Geld Sfeei Weill 154 Even de gedachte aan school. De grote, groene deur, de holdoorklinkende bel. De „bovenmeester", die moest weten, waarom je te laat was. Daarna pas de klas. De klas, die na de onder-schooltijdse-straat ver trouwd, gezellig en beschuttend aandeed. De groene deur en de bel dus. Tot zover klopte 't. Daarna geen „bovenmeester", maar de heer B. J. J. Westdijk. Ook de klas niet, maar toch wel weer dat gevoel van beschutting. Een raadsel? Nee, de Gemeentelijke Sociale Werk voorzieningswerkplaats (G.S.W.), gevestigd aan de St. Annazusterstraat in de voormalige Noordmolen- school. Aan het hoofd de heer Westdijk voornoemd. Wat is en doet de G.S.W. Kort gezegd: werk verschaffen aan minder validen. Werk voor de hartpatiënt, die wat kalmer aan moet doen. Voor de reuma- en maagpatiënten, die niet zo vlot meer meekunnen. Werk verschaffen aan geeste lijk gehandicapte mensen. Werk voor mensen, die een tiental jaren geleden gedoemd waren tot thuiszitten. En thuiszitten betekende dan weer: minder inkomsten, afhankelijk zijn van Sociale Zaken. Maar ook en dat was erger het gevoel van minderwaardigheid, van uitgerangeerd zijn. 't Thuiszitten werd zitten of staan in de werkplaats, 't Werd ook: weer meetellen. Er kwam weer iets uit je vingers. Je telde toch nog mee. Ook: je bracht vrijdags wat thuis. Eigen verdiend geld. Geld, dat verdiend werd met soms moeizaam soms zelfs pijnlijk verrichte arbeid. We hebben ze bezig gezien in die kleine gemeenschap, die zaal of werktafel heet. Onwillige handen vouwen doosjes, weer vaardig geworden handen maken vlotte, moderne theeblaadjes. En niet alleen dit: Fietswielen spaken, glas snijden, bonbondoosjes vullen, speeldoosjes monteren, we doen 't, mijnheer. Altijd zijn er wel weer een paar te vinden, die het klaarspelen". Goed, het gaat misschien niet zo vlot als in het normale bedrijf, maar het komt, zij het soms met moei lijkheden, klaar. Moeilijkheden zijn er trouwens toch wel. „Soms verliezen ze wel eens de moed, het zelfvertrouwen. Dan moet je ze helpen. Dat lukt meestal wel, met een goed woord bereik je veel". Moeilijk is ook de huisvesting. Voor de oorspronke lijke elf werknemers was de oude school groot genoeg. Nu werken er zevenentachtig. De school werd te klein. Een gedeelte van het oude slachthuis aan het Spinhuispad (weet u het nog?) werd in gebruik ge nomen. Men werkt zelfs buiten. Maar hoe moet dat a.s. winter? Waar is de beschutting in letterlijke zin van de beschuttende werkplaats? Goed, op de Gemeentebegroting komt pro memorie een post voor betreffende een nieuwe behuizing voor de G.S.W. Men denkt over de aankoop van een reeds bestaand pand. Dit zal dan door verbouwingen ..jmen wij aan geschikt gemaakt worden. Waarom geen nieuwbouw, zoals in Deventer of Ede? Daar heeft men speciaal voor dit doel een verant woord, nieuw gebouw neergezet. Het moet toch mogelijk zijn, dat er ook in Schiedam naar een goed gebouw gestreefd wordt, ingericht naar de eisen, die dit werk en deze mensen stellen. Een gebouw, met daarbij bijv. een grote tuin, zodat men bij goed weer buiten kan werken. Hoe belangrijk ook voor de astmapatiënten! Geen donkere, ouderwetse schoollokclen, maar frisse, open ruimten, moderne zalen met voldoende licht en lucht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1960 | | pagina 14