sectie
culturele
ontwikkeling
splitst
29
Dit zijn enige soorten die in de loop van het seizoen
in de wilde plantentuin voorkomen:
Heideflora: Struikheide, Kraaiheide, Jeneverbes,
Grove den, Gaspeldoorn, Grasklokje, Heideanjer,
Muizenoor, Buntgras, Thijm, Tormentil.
Bosflora: Hazelaar, Berk, Gelderse roos, Lijsterbes,
Vogelkers, Mannetjesvaren, Dubbelloofvaren, Eik
varen, Bosandoorn, Veelbloemige Salomonszegel,
Vogelmelk, St. Janskruid, Gouwe, Robbertskruid,
Bosbes, Vossebes, Zenegroen.
Akkeronkruiden: Korenbloem, Klaproos, Bolderik,
Akkerklokje, Gevlekte dovenetel, Hemelsleutel, Gele
kamille.
Moerasflora en waterplanten: Gele lis, Zwane
bloem, Kalmoes, Waterlelie, Plomp, Dotter, Water
munt, Spaanse ruiter, Kale Jonker, Gevlekte orchis.
Duinflora: Duindoorn, Meidoorn, Zeepkruid, Gele
hoornpapaver, Hondstong, Ossetong, Parelzaad, Sa
lomonszegel, Teunisbloem, Toorts, Muurleeuwebek,
Muurpeper.
Dijk- en wegberm: Els, Fluitekruid, Groot hoefblad,
Blauwe knoop, Cypreswolfsmelk, Heemst, Wederik.
„Buitenlanders" en adventiefplanten: Vrouwe
mantel, Grote wilde thijm, Wollig havikskruid,
Oleander, Blauwe salie, Kranssalie, Perzische bere-
klauw.
vruchtje van het springzaad knijpen, zodat ze een
luchtsprong maken van de schrik en ze zouden toch
zo graag dat mooie, rode bosaardbeitje proeven, dat
daar verscholen hangt onder de blaadjes; maar ze
vinden het zonde om het af te plukken.
Studerenden kunnen hier waarnemingen doen op
B.K. Laan:
,,'k Raak m'n knipperbollen kwijt."
boven: Moerashoekje in de botanische tuin. Links: Akkertje
met granen en akkeronkruiden.
botanisch gebied: 't gehele groeiproces, bestuiving,
vruchtzetting- en verspreiding kunnen op de voet
worden gevolgd. Beoefenaars van de fotografie,
speciaal van de kleurenfotografie, kunnen er hun
hart ophalen. De minder gespecialiseerde natuur
vriend kan er zich met enige fantasie en mits niet
lettend op de machtige Vijfsluizenflat, die 's morgens
vroeg zijn schaduw nog over dit hoekje werpt, ver
buiten het stadsgewoel wanen en zich verlustigen in
de veelheid van vormen en kleuren van onze wilde
flora. Dezelfde flora die aan de gecultiveerde soorten
het aanzijn gaf, maar die bij aandachtige beschou
wing geenszins in schoonheid voor deze zgn. ver
edelde vormen behoeft onder te doen.
Voor belangstellenden is de tuin dagelijks te bezich
tigen van april tot oktober. De schrijver van dit
stukje is gaarne bereid u op verzoek rond te leiden.
Het adres is: Rembrandtlaan 77a.
H. C. VAN DER GAAG
Bepaald lentelijk was het geluid, dat te horen viel
op een onlangs gehouden vergadering van de sectie
Culturele Ontwikkeling. Onvoldaanheid over het af
gelopen jaar werd aanleiding tot een tweetal ingrij
pende wijzigingen.
Met algemene stemmen werd bepaald, dat de tot
dusver bestaande verbinding van passieve cultuur
beoefening en vrijetijdsbesteding moet worden op
geheven. In de toekomst zal de sectie uitsluitend be
staan uit verenigingen die het eerstgenoemde ten
doel hebben. De verenigingen op het gebied van de
vrijetijdsbesteding zullen waarschijnlijk een eigen
sectie gaan vormen.
Belangrijk is ook de vernieuwing, die de bij de sectie
aangesloten verenigingen in hun presentatie-naar-
buiten gaan brengen. In september, bij de aanvang
van het nieuwe seizoen, zullen deze verenigingen
namelijk hun winterprogramma's in een gezamen
lijke, huis-aan-huis verspreide kunstagenda openbaar
maken. Verwacht wordt, dat op deze wijze de Schie
dammers doeltreffender kunnen worden voorgelicht.
Bovendien kan de kunstagenda de gehele winter als
een wegwijzer voor de culturele evenementen gebruikt
worden.
Het meest verheugende van dit gezamenlijke op
treden is wel, dat de S.G. gedachte: „ieder op eigen
terrein, maar allen gezamenlijk de gehele gemeen
schap dienen", weer eens zijn praktische waarde be
wijst.