de schiedamse gemeenschap
-►
VRIJ ZIJN? JA!
NIETS DOEN? NEEN!
5 dagen werken
219
ORGAAN VAN DE STICHTING
Jaarg. 12, no. 10, februari 1961
Bureau: Plantage, Schiedam, tel. 68043
EREVOORZITTER:
Mr. J. W. Peek, burgemeester
van Schiedam.
DAGELIJKS BESTUUR:
F. A. de Wolff, voorzitter; E. A.
Leenderts, secretaris: A. de Groot,
penningmeester; G. W. van Bergen
Walraven, B. Drukker, A. L. J.
Kunze, mr. H. A. M. Roelants.
BESTUURSRAAD:
N. J. J. van Baarle, A. S. H. A. Blaisse,
R. J. S. Goettsch, K. J. Heyboer, mr.
F. van Heycop ten Ham, A. de Jong,
M. A. A. de Jonge, L. Kamp, P. Th. J.
Kuyer, C. Landsbergen, mej. A. E.
D. Noordegraaf, C. Rauws, P. Smit,
A. M. Sunderman, mevrouw M. A.
C. Taverne-Van Campen, G. P. Ver-
hulsdonk, B. Vincent en A. van der
Wel.
REDACTIE-COMMISSIE:
B. Drukker, P. Groenendaal, drs. P.
Th. J. Kuyer, B. Vincent, F. A. de
Wolff. A. Pfeifer, eindredacteur.
ADVERTENTIES:
N.V. Kon. Ned. Boekdrukkerij
H. A. M. Roelants, Lange Haven 141
Schiedam, tel. 69300. Giro 5858.
ABONNEMENTEN:
f 4_ per jaar of f 0,40 per nummer
(giro 549934 t.n.v. De Schiedamse
Gemeenschap).
INHOUD:
Pag.
Vakantie-enquête 220
Grote Kerk221
Glazeniers 224
Leeszalen 225
Valentijnsdag228
Tennis229
Kunstagenda 231
Foto's in dit nummer van: Frits
Henderickx, jan v. d. Hoeven, Foto
Wamsteker.
Overneming van artikelen of
gedeelten daarvan en foto's
slechts met toestemming van de
redactie.
Er is al veel gepraat en geschreven over de vrije zaterdag. Zo lang
zamerhand zitten wij middenin het probleem van deze meerdere vrij
heid. Is het werkelijk een probleem? Is het niet zó, dat de tijd zelf hier
de oplossing brengt, zodat wij er ons feitelijk nu niet druk over behoe
ven te maken
Wanneer wij thans dit vraagstuk in ons maandblad aan de orde stellen,
is het uiteraard niet de bedoeling tegelijkertijd een oplossing aan de
hand te doen. Toen de 8-urige werkdag werd ingevoerd kreeg men
eveneens over veel meer vrije tijd te beschikken. Nu zijn wij vergeten,
dat dit wellicht ook eens een „probleem" was. Talloze verenigingen
werden sindsdien opgericht en wij kunnen rustig zeggen, dat zij de
mogelijkheid geschapen hebben dat men die meerdere vrijheid naar
aanleg en inzicht op zinvolle wijze kon besteden.
In sommige landen is de vrije zaterdag vrijwel zonder probleem ge
meengoed geworden; in andere landen heeft die meerdere vrije tijd
wel eens tot excessen aanleiding gegeven. Waar het vóór alles om gaat
is die vrije tijd zo goed mogelijk te gebruiken. De vrijheid is een ver
worven rijkdom, waarmede wij niet gierig mogen zijn. Immers, gierig
heid is van oudsher een ondeugd. Wij moeten met die rijkdom iets doen,
ook voor anderen. Zo gezien, kunnen wij het probleem dus van de
gemeenschapsgedachte uit benaderen en stellen, dat het aan ons rijk
geschakeerde verenigingsleven opnieuw de verplichting oplegt moge
lijkheden tot een zinvolle besteding van die vrije tijd te scheppen.