R.K. OPENBARE
LEESZAAL
en BIBLIOTHEEK
40
jaar
Matla - de eerste directeur - heeft alles bewaard.
door J. Heijer
8
De R.K. Openbare Leeszaal bij de opening. Zittend v.l.n.r.: Pater Van Dijk, Kapelaan
Paulussen, Steens, Bauwens, Groenendaal, Exler, Engering, Burgemeester Gijsen, Deken
Schraag. Links boven voorzitter Bauwens kijkt directeur Matla glimlachend over het hoofd
van een jongetje.
„Juffrouw, kijkt u eens even in die la in dat ene vakje onder de letter S. Daar moet nog een envelopje staan
met drie kaartjes erin. Daarop staan de aantallen boeken, waarmee we begonnen zijn en de namen van de eerste
24 assistentes van de leeszaal". De secretaresse duikt tussen de laden en planken met paperassen, klappers en
dikke boeken, komt twee minuten later met het vergeelde envelopje voor de dag. „Nooit gedacht, dat ik dit
nog eens nodig zou kunnen hebben. Ik heb het veertig jaar lang eigenlijk alleen voor mezelf bewaard. Hier
heeft u de cijfers: We begonnen met 7717 boeken. Van geleend of gekregen geld waren er 3298 gekocht, we
kregen er 1103 in bruikleen en namen van de bestaande Vincentiusbibliotheek 3316 boeken over
In een hoog vertrek, waarvan de wanden met boeken bedekt zijn, in een Haags huis aan een saai Haags plein
zit ik tegenover een 60-jarige man, met een grijs puntbaardje, een slecht gebit, twee helder blauwe ogen en
de nonchalante houding van een eerstejaarsstudent. Die 60-jarige is de heer H. J. Matla, de man die al 35 jaar
ten behoeve van de vaderlandse pers zijn fameuze Matla-agenda uitgeeft. In deze maandelijkse agenda staan alle
jubilea en gedenkdagen, die in binnen- en buitenland gevierd worden: van een Westfriese harmonie tot de sterf
dag van een Frans dichter. De Matla-agenda is een papieren geheugen. Matla's geheugen zelf is een archief, een
levend en levendig archief. Uit dit archief vertelt Matla mij over zijn Schiedamse. tijd: het eerste, zo avontuur
lijke jaar van de r.k. openbare leeszaal en bibliotheek te Schiedam, die dit jaar het 40-jarig bestaan herdenkt.
Met weinig geld en veel enthousiasme richtte op 8
februari 1922 een groepje idealisten de „Vereeniging
de Roomsch Katholieke Openbare Leeszaal en Biblio
theek" op. Met geleend en gekregen geld kocht het
bestuur het kapitale pand (voor f 23.000) Lange Ha
ven 92. Op de benedenverdieping zou een sociëteit,
De Roomsch Katholieke Kring, bijeenkomen vooreen
praatje, een drankje en een biljartje. Met de batige
saldi van de sociëteit zou de bibliotheek, die op de
eerste verdieping moest worden ingericht, kunnen
draaien. Het bestuur plaatste een advertentie, om
een bibliothecaris te werven, die de bibliotheek zou
kunnen beginnen. Op die advertentie schreef Jan
Matla, toen nog geen 22 jaar oud. Behalve Matla
schreven nog 97 anderen een sollicitatiebrief.
Citaten als getuigschrift
„Ik kreeg de baan", vertelt Matla, „niet omdat ik
de knapste was. Er waren onder de sollicitanten
meesters in de rechten en lui met een doctorstitel.