SCHIEDAM KOMT HANDEN TE KORT 152 COMPLEX VLUG Er is aan de opening van de nieuwe broodfabriek van de firma Vlug allerwegen reeds zoveel aandacht besteed, dat wij hieraan onmogelijk nog nieuwe gezichts punten kunnen toevoegen. We volstaan daarom met het uitspreken van de harte lijke wens, dat dit groots en goed opge zette bedrijf moge floreren tot meerder welzijn van de stad en haar bewoners. Het nieuwe front, dat thans modern en prettig van lijnenspel de ene zijde van de Broersvest siert, verdient alle aandacht. Onder de fraaie flatbouw bevinden zich een aantal winkels, die het winkelen in Schiedam aantrekkelijker maken. Dat zal zeker een aantal mensen ervan weerhou den hun aankopen in andere steden te gaan doen en, afgezien van het voordeel voor de Schiedamse middenstand: ieder rechtgeaard Schiedammer zal het toejui chen, dat men niet ver hoeft te halen wat lekker is. ROODE KRUIS NIEUW HUIS Met enig feestelijk vertoon werd op 5 oktober het nieuwe tehuis van de Schie damse afdeling van het Roode Kruis aan de Warande in gebruik genomen. Sanerings- noodzaak verdreef deze sympathieke in stelling uit het ruime, maar heel erg oude huis aan de Lange Nieuwstraat. Geduren de negen weken hebben 80 vrijwilligers van de colonne hun handen vol gehad aan het opknappen en inrichten van het nieuwe gebouw. Maar nu het zover is, bekijken zij vol trots het resultaat: een kleinere be huizing, maar door aankleding en inrich ting veel meer dan voorheen deze belang rijke instelling waardig. Op dezelfde dag nam de afdeling ook afscheid van zijn voorzitter, dr. J. A. H. v. d. Berg. Zijn opvolger is dokter G. Sterk van de Weg. C. VAN DIJK De nestor van de Schiedamse voetbal wereld, consul van de K.N.V.B., C. van Dijk, is 14 oktober hartelijk gehuldigd door zijn vele vrienden en bekenden. Hij werd bij deze gelegenheid dik in de bloe metjes en in de toespraken gezet. S.G.-voorzitter F. A. de Wolff reikte hem de penning van verdienste uit als een bewijs van erkentelijkheid voor het vele en belangrijke werk, dat hij op zijn terrein voor de Schiedamse gemeenschap en met name voor de jeugd heeft verzet. Wat is dat eigenlijk, de Schiedamse gemeenschap? We praten er zo genoeglijk over, alsof we ons daarin nooit zouden kunnen vergissen. Het is nogal duidelijk, nietwaar, de Schiedamse gemeenschap, dat zijn we allemaal, alle mannen en vrouwen die in Schiedam wonen en werken. Arbeidsmarkt Maar dat is het hem nu juist. Iedere morgen voor negenen komen zo'n negenduizend mannen Schiedam binnen om tot vijf uur Schiedammer met de Schiedammers te zijn. We zien elke dag de optochten komen en gaan: met de autobussen, met de brommers, met de trein, met lijn vier, en we realiseren ons nooit dat het er negenduizend zijn, allemaal mensen die hier wel werken en die hier niet wonen. Als ze 's morgens Schiedam binnenkomen, zijn er al ongeveer zesduizend Schiedammers op pad om ergens ver van de Koemarkt hun brood te verdienen. Dat zijn de Schiedammers, die hier wel wonen, maar niet werken, die dus ergens een beetje Rotterdammer zijn, of Rozenburger of Hagenaar. Dat is allemaal een kwestie van arbeidsmarkt: die merkwaardige markt, die nooit eens ergens wordt gehouden, maar daarom nog wel heel reëel bestaat en die momenteel aan overspanning lijdt precies als een te druk bezet mens omdat de vraag veel groter is dan het aanbod. Die vraag in Schiedam is 27.500 mensen. Het betekent, dat er voor 27.500 arbeidskrachten in Schiedam werk is te vinden op kantoren, op werven, in fabrieken en in winkels. Dat is al meer vraag, dan waar aan Schiedam zelf kan voldoen, want Schiedam levert maar 24.600 arbeidskrachten. Er zou iedere dag aan drieduizend paar handen gebrek zijn, als er geen zesduizend Schiedammers waren, die er de voorkeur aan geven buiten Schiedam hun brood te verdienen. Vandaar die negen duizend pendelaars naar Schiedam. Statistici hebben nauwkeurig uitgerekend waar ze vandaan komen. 5000 Rotterdammers werken er in Schiedam, 2000 Vlaardingers, 350 Hagenaars, 300 inwoners van Maassluis, 200 van Dordrecht en 350 Brabanders. De overigen komen uit kleine plaatsen in de omgeving. En weet u waar de Schiedammers gaan werken In Rotterdam, in Vlaar- dingen, in Den Haag en in Dordrecht voor het merendeel, precies de zelfde plaatsen die Schiedam arbeidskrachten leveren. Dat lijkt zo op het eerste gezicht een zinloos op-en-neer-gereis van duizenden mensen, maar dat is het toch niet. Neem eens de metaalindustrie, de grootste werkgever in deze buurt. Hoeveel soorten bankwerkers zijn er al niet, hoeveel verschillen in vakbekwaamheid en ervaring. De man, die bij baas Jan een heel gewaardeerde kracht is, verdient misschien bij baas Piet het zout in de pap nog niet. En als die man een Schiedammer is en baas Jan woont in Dordrecht, maar baas Piet in Schiedam, dan is daar mee meteen het antwoord gegeven op een van de vragen naar het nut van de pendel. Iets anders is het natuurlijk met de pendel uit de streken waar werkloosheid heerst, de probleemgebieden. Die 350 Brabanders, die iedere morgen Schiedam binnenkomen, zijn afkomstig uit het pro bleemgebied West-Brabant en ze werken bijna allemaal bij de grote werven. Geen drankstad In de metaalnijverheid werken trouwens hier in Schiedam de meeste mensen. Schiedam een drankstad? Het mocht wat! Schiedam is een ras echte metaalstad, een stad van scheepsbouwers om het nog scherper te stellen. Van de 27.500 arbeidsplaatsen in Schiedam behoort bijna de helft tot de metaalindustrie. Er werken daar 11.600 mannen en 450 vrouwen. Dear behoren de zeer grote werven toe als Wilton, De Nieuwe Waterweg, Gusto, De Jong en Swarttouw. Als tweede grote werkgever staat de industrie van voedings- en genot middelen genoteerd. Hier werken 1760 mannen en 450 vrouwen. De bouwnijverheid verschaft werk aan 2100 mannen en 50 vrouwen. De aardewerkindustrie geeft werk aan 700 mannen en 63 vrouwen, de drukkerijen aan 400 mannen en 100 vrouwen, de chemische industrie aan 530 mannen en 50 vrouwen, de kleding- en reinigingsindustrie aan 360 mannen en 500 vrouwen en tot slot de kartonnage-industrie aan 200 mannen en 100 vrouwen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1960 | | pagina 12