tw-w rcT: il ^rACV tT -:r- ^hé^1
EEN BIOGRAFIE VAN DE GROTE KERK
T^rz^'izr f - 4 -fHM-
P'1- j".mf».-;3t.- ,.,a«..
s»,, j T~-u^tvi i1,y i.
vfcs- flccSS* t
.<r. 1 V; -fir - J w -••* 6«HW
«dvt -. U|„, ,-Unn, JV, lVi v,wr v*r
i ilLjVi
VAN ALEID TOT KAREL V
221
I 'Jjj
p*4. Ti\u*u
VmiUu in
^4 viUlfc** Vn
H r-u*c.riMT j-, r,wil, r«\i - Tr
t%*4jr c
,- tV*,M tt\l|tVM! P«S-,V- ->
"t^l«...n i> r L.J _oo\v«. ,v
w^hoy -luBoftJwn» - 1 „U - f v
T. n - - puXcu**\\>%* t """■i -
%V T\«tUl
tylT»
vi,t-n- >i v 1 J >!lbc JVi***"
i—I *4t*nr,.\ ,o,- ■- "H
- 1 - J i camtM 1>^tCT^Vv
A*»VO S>m
•»9U«
CC-
•iv
.vj W)a W»OÉir\i
„Hoe groot een stad ook wordt, meestal is het toch
slechts één toren, die de toren van de stad blijft en één
kerkgebouw blijft de Grote Kerk".
Deze woorden van H.M. Koningin Juliana, uitgespro
ken met betrekking tot de restauratie-werkzaam
heden aan de Grote Kerk van Rotterdam, zijn ook
van toepassing op de Kerk, waarvan ik u de geschie
denis in grote lijnen wil vertellen: de Grote Kerk van
Schiedam.
Terwijl het in onze stad gonst van grote en grootse
plannen voor nieuwbouw, de slopershamer straks
nog meer dan nu reeds het geval is ruimte zal maken in
het hart van Schiedam voor een nieuw stadhuis, met
strakke en moderne lijnen, van waaruit het burger
lijke leven van Schiedam zal worden geleid, staat
niet voor de sloper bestemd, maar juist ingevoegd en
betrokken in de nieuwbouwplannen in datzelfde
hart tegelijkertijd één van de oudste gebouwen van
de stad, in zijn vervallen lijnen herinnerend aan ver
gane glorie, toen van daaruit het wel en wee van de
stad werd geregeld: de ruïne van het Huys te Riviere.
Eeuwen geleden vestigde zich in dat Huys te Riviere
Vrouwe Aleid van Henegouwen, de zuster van graaf
Willem II, om, daar deze in 1256 sneuvelde in de
strijd tegen de West-Friezen, de voogdij op zich te
nemen over zijn zoontje Floris (de latere Floris V,
„der keerlen God").
Maar Aleid doet meer. Zij zet ook het werk van de
graven Floris IV en Willem II voort: de inpolderingen
van het gebied rond de uitmonding van de Schie in de
Merwe, waardoor hele stukken land aan het water,
dat het Huys te Riviere omspoelde, werden ontrukt.
Door haar activiteit ontstonden de polders Riviere"
en ,,'s-Gravenland". Met welgevallen constateert
Vrouwe Aleid, dat allengs vele vissers en kramers
zich daar vestigen. Voor hen wil zij een kerk bouwen,
dicht bij de Dam, die zij had laten aanleggen. Om
precies te zijn: vlakbij het kruispunt van dijken
(Hoogstraat - Boterstraat - Korte Dam), dat „Frie
Weegh Scee" genoemd werd.
Om tot de bouw van een kerk over te gaan had Aleid
de toestemming nodig van de bisschop, i.e. de bisschop
van Utrecht. En deze verkreeg zij.
In de Stichtingsoorkonde, die zich thans bevindt in het
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, staat ver
meld, dat Hendrik van Vianden, bisschop van Utrecht
toestemming geeft tot de bouw van een kerk
in nova terra apud Schiedam (in het nieuwe
land bij Schiedam) en aan deze kerk priesterlijke
bediening, dooprecht en begraafrecht verleent, terwijl
verder bepaald wordt, dat de parochianen van
Overschie en Kethel, die ver van hun parochiekerk af
wonen, deze kerk van Schiedam mogen bezoeken.
Dit charter, het „geboortebewijs" van de Grote Kerk,
is gedateerd op 5 december 1262. Aan deze oorkonde
is het zegel van de bisschop gehecht, dat geschonden
is. Het te reconstrueren randschrift luidt: „Sigillum
(Hen)ri(ci) Episco(pi) Traiectensis", zegel van Hendrik,
bisschop van Utrecht.
Vrouwe Aleid mocht gaan bouwen en aan de hand van
bij de grote restauratie van 1945-1948 gevonden
funderingsresten heeft men een plattegrond kunnen
reconstrueren van dit oudste kerkje van Schiedam.
Het heeft gestaan waar nu het hoogkoor en het voorste
gedeelte van het middenschip is. Het had een recht
hoekig koor en werd naar alle waarschijnlijkheid
gewijd door Emondus, bisschop van Tours, en wel:
aan Maria, Maria Magdalena en alle heiligen.