VAN SCHIE TOT DAM VAN SCHIE TOT DAM VAN SCHIE TOT DAM VA 197 Die kende ik al van schrijfwijze (C) door het mono pol/spel, de donkergroene veel renteopleverende kaartjes. De Meent was erbij, Blaak. Ook schoten mij afbeeldingen van het in ons bezit zijnde mooie spoorweg-kwartetspel te binnen: de Maasbruggen, en een soort hefbrug. Met lijn 4 naar Schiedam. In Utrecht was de tram al jaren uitgestorven. Alweer iets nieuws dus. In de tram dacht ik nadrukkelijk we reden in de avond: nu ben ik in een wereldstad, de grote havenstad, de stad die echt in brand heeft gestaan. (De open vlakten overal deden me daar wel opkomen.) Vreemde straten, vreemde pleinen, vreemde winkels. Op de Rotterdamsedijk, staande op het balkon, zag ik rechts lichtjes, lichtjes. (Zoals heel vroeger in de trein, naar buiten kijkend. De lichtjes. Geen gedachte aan een weg. Lichtjes in het donkere land, de ver laten duisternis.) Daarergens, dacht ik, zullen zich de komende gebeur tenissen gaan afspelen. Woont daar de (welke? wie?) vriend van morgen, het meisje (wie? hoe?) met wie ik zal trouwen Ik voelde mij klaarstaan. Klaar om te dóen, te handelen. De Koemarkt. Schiedam is óók een wereldstad! vond ik. Licht! Bioscoop! Warenhuis! Winkels! Restaurant! Maar even daarna liepen we via de Broersvest de negentiende eeuw in. Gas lantaarns, die enkel de paal zelf verlichtten, zodat je daar in elk geval niet tegenaan zou lopen. We werden op de HBS gewezen, een boosaardig starend in zijn tuin staand gebouw, kwaad op alles, iedereen. Het Proveniershuis als een rechtopstaand gebeeld houwd plafond. De Spoelingbrug over, over inkt ge legd. De Noordvest. Links het Doelenplein, De Doelen, het clubhuis, onverlicht, nors, donker. Een oord zo zwart als de nacht. Zwarte muren. Het ruikt er merk waardig. Naar de zgn. spoeling horen we later, mout, genever ook zeer oude genever. Een Oudhollandse geur, 17e eeuw, Anton Pieck, ook wel Justus van Maurik. Zwarte muren. Zwart Schiedam. („Sluit SchiedamWe gingen het clubhuis in aanbouw binnen. In de gang lagen geen tegels nog, zand. Grote kamers met tot voor enkele dagen in gebruik zijnde alkoven. Een morsige keuken, in een ander vertrek. Vrolijker werd je er niet van. Langs de Noordvest, over kleine kinderhoofdjes be reikten we ons kosthuis. Zuchtend gingen we naar bed, dat we niet behoefden op te zoeken, maar ons werd gewezen. Het enige lichtpunt was dat we de volgende dag nieuw op de school zouden aankomen. We waren dus nog niet verplicht enig huiswerk uit het hoofd te kennen of te tonen, noch deel te nemen aan een schriftelijke repetitie. MUSEUM NIEUWS Tot en met 14 januari valt in ons museum nog de op merkelijke tentoonstelling te zien van Eddy Posthuma de Boer. Deze jonge, begaafde fotograaf toont werk onder de welsprekende titel: „Een seconde is veel te lang". Bovendien is enkele dagen geleden de grote expositie „Roem der Romantiek" ge opend, die tot elf februari te zien zal zijn. Elders in dit nummer leest u er meer over. Het is opnieuw mogelijk dat verenigingen in eigen kring in het museum worden ont vangen, waar conservator Pierre Janssen met hen over kunst gaat praten. Alle avonden is hij beschikbaar, behalve de zondag. Wie belangstelling heeft kan het museum (tel. 6 64 91) op bellen. DE GOEDEN NIET TE NA Er wordt in Schiedamse krin gen nogal eens gedebatteerd over de kwaliteit van de Schiedamse winkelstand. Burgers die het goed met hun stad menen staan stok stijf in de overtuiging dat, wat Schiedam niet kan bie den Rotterdam evenmin te geven heeft. Omdat wij goede burgers zijn, delen wij deze mening uiteraard. Hoe bedroefde het ons kennis te nemen van het volgendel voorval. Nieuwland's nieuw-j ste winkelcentrum herbergt fraaie winkels. Het was in een van deze zaken dat een huisvrouw een bepaald ar tikel niet kon krijgen. De verkoopster raadpleegde voor alle zekerheid de baas zelf. Deze deelde aan de klant het verheugende nieuws mee, dat het ge vraagde wel in voorraad was. Het bleek zelfs op de morgen van die gedenk waardige dag gearriveerd. Maar, zo raadde hij de klant aan, ze moest de volgende dag maar terugkomen, dan en niet eerder zou aan haar wensen worden vol daan. De klant ging en keer de (natuurlijk) niet. Ach, winkelier, besef toch wat voor schade gij de naam van Schiedam doet. Gelukkig beseffen wij, dat het hier een uitzondering was en daar om de goeden niet te na DECLAMATIE WEDSTRIJDEN Op 6 februari van het ko mend jaar zal, voor de tweede maal in de historie, de declamatiewedstrijd plaatsvinden. Wederom zal dit plechtig gebeuren zich voltrekken in de aula van het Schiedams museum. Wij weten dat nu al de toekom stige deelnemers leer lingen van alle richtingen van voortgezet onderwijs zich ernstig voorbereiden op de komende krachtproef. De beide wisselprijzen, nu in het bezit van rijks-h.b.s. en Willem de Zwijger u.l.o., zullen deze scholen waar schijnlijk krachtig worden betwist door de andere. De jury zal ditmaal bestaan uit deskundigen die niet met het Schiedamse onderwijs zijn verbonden. SNOFFEL Wie dezer dagen een gaulle- achtig man zijn deur ziet voorbijgaan, het omvangrijk reukorgaan geheven in de wind, de neusvleugelen sensi tief trillend, beseffe dat daar passeert een snoffel, lid van de gemeentelijke snuffel- commissie. Deze commissie is thans doende de Schie damse luchtlagen dóór te ruiken. Dit geschied zijnde zal zij haar bevindingen vast leggen in een rapport. Dit rapport wederom zal t.z.t. via de pers worden open baar gemaakt. Hoewel het werk door verkoudheid van verschillende snoffels enigs zins is vertraagd, meent de commissie thans reeds aan de hand van een neusvol ervaringen een voorlopige conclusie te kunnen trekken. Hij luidt: „Bij wind zuid zuidwest ten westen stinkt het in Schiedam; overige windstreken vooralsnog reukloos". foto Peter Mathieu Martens BOS Dit is de man die het om slag voor ons kerstnummer ontwierp. Hij heet Dick Bos en heeft geen beroep; wel een roeping.... inderdaad, hoe raadt u het hij is kunstschilder. Die roeping oefent hij uit op zijn atelier ergens hoogweg langs de Lange Haven. In een volgend nummer van ons tijdschrift hopen wij wat meer over hem te kunnen vertellen. Hoe hij woont, wat hij doet, wat hij denkt. Ook: wat hij gemaakt heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1961 | | pagina 25