7!
f
Bedrijv c
„opgeri
al jarer
160
Op de voorgrond de „Frisia", een reus van 85.000 ton (foto Mastboom Vliegbedrijf)
De Schiedamse haven een wastobbe; Tankercleaning
N.V. de borstel, die de vuile was schoonschrobt. Of
moeten we het moderner zeggen; de pulsator, de
rusteloze beweger, die de smeerboel van méér dan
een werelddeel met succes te lijf gaat!
Sinds juni 1956 is dit uitzonderlijke bedrijf in Schiedam
gevestigd. Dat heeft destijds heel wat voeten in aarde
gehad. De Wilhelminahaven bood toen alleen daar
waar De Nieuwe Waterweg gevestigd was het nor
male havenvertier. Voor het overige was het een
kerkhof voor opgelegde, roestige scheepsrompen.
Langs de kanten groeide het riet en hadden de vogels
vrij spel. Er lag een zwembad dat bepaald niet meer
voldeed aan de eisen van onze hedendaagse hygiëne.
Het jachthaventje was van een verstilde, ontheemde
rustiek in het roerig gebied van de Europoort. Het
zat er niet aan, in de Schiedamse haven. Voortdurend
moest er gebaggerd worden om het bekken op diepte
te houden. Dat kostte handenvol geld, waar geen
opbrengst tegenover stond. Het was dus niet vreemd,
dat er meer dan eens gedacht werd aan het dempen
van dit nutteloze water.
De stormachtige na-oorlogse ontwikkeling heeft ech
ter ook dit hoekje in zijn greep gekregen en onher
kenbaar veranderd. De jachthaven werd verplaatst
en verbeterd. Het zwembad werd gesloopt. „Groen-
oord" kwam er voor in de plaats en dat is zeker geen
kwade ruil geweest. De oorzaak van deze verande
ringen lag voor een zeer groot deel in de vestiging
van Tankercleaning. In weinig maanden verrees op
de oostelijke oever van de havenmond een indruk
wekkend bedrijf.
De naam bracht vele Schiedammers, van hoog tot
laag, die wisten dat een vuile tanker een bijzonder
vieze bedoening is, tot bedenkelijk hoofdschudden.
De praktijk heeft echter geleerd, dat Tankercleaning
niet alleen de boten, maar ook zichzelf perfect weet
schoon te houden. De terreinen maken een prettig
verzorgde indruk. Kilometers pijpleiding zorgen er
voor, dat alle vuil angstvallig „binnenskamers" blijft.
Zodra de vuile tanker aan de enorme steigers is
gemeerd, worden waterkanonnen in de tanks neer
gelaten. Uit roterende straalpijpen spuit heet water
(80 tot 90 graden Celsius) met grote kracht de tank-
wanden schoon. Afhankelijk van de grootte wordt
de tanker in een of enkele dagen gewassen. Zo gron
dig, dat daarna zonder bezwaar graan of spijsolie
in de tanks kan worden geborgen. De meeste tankers
echter worden gereinigd alvorens zij een reparatie
ondergaan. Voordat een scheepswerf met lasappara
ten en zo op een tanker lostrekt, dient vast te staan
dat de ruimen „gasvrij" zijn. Alle olieresten moeten
verwijderd zijn om het gevaar van explosie te voor
komen.
Het „slop", de vuile emulsie van water en olieresten,
wordt in andere buizen afgezogen en naar een der
grote reservoirs op het terrein gepompt. Na verloop
van tijd treedt in die tanks een scheiding tussen water