i S3 227 Heel anders is het geluid dat mej. De Kort kan laten horen. Voor haar is de Gorzen een prachtige wijk. Het filiaal zit bij de kerk en de lijsten van ingeschrevenen en van uitleningen zijn groot. Er zijn veel jeugd-leden. Er zijn ook veel oudere mensen, die in hun eigen huisje wonen. De men sen van de Gorzen lezen veel. Ze houden van gezelligheid, ze zitten veel thuis. Het is er, zo zegt mej. De Kort, nog veel meer een kleine ge meenschap. Je moet midden in zo'n wijk zitten, zegt mej. Visser. We hebben daar geen eigen filiaal. Hoe kom je er aan? Oude huizen? Het blijkt onmo gelijk om daar een bibliotheek van te maken. We zouden wel aan een keet kunnen komen, maar waar zou die moeten staan: We moeten maar wachten, tot er wat wordt afgebroken, maar dan nog: Kom je er dan tussen Aktueel! Wie lezen er? Niet veel, zegt mej. Visser. Ik kan een totaal van nog geen 10.000 ingeschrevenen op een stad van 80.000 niet veel noemen. Nu zijn er natuurlijk altijd groepen mensen, die nóóit zullen lezen. Die gaan tuinieren of knutselen in hun vrije tijd. En wat de mensen betreft, die wel graag een boek lezen, die vormen een zeer gemengde groep. Door de algemene aard van de bibliotheken, door de veelheid van onderwerpen, die in de boekenrekken zijn te vinden, kan iedereen er genoeg tussen uit halen. Geschoolde arbeiders vinden er techniek en romans, onderwijzend personeel kan er voor studie en ontspanning terecht, studerenden maken dikwijls hun keuze uit het omvangrijke studiemateriaal en de kinderen ontdekken er hun fantasiedorado. Er is in zo'n bibliotheek letterlijk van alles. Wat er nieuw uitkomt is vrijwel direkt in de bibliotheek voorhanden. Dat moet ook wel. Hoe is immers de reactie van de bezoeker, die een paar keer zijn neus stoot? Oh, hebben ze dat boek niet eens? Nou, die bibliotheek heeft ook niets Wat aangeboden wordt in de boekwinkels, wat de radio bespreekt en wat in kranten en tijdschriften een recensie krijgt, wordt meestal door de bibliotheken aangekocht. Spontaan als het een goed boek is, wat aarzelender als het een ééndagsvlieg lijkt te worden. Dan wordt het wikken en wegen. Moeten we het doen Moeten we het niet doen Doen we het niet, dan kan het prestige van de bibliotheek inboeten. Doen we het wel, dan geven we er geld voor uit, terwijl het misschien over een jaar vergeten in een hoekje staat, maar dan heeft het in elk geval zijn propagandistische waarde gehad. Lui leventje Beide directrices moeten lachen als het gesprek op het boekenlezen komt. Dat fabeltje, dat de mensen van een bibliotheek de hele-lieve- lange-dag niets anders hoeven te doen dan boeken lezen, komt bepaald niet uit. Ons bedrijf is een bedrijf als elk ander. Er wordt gewoon gewerkt en het lezen Dat komt neer op de avonduren en op de vrije dagen. De boeken worden verdeeld over de diverse mensen van de bibliotheek. En als het specifiek technische boeken zijn, of buitenlandse romans of geschiedkundige werken, dan hebben we er verschillende deskundigen voor om deze boeken op hun merites te beoordelen. Voorts is er de voorlichting van o.a. de IDIL (R.K. inlichtingendienst inzake lectuur) en van PRISMA (het Protestantse zusje van voornoemde). We krijgen recensies uit Den Haag en het Instituut Boek en Jeugd geeft voorlichting over jeugd- en kinderboeken. T.V. en pocket geen probleem Grappig is dat de sterke toename van boeken in pocketvorm geen invloed heeft op het aantal uitleningen. Pockets koopt men meestal vlugger dan de veel duurdere ingebonden boeken. De behoefte om dan nog naar een leeszaal te stappen teneinde een boek te lenen, zou hier door kleiner kunnen zijn. Dat is hij echter niet. Ook de televisie heeft geen constante invloed op het aantal uitleningen. Wel wijten de biblio theken het tijdelijk teruglopen van het gebruikelijke aantal aan de tele visie, doch dit zal inderdaad slechts tijdelijk zijn. Voor werkelijke boeken liefhebbers is er na de aanschaf van een televisietoestel tenslotte toch een kijkverzadiging merkbaar en dan komen zij weer terug. -vr WfW tv» 15.000 Schiedamse guldens voor de Benelux-tunnel! Men hoopt ermee zuinig aan de overkant de halen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1961 | | pagina 15