14000 jaar leven in nederland 55 De tijd gaat voort. Nog zijn al deze volken naamloos. Nooit zullen wij weten hoe ze zich noemden, als ze dat al deden. Maar er ontstaan vormen van cultuur. Er komt uitwisseling, het isolement wordt verbroken. De handel begint omvang te krijgen; brons uit Ierland wordt gebruikt, barnsteen uit het Oostzeegebied, ja zelfs kralen uit Egypte! De expositie laat het zien. Dan komt er een naam althans in onze boeken: Kelten. In de Vlaardingse Broekpolder, vlak bij de stad van heden, zijn hun sporen gevonden. Wie waren dat eigenlijk, deze eerste naamdragers, deze Kelten? Och, het is maar een aan de Romeinen ontleende naam. Voor de rest weten we alleen maar zeker dat het boeren waren. Niet zelden arme boeren, dood arm; maar allerminst dom! We menen te weten dat ze al zout uit het zeewater haalden. Misschien kenden ze ook al er zijn slakken gevonden het smeed ijzer. Hoe primitief zullen ze met een (toch al ont worpen) blaasbalg dat moeilijke metaal hebben uit gesmolten. Even is het huiveringwekkend te bedenken hoe de tijden elkander kunnen ontmoeten, als we weten, dat twee duizend jaar later de arme Chinese boeren op bevel van Mao Tse Toeng ijzer moeten produceren op precies dezelfde primitieve wijze! Met een zucht van verlichting stappen we dan over het niet bestaande jaar nul heen midden in onze schoolboekjeshistorie. We zien hoe zes en een halve meter onder het toekomstige beton van rijksweg 20 op Schiedams grondgebied een Fries-Bataafse boer derij heeft gelegen en ook, hoe de Romeinen een af beelding van hun Julius Ceasar (gevonden in de Hune- schans in Nijmegen) helemaal tot in de lage landen gesleept hebben. 14.000 jaar mensenleven in Nederland in het Schie dams Museum bijeen te brengen. Uniek ook, omdat het ontstaan te danken is aan de samenwerking van de Vlaardingse en Schie- damse gemeentebesturen. De directe aanleiding zijn de recente vondsten uit pre- en protohistorie op het grondgebied van de beide gemeenten gedaan. Bij het samenstellen van de tentoonstelling werd ge bruik gemaakt van het reeds in Leiden door het Rijksmuseum van Oudhe den tentoongestelde mate riaal. Dit werd o.a. aan gevuld met de vondsten uit onze directe omgeving. Daardoor heeft deze ten toonstelling, ondanks haar nationale betekenis, een sterk lokale kleur ge kregen. „Op het spoor van de mens" is zodanig van opzet geworden, dat het de niet-wetenschappelijke be zoeker zal helpen „de mens op te sporen". Want, zoals de conservator zegt, de vondsten op zichzelf zijn niet interessant, steen is steen en brons is brons maar het feit dat uit de voorwerpen het beeld van de makers, de gebruikers, de mensen-van-toen op rijst. Pf. Bij de foto's. Linksboven: Prehistorische bisongroep gevonden in in de grot van Tuc d'Audoubert. Rechtsboven: Wagenwiel1800 jaar v. Christus gevonden in Nieuw-Amsterdam. Linksonder: Romeinse stormhoed uit het begin van de jaartelling. De naam van de eigenaar staat in de rand geslagen. En als we dan, nog verder voorwaarts in de tijd, juwelen en sieraden van barnsteen, zilver en goud zien uit de tijd der Merovingers (circa 600 n. Chr.), dan hebben we een enorme stap gemaakt. De stap vandaar tot in het heden is belachelijk klein. En toch zijn we nog altijd lang vóór Floris V en de slag bij Nieuwpoort blijven stilstaan. Zo leert deze tentoonstelling ons niet een droog lesje. Zij laat ons het wonderlijk avontuur van de archaeoloog meebeleven, die wroetend in de modder menselijk leven terugvindt. Leven vaak diep in de aarde verborgen, maar evenzeer aan wezig als wijzelf. Zij wij, uitersten van een fascinerende keten van veertienduizend jaar leven in Nederland! Pf.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1961 | | pagina 11