GEMEENSCHAP 125 Meer dan 11 jaar is Karei Scholten de hoofdleider geweest in de Joris Doele, van het moeilijke begin af, toen al tastend en zoekend en steeds weer opnieuw experimenterend een weg gezocht moest worden, maar ook steeds vervuld van dat besef van solidariteit, van hulpvaardige liefde jegens die jongens en meisjes, die in zovele opzichten te kort komen en daardoor aan de levensvreugde niet toekomen. Ze zijn hem soms tegemoet getreden met straatklinkers in de hand, of met lege flesjes, waarvoor de samenleving „vergun ning" geeft, maar hij ontweek ze niet omdat hij het vertrouwen in hen niet had verloren. Dat ontwapent. eigen standpunt of plan, maar „het tracht zijn bezoe kers de persoonlijke mogelijkheden, die ze bezitten, te laten ontdekken en het hoopt te bevorderen, dat zij te zijner tijd bereid en in staat zullen zijn om per soonlijk een keuze te maken in bepaalde situaties, die zich in het leven voordoen, om daardoor mede verantwoordelijkheid in de samenleving te willen dragen" (J. W. Ooms). Hieruit volgt dan ook, dat op geen enkele wijze aan deze jongeren iets programmatisch wordt opge drongen, maar dat van de kant van de leiding steeds weer opnieuw gezocht moet worden naar aanslui tingsmogelijkheden. Er worden aan deze jeugd niet bij voorbaat idealen en normen gesteld, laat staan dat men die er veronderstelt. Het Clubhuis wil voor deze jongens en meisjes een begeleidende functie vervullen op hun weg naar vol wassenheid. Waarbij dient bedacht te worden, dat volwassenheid een begrip is, dat niet uitsluitend door een zekere leeftijd wordt bepaald: volwassenheid is niet gelijk aan meerderjarigheid. Het heeft veeleer te maken met het in staat zijn tot persoonlijke keuze en het dragen van een eigen verantwoordelijkheid in de verschillende levenssituaties. Op de weg naar die volwassenheid jongens en meis jes, die het zicht op die weg niet hebben misschien moeten we zeggen: niet kunnen hebben, vanwege het milieu, opvoedingsmanco's, een te vroegtijdig onbeschermd staan in het arbeidsproces te willen begeleiden: die functie vereist niet alleen maar des kundigheid en geschoold zijn in deze richting, maar boven alles een eigen volwassenheid, een persoonlijke instelling van de leiding, die van doorslaggevende betekenis is. Daarmee staat of valt het Clubhuiswerk. Zo ergens, dan valt hier „het werk" samen met de persoon en de persoonlijkheid van de leider. Kenmerkend in deze is voor de Schiedamse situatie dan ook de opmerking, die ik in gesprekken met Schiedammers over het Clubhuis van de ongeorga niseerde jeugd meermalen heb gehoord„O, u bedoelt het werk van Scholten". Inderdaadde hoofdleider en het werk vallen samen, als het goed is. En de hierboven gememoreerde opmerking houdt in, dat wij in Schiedam een hoofdleider hebben of helaas moeten we zeggen: hebben gehad in de persoon van Karei Scholten, die een „begeleider" was voor de jeugd, die zijn Clubhuis bevolkte, in de boven geschetste zin. Met ingang van 1 oktober is Scholten niet meer als hoofdleider aan het Clubhuis verbonden, omdat hij een dergelijke functie gaat vervullen in Utrecht. En niet alleen het Bestuur van het Clubhuis, onder welks verantwoordelijkheid Scholten werkte, maar naar mijn mening, heel de Schiedamse gemeenschap is hem veel dank verschuldigd. Immers liefde vraagt offers. Welnu, werken aan de rand van de gemeenschap, betekent, dat je ook zelf voortdurend aan de rand verkeert en weinig of geen tijd hebt om aan het gemeenschapsleven in zijn sociale en culturele uitingen deel te nemen. Het is werken op een buitenpost, al ligt die buiten post in het hart van Schiedam!! Het geheim van het „aanslaan" van het Clubhuis-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1960 | | pagina 9