de schiedamse gemeenschap
KIJKEN
over de SCHUTTING
137
ORGAAN VAN DE STICHTING
Jaargang 13, no. 7, oktober 1961
Bureau: Plantage, Schiedam, tel. 68043
EREVOORZITTER:
Mr. J. W. Peek, burgemeester
van Schiedam.
DAGELIJKS BESTUUR:
F. A. de Wolff, voorzitter; E. A.
Leenderts, secretaris: A. de Groot,
penningmeester; G. W. van Bergen
Walraven, B. Drukker, A. L. J.
Kunze, mr. H. A. M. Roelants.
BESTUURSRAAD:
N. J. J. van Baarle, A. S. H. A. Blaisse
R. J. S. Goettsch, K. J. Heyboer, A.
de Jong, M. A. A. de Jonge, L. Kamp,
P. Th. J. Kuyer, C. Landsbergen, mej.
A. E. D. Noordegraaf, C. Rauws, P.
Smit, A. M. Sunderman, mevrouw
M. A. C. Taverne-Van Campen, G.
P. Verhulsdonk, B. Vincent en A.
van der Wel.
REDACTIE-COMMISSIE:
B. Drukker, P. Groenendaal, drs. P.
Th. J. Kuyer, B. Vincent, F. A. de
Wolff. A. Pfeifer, eindredacteur.
ADVERTENTIES:
N.V. Kon. Ned. Boekdrukkerij
H. A. M. Roelants, Lange Haven 141
Schiedam, tel. 69300. Giro 5858.
ABONNEMENTEN:
f 4,per jaar of f 0,40 per nummer
(giro 549934 t.n.v. De Schiedamse
Gemeenschap).
INHOUD:
pag.
Helinium138
Sint Janskerk IV 140
Plezier op Papier 142
Van Schie tot Dam 143
Anjerfonds 144
Mgr. Nolenslaan146
Foto's in dit nummer o.a.
drs. P. Th.J. Kuijer, N. Vermeulen
Overneming van artikelen of
gedeelten daarvan en foto's
slechts met toestemming van de
redactie.
Een jochie van negen jaar. Nóg een jochie van negen jaar en
nóg een. Dat zijn drie jochies, zult u zeggen. Mis, waarde lezer,
u vergist zich: dat is een CLUB.
Een voetbalclub, of een indianenclub, of zo maar een club. Een
gesloten wereldje met eigen, kleine wetten, met trouw en ontrouw,
met een baas en ondergeschikten. Hier voelt de eenling zich op
zijn gemak. Hij weet zijn plaats, kent de anderen en wordt ge
kend, houdt zich aan de gebruiken, kortom hij is iemand.
Twee clubs ontmoeten elkaar op de hoek van de straat of op
een grasveldje. Over en weer wordt peilend gekeken. De hou
dingen verstrakken, er hangt spanning in de lucht, er groeit
vijandschap. Gaat het goed, dan druipen beide partijen ieder naar
een andere kant af. Gaat het mis, dan wordt het vechten.
Een jongensverhaaltje? Misschien, maar dan toch zonder meer
toe te passen op de wereld der volwassenen. Al te vaak kunnen
wij alleen maar „spelen" in ons eigen kringetje, onze eigen ver
eniging. De „anderen", dat zijn de vreemden, de niet-vertrouw-
den, waar men liefst met een boog omheen loopt. „De hel
dat zijn de anderen", zegt Sartre en hij blijft gelijk houden zolang
deze mentaliteit nog ergens woekert. Het is een onkruid waar
we blijkbaar mee geboren worden.
Is het nu de bedoeling aan te tonen, dat het verenigingsleven deze
eiland-mentaliteit bevordert? Integendeel! Want de stap die het
individu maakt van zijn ik-wereldje naar de groep is de eerste
op weg naar een leven in de gemeenschap. Een belangrijke stap
dus. Maar wie denkt dat daar de kous mee af is, maakt een ge
vaarlijke vergissing. Want er moet een tweede barrière worden
genomen. Het ik-ben-alleen-maar-Pietersen is overwonnen. Nu
blijkt er de hoge schutting te staan van: ik-ben-alleen-maar-
voetballer of (vul maar in), al dan niet voorafgegaan door
meneer Pietersen's levensbeschouwing.
In onze eigen Schiedamse samenleving (en is Schiedam niet de
wereld is in en door de Schiedamse Gemeenschap sinds dertien
jaar bewezen, dat de schuttingen omlaag kunnen en omlaag
gaan. Velen hebben leren kijken in andermans huis. En dikwijls
tot hun verrassing ervaren, dat daar dezelfde mensen waren als
in het eigen huis. Dat het daar net zo toeging als bij henzelf.
Dat de ander niet een vijand was en zelfs geen vreemde. Dat daar
naast ons een „mens" woonde als wij-zelf. Dat we elkaar weder
zijds konden verstaan, accepteren en ten slotte waarderen. Dat
is de positieve winst uit deze jaren gemeenschapswerk. Een winst
die, in een angstwekkend wankele wereld, nog wel eens heel be
langrijk zou kunnen zijn. p.