereld en wij weten,
dat dit meer is dan mooie woorden.
Dat het wérkelijk zo is. Want de
kinderen van Theresienstadt teken
den en schilderden in het geheim op
kleine velletjes papier. Toen de
nazi's aan het eind van de oorlog
documenten verbrandden om de
sporen van hun misdaden uit te
wissen, lieten ze die kindertekenin
gen maar liggen.
Wat geven we om de tekening van
een kind? 4.000 zijn er teruggevori-